Download Print deze pagina

Advertenties

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Elektrische heftruck
RX20 14-20
RX20 14-20/Li-Ion
6219 6220 6221 6222 6223 6224
6225 6226 6227 6228 6229 6230
6231
56368011505 NL - 06/2023  -  15

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Still RX20 14-20

  • Pagina 1 Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Elektrische heftruck RX20 14-20 RX20 14-20/Li-Ion 6219 6220 6221 6222 6223 6224 6225 6226 6227 6228 6229 6230 6231 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 3 STILL GmbH Berzeliusstraße 10 22113 Hamburg, Duitsland Tel. +49 (0) 40 7339-0 Fax: +49 (0) 40 7339-1622 E-mail: info@still.de Website: http://www.still.de Regels voor het bedrijf dat gemotoriseerde transport- werktuigen gebruikt In aanvulling op deze bedieningsinstructies is tevens een gedragscode met aanvullende in- formatie verkrijgbaar voor de bedrijven die ge-...
  • Pagina 4 Voorwoord   Internetadres en QR-code  De informatie is op elk moment toegankelijk door het adres https://m.still.de/vdma in een webbrowser te plakken of door de QR-code te scannen. Lijst van reserveonderdelen  U kunt een verzoek indienen om de lijst met reserveonderdelen te downloaden door de URL https://sparepartlist.still.eu te kopiëren...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave   Voorwoord   Uw machine ............ 2 Beschrijving van de machine.
  • Pagina 6 Bedienings- en weergave-elementen ........ 68 Display- en bedieningspaneel ”STILL Easy Control”...... 68 Display van lithium-ionbatterij...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave   Viervoudige minihendel .......... 77 Fingertip.
  • Pagina 8 STILL Classic en sprintmodus........
  • Pagina 9 Inhoudsopgave   Stuurinrichting ............ 191 Snelheidsbegrenzing in bochten (Curve Speed Control) .
  • Pagina 10 Inhoudsopgave   Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte ...... 257 Optisch meetsysteem voor de hefhoogte (variant) ...... 257 Hefhoogtedisplay (variant).
  • Pagina 11 Inhoudsopgave   Hydraulisch systeem drukloos maken met behulp van de viervoudige minihendel en de 5e functie .............  323 Hydraulisch systeem drukloos maken met behulp van de Fingertip .
  • Pagina 12 Inhoudsopgave   Cabine .............  396 Cabinedeur openen en sluiten.
  • Pagina 13 Inhoudsopgave   Omgang met de loodzuurbatterij .........  468 Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met de batterij...
  • Pagina 14 Inhoudsopgave   Machine transporteren.......... 539 Transport .
  • Pagina 15 Inhoudsopgave   Mast, rolgeleidingen smeren .......... 582 Inzetbaarheid voor gebruik in koelhuizen behouden .
  • Pagina 17 Voorwoord...
  • Pagina 18 Uw machine Uw machine Beschrijving van de machine Algemeen De STILL RX20 14-20 is een elektrisch aan- gedreven heftruck met een draaikrans of een pendelas achter. Hij heeft een hefvermo- gen tot 2 ton met een lastzwaartepunt van 500 mm. In dit geval kan de machine snelhe- den tot 20 km/h bereiken.
  • Pagina 19 Voorwoord Uw machine Snelheidsbegrenzing bij geheven vorken- ● bord Elektrische beveiliging tegen vorkslijtage ● Van de kantelhoek afhankelijke stabiliteitsas- sistenten Display voor kantelhoek mast ● Automatische verticale mastpositionering ● Lastafhankelijke assistentiesystemen Overbelastingsdetectie ● Dynamic Load Control 1 of Dynamic Load ● Control 2 Display voor kantelhoek hefmast ●...
  • Pagina 20 Aandrijving De STILL RX20 14-20 wordt via beide voor- wielen aangedreven door onderhoudsvrije draaistroomaandrijvingen in de vooras met 48V-technologie. Als voedingsbron zijn zijdelings verwisselbare loodzuurbatterijen en lithium-ionbatterijen be-...
  • Pagina 21 ”achterwaartse” rijrichting De acceleratie en de remwerking kunnen af- zonderlijk worden geselecteerd via drie ver- schillende rijprogramma's. Het ”STILL Easy Control” display- en bedie- ningspaneel maakt het dagelijkse gebruik van de machine gemakkelijker dankzij persoonlijk configureerbare favorieten. Het display- en be- dieningspaneel geeft ook de status van de li- thium-ionbatterij...
  • Pagina 22 Voorwoord Uw machine Leer de technologie kennen en begrijpen en gebruik deze op een veilige manier. Deze be- dieningsinstructies bieden de benodigde infor- matie en helpen ongevallen te voorkomen en te zorgen dat de machine ook na de garantie- periode gereed blijft voor gebruik. Dus: –...
  • Pagina 23 Uw machine Verklaring die de inhoud van de conformiteitsverklaring weerspiegelt         Verklaring     STILL GmbH Berzeliusstraße 10 22113 Hamburg, Duitsland             Wij verklaren dat de gespecificeerde machine voldoet aan de meest recente geldige versie van de onderstaande richtlijnen:...
  • Pagina 24 Voorwoord Uw machine de machine te worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.  8 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 25 Voorwoord Uw machine Accessoires Twee sleutels voor de contactschakelaar ● (niet bij machines met de variant voor ”in- schakelen met een drukknop” variant) Twee sleutels voor de cabine (variant) ● Twee sleutels voor het opbergvak met de ● oplaadkabel voor de boordbatterijlader (va- riant) Een inbussleutel voor de nooddaalprocedu- ●...
  • Pagina 26 Voorwoord Uw machine Posities van labels 6219_003-010_V3  10 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 27 Voorwoord Uw machine Informatiesticker: Let op / Bedieningsinstruc- Waarschuwingsplaatje: Gevaar door af- ties lezen / Veiligheidsgordel omdoen / Par- schuiving keerrem aantrekken als u de machine ver- Informatiesticker: Parkeerrem ingeschakeld laat / Passagiers niet toegestaan / Niet uit Informatiesticker: Parkeerrem uitgeschakeld de machine springen als deze kantelt / Leun Informatiesticker: Bandenspanning in de richting tegengesteld aan de kantel-...
  • Pagina 28 Voorwoord Uw machine VDE-Prüfung geprüft gemäß DIN VDE 0701-0702 6219_003-011_V5  12 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 29 Voorwoord Uw machine Informatiesticker: Hydrauliekolietank Informatiesticker: Hefvermogen: basistabel Informatiesticker: Snelheidsbegrenzing Informatiesticker: Regelmatige controles Waarschuwingsplaatje: Niet onder de vork Informatiesticker: Batterijservice staan / Niet op de vork staan Informatiesticker: Let op / Bedieningsinstruc- Waarschuwingsplaatje: Gevaar van afschui- ties lezen ving / Gevaar door hoge vloeistofdruk Informatiesticker: Hijspunt Informatiesticker: Gebruik in koelhuizen (va- Waarschuwingsplaatje: Gevaar door af-...
  • Pagina 30 Voorwoord Uw machine Variant 2: machines gebouwd na  12/2021 Typeplaatje Fabrikant Model / serienummer / bouwjaar Nettogewicht Industrial truck / Chariot de manutation / Flurförderzeug Max. batterijgewicht/min. batterijgewicht (alleen voor elektrische machines) Extra gewicht (alleen voor elektrische machines) Tijdelijke aanduiding voor "data-matrix- code"...
  • Pagina 31 Capacity equivalent: Weight: CE-markering P/N: B-P/N: Veiligheidsinformatie Custumer order no.: Still order no.: Data/technische gegevens Date: Made in Germany Adres van fabrikant Safety Advices for Lithium-Ion Batteries Do not crush. Do not heat or incinerate. Do not short-circuit. Do not dismantle.
  • Pagina 32 Voorwoord Uw machine Variant 1: machines gebouwd na  12/2021 Fabrikant Technologie Transportinformatie Algemene bedrijfsinstructies CE-markering Data-matrix-code voor het geautoriseer- de servicecentrum UKCA-labeling Veiligheidsinformatie Data/technische gegevens Adres van fabrikant  16 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 33 Voorwoord Gebruik van de machine Gebruik van de machine Ingebruikname Met ingebruikname wordt het eerste beoogde gebruik van de machine bedoeld. De nodige maatregelen voor de ingebruikna- me zijn afhankelijk van het model en de uit- rusting van de machine. Deze stappen ver- eisen voorbereidende werkzaamheden en af- stelwerkzaamheden die niet kunnen worden uitgevoerd door het bedrijf dat de heftruck ge-...
  • Pagina 34 Voorwoord Gebruik van de machine gebruikt voor het trekken van aanhangwa- gens, moet u hiervoor contact opnemen met de fabrikant. De voorschriften voor het trekken van aan- hangwagens moeten worden opgevolgd; zie het hoofdstuk ”Aanhangwagens trekken”. Onoordeelkundig gebruik Het bedrijf dat de machine gebruikt of de be- stuurder, en niet de fabrikant, is verantwoor- delijk voor elk gevaar dat voortvloeit uit een onoordeelkundig gebruik.
  • Pagina 35 Voorwoord Gebruik van de machine De ondergrond moet voldoende draagvermo- gen hebben (beton, asfalt) en het oppervlak ervan moet ruw zijn. De rijwegen, de werkom- gevingen en de breedtes van de gangpaden moeten voldoen aan de specificaties in deze bedieningsinstructies; zie het hoofdstuk ”Rij- wegen”.
  • Pagina 36 Voorwoord Gebruik van de machine Parkeren bij temperaturen onder -10 °C  LET OP Batterijen kunnen bevriezen of worden uitgescha- keld! Als de machine langere tijd wordt geparkeerd bij een omgevingstemperatuur onder -10 °C, koelen de bat- terijen af. Bij loodzuurbatterijen kan de elektrolyt bevriezen en de batterijen beschadigen.
  • Pagina 37 Voorwoord Informatie over de documentatie Informatie over de documentatie Omvang van de documentatie Originele bedieningsinstructies van de hef- ● truck Originele bedieningsinstructies van het dis- ● play- en bedieningspaneel Originele bedieningsinstructies van de lithi- ● um-ionbatterij (variant) Bedieningsinstructies van de overige vari- ●...
  • Pagina 38 Voorwoord Informatie over de documentatie Het bedienings- en onderhoudspersoneel moet goed met deze bedieningsinstructies vertrouwd worden gemaakt. Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet erop toezien dat alle gebruikers deze bedienings- instructies ontvangen, gelezen en begrepen hebben. Sla de complete documentatie veilig op en overhandig deze bij...
  • Pagina 39 De uitgavedatum en de versie van deze be- dieningsinstructies vindt u op de titelpagina. STILL streeft er continu naar zijn heftrucks verder te ontwikkelen. Wijzigingen in de bedie- ningsinstructies zijn voorbehouden en claims op basis van de informatie en afbeeldingen in deze bedieningsinstructies kunnen niet wor- den gehonoreerd.
  • Pagina 40 Voorwoord Informatie over de documentatie Verklaring van waarschuwings- termen  GEVAAR Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om levensgevaar te voorkomen.  WAARSCHUWING Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om verwondingsgevaar te voorkomen.  LET OP Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om beschadiging en/of vernieling van mate- riaal te voorkomen.
  • Pagina 41 Voorwoord Informatie over de documentatie Afkorting Betekenis Verklaring Duitse voorschriften ter voorkoming van DGUV Berufsgenossenschaftliche Vorschrift ongevallen Bevestigt de overeenstemming met pro- Communauté Européenne ductspecifieke Europese richtlijnen (CE- markering) Commission on the Rules for the Approval Internationale commissie voor de keuring of the Electrical Equipment van elektrisch materiaal Direct Current...
  • Pagina 42 Voorwoord Informatie over de documentatie Afkorting Betekenis Verklaring Superelastische banden (volrubber ban- Super-Elastic den) Banden voor eenvoudigere montage, zon- Snap-In Tyre der losse velgdelen Duitse voorschriften voor goedkeuring van StVZO Straßenverkehrs-Zulassungs-Ordnung voertuigen voor de openbare weg Verordening inzake gevaarlijke stoffen, TRGS Technische Regel für Gefahrstoffe geldig voor de Bondsrepubliek Duitsland...
  • Pagina 43 Voorwoord Informatie over de documentatie Schematische afbeeldingen Overzicht van functies en bedienings-  procedures Op veel plaatsen in deze documentatie wordt de volgorde (meestal opeenvolgend) van be- paalde functies of bedieningshandelingen uit- gelegd. Ter verduidelijking van deze procedu- res worden er schematische afbeeldingen van een vorkheftruck gebruikt.
  • Pagina 44 Voorwoord Milieuoverwegingen Milieuoverwegingen Verpakking Bij aflevering van de heftruck zijn bepaalde onderdelen verpakt ter bescherming tijdens het transport. Deze verpakking moet volledig worden verwijderd voordat de heftruck voor het eerst wordt gestart. MILIEUVOORSCHRIFT Het verpakkingsmateriaal moet na levering van de heftruck op de juiste manier worden afgevoerd.
  • Pagina 45 Veiligheid...
  • Pagina 46 Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen Definitie van de verantwoordelijke personen Bedrijf dat de heftruck gebruikt Het bedrijf dat de heftruck gebruikt, is de na- tuurlijke of wettelijke persoon of groep die met de heftruck werkt of in wiens opdracht met de heftruck wordt gewerkt.
  • Pagina 47 Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen te controleren machine en van de gevaren die een dergelijke controle met zich mee- brengt. Bestuurders Deze machine mag alleen worden gebruikt door daarvoor geschikte personen van ten minste 18 jaar die daarin zijn getraind, die over aantoonbare vaardigheden beschikken in het rijden met heftrucks en het hanteren van lasten en die door het bedrijf dat de machi-...
  • Pagina 48 Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen De bestuurder moet: de bedieningshandleiding hebben gelezen ● en begrepen, zich vertrouwd hebben gemaakt met de vei- ● lige bediening en besturing van de machine zowel lichamelijk als geestelijk in staat zijn ● om veilig met de machine te rijden  GEVAAR Het gebruik van drugs en alcohol en van medicij- nen die het reactievermogen beïnvloeden, beper-...
  • Pagina 49 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Basisprincipes voor een veilig gebruik Verzekeringsdekking voor ge- bruik op het bedrijfsterrein Veel bedrijfsterreinen zijn beperkt openbare verkeersgebieden. OPMERKING Vraag bij de aansprakelijkheidsverzekering van uw onderneming na of de verzekering de schade dekt die uw heftruck op een beperkt openbaar terrein aan derden toebrengt.
  • Pagina 50 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Toegestane lithium-ionbatterijen – Gebruik alleen lithium-ionbatterijen die door STILL zijn goedgekeurd voor gebruik op de- ze machine. Uitleg over het gebruik van lithium-ion- batterijen Wij adviseren dat het bedrijf dat de machi- ne gebruikt de plaatselijke brandweer op de hoogte brengt van het voorgenomen gebruik van machines met lithium-ionbatterijen.
  • Pagina 51 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik – Ventileer de locatie van de brand goed, vanwege de bijtende werking van de resul- terende verbrandingsgassen. – Informeer de brandweer dat er lithium-ion- batterijen betrokken zijn bij de brand. – Houd de informatie van de batterijfabrikant over de procedure in het geval van een brand in acht.
  • Pagina 52 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Productspecifieke gevaren van  de lithium-ionbatterij  WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door hete opper- vlakken! De batterij heeft een geïntegreerde rem- weerstand die tijdens bedrijf warmer dan 100 °C kan worden. Het kan enkele uren duren voor de rem- weerstand is afgekoeld tot een tempera- tuur waarbij...
  • Pagina 53 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik veiligheidsklep (2) of breken van het huis. Hierdoor kan de elektrolyt naar buiten lekken. Het elektrodemateriaal kan dan reageren met vocht/water of er kan een ontluchting van de batterij, brand of een explosie plaatsvinden, afhankelijk van de omstandigheden. Het aanraken van spanningvoerende compo- nenten kan leiden tot een elektrische schok die gepaard kan gaan met thermische of ver-...
  • Pagina 54 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik – Alleen het geautoriseerde servicecentrum mag laswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. Wij waarschuwen tegen montage en gebruik van veiligheidssystemen die niet door de fabri- kant zijn goedgekeurd. – Neem contact op met het geautoriseerde servicecentrum voordat u de machine uit- breidt.
  • Pagina 55 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik fabrikant wordt geliquideerd en niet door een andere rechtspersoon wordt overgenomen. Het bedrijf dat de heftruck gebruikt, moet te- vens voldoen aan de volgende voorwaarden: Constructiedocumenten, testdocumenten ● en montage-instructies met betrekking tot de wijziging moeten permanent worden ge- archiveerd en te allen tijde toegankelijk zijn.
  • Pagina 56 Wij wijzen u er nadrukkelijk op dat onderdelen, voorzetapparaten en accessoires van andere fabrikanten niet zijn getest en goedgekeurd door STILL.  LET OP Het monteren en/of gebruiken van dergelijke produc- ten kan daarom de ontwerpkenmerken van uw ma- chine negatief beïnvloeden en daardoor de actieve...
  • Pagina 57 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Veiligheidssystemen en -schakelaars mogen niet worden verwijderd of gedeactiveerd. Vaste instelwaarden mogen alleen worden ge- wijzigd met goedkeuring van de fabrikant. Werkzaamheden aan de elektrische installa- tie (bijv. het aansluiten van een radio, extra schijnwerpers etc.) zijn alleen toegestaan na schriftelijke goedkeuring van de fabrikant.
  • Pagina 58 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Door de fabrikant goedgekeurde wielen en banden vindt u op de onderdelenlijst. Als er andere wielen of banden moeten worden ge- bruikt, moet hiervoor van tevoren bij de fabri- kant om goedkeuring worden gevraagd. –...
  • Pagina 59 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Wees voorzichtig bij de omgang met gasveren en accumulatoren  WAARSCHUWING Gasveren staan onder hoge druk. Bij verkeerd ver- wijderen daarvan neemt het verwondingsgevaar toe. Voor een gemakkelijkere bediening worden diverse functies van uw machine ondersteund door gasve- ren.
  • Pagina 60 Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik ken rust, kan dan naar voren schuiven en val- len. Als de vorken te lang zijn, kunnen deze in laadeenheden achter de op te pakken last rei- ken. Deze laadeenheden zullen dan omvallen wanneer de last wordt geheven. –...
  • Pagina 61 Veiligheid Restrisico Restrisico Overige gevaren en risico's Ondanks zorgvuldig werken en het in acht nemen van normen en voorschriften kan het risico van andere gevaren tijdens gebruik van de machine niet volledig worden uitgesloten. De machine en alle overige systeemcompo- nenten voldoen aan de actuele veiligheidsei- sen.
  • Pagina 62 Veiligheid Restrisico Gebruik van verkeerde vloeistoffen en ● smeermiddelen Overschrijding van controle-intervallen ● Als het bedrijf dat de heftruck gebruikt, on- achtzaam of opzettelijk niet aan deze vereis- ten voldoet, kan dit leiden tot een ongeval. In dit geval is de fabrikant vrijgesteld van aan- sprakelijkheid.
  • Pagina 63 Veiligheid Restrisico Speciale risico's bij het gebruik van de heftruck en voorzetappa- ratuur Telkens wanneer de heftruck op een andere manier dan voor het beoogde gebruiksdoel wordt gebruikt, en in gevallen waarin de be- stuurder er niet zeker van is dat hij de heftruck naar behoren en zonder kans op ongevallen kan gebruiken, moet er bij...
  • Pagina 64 Veiligheid Restrisico Overzicht van gevaren en tegenmaatregelen OPMERKING Deze tabel is bedoeld als hulpmiddel bij het beoordelen van de gevaren in uw bedrijf en geldt voor alle machinetypes. Hij maakt geen aanspraak op volledigheid. – Volg de voorschriften op van het land waar- in de machine wordt gebruikt.
  • Pagina 65 Veiligheid Restrisico Gevaar Maatregelen Afvinken Opmerkingen √ Uitgevoerd - Niet van toepassing Ongeoorloofd gebruik Voor bedieningsin- Duitse bedrijfsveilig- (onjuist gebruik) structies zorgen heidsverordening (Be- trSichV) en de Duit- se arbeidsomstandig- hedenwet (ArbSchG) Schriftelijke op- Duitse bedrijfsveilig- dracht/instructies voor heidsverordening (Be- de bestuurder trSichV) en de Duit- se arbeidsomstandig-...
  • Pagina 66 Veiligheid Restrisico Gevaar Maatregelen Afvinken Opmerkingen √ Uitgevoerd - Niet van toepassing Laaduitrusting ver- Last opnieuw op de Duitse bedrijfsveilig- keerd/verschoven pallet positioneren heidsverordening (Be- trSichV) Onvoorspelbaar rijg- Personeelstraining Duitse bedrijfsveilig- edrag heidsverordening (Be- trSichV) Rijroutes geblokkeerd Rijroutes markeren Duitse bedrijfsveilig- Rijwegen vrijhouden heidsverordening (Be- trSichV)
  • Pagina 67 Veiligheid Restrisico vereist. Het ontwerp en de apparatuur maken daarom geen deel uit van de vereiste reikwijd- te van de risicobeoordeling. Hetzelfde geldt voor bijlagen met hun eigen Ce-markering en UKCA-markering. Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet echter het type en de uitrusting van machines zodanig kiezen, dat deze vol- doen aan de lokale gebruiksvoorschriften.
  • Pagina 68 Veiligheid Veiligheidscontroles Veiligheidscontroles Regelmatige inspectie van de  machine uitvoeren Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet er- voor zorgen dat de machine ten minste een- maal per jaar of na bijzondere voorvallen wordt gecontroleerd door een specialist. Als onderdeel van de inspectie dient de tech- nische staat van de machine volledig te wor- den gecontroleerd voor wat betreft de on- gevalveiligheid.
  • Pagina 69 Veiligheid Veiligheidscontroles De resultaten van de isolatietest moeten ten minste overeenkomen met de testwaarden in de volgende twee tabellen. – Neem voor isolatietests contact op met het geautoriseerde servicecentrum. De precieze procedure voor deze isolatietest is beschreven in de werkplaatshandleiding voor deze machine.
  • Pagina 70 Veiligheid Veiligheidscontroles De elektrische veiligheid regel-  matig testen De boordbatterijlader en de bijbehorende op- laadkabel moet ten minste eenmaal per jaar worden getest. Deze test moet plaatsvinden volgens de nationale voorschriften van het land van gebruik (bijv. DIN EN 50678 & DIN EN 50699 in Duitsland).
  • Pagina 71 Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken mid- delen Toegestane middelen  WAARSCHUWING De te gebruiken middelen kunnen gevaarlijk zijn! – Houd u aan de algemene informatie en de veilig- heidsinformatie over de toepassing van de te ge- bruiken middelen.
  • Pagina 72 Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen  WAARSCHUWING Langdurig intensief contact met de huid kan tot verschraling en irritatie van de huid leiden! – Voorkom aanraking en inslikken. – Draag veiligheidshandschoenen. – Was na contact de huid met zeep en water en gebruik vervolgens een huidbeschermingsmiddel.
  • Pagina 73 Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen  WAARSCHUWING Deze vloeistoffen zijn gevaarlijk voor de gezondheid en staan tijdens het gebruik van de heftruck onder druk. – Zorg ervoor dat de vloeistoffen niet met de huid in aanraking komen. –...
  • Pagina 74 Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen  WAARSCHUWING Batterijzuur bevat verdund zwavelzuur. Dit is bijtend. – Bij het werken met batterijzuur moe- ten er geschikte persoonlijke bescher- mingsmiddelen (PBM, Duits PSA) worden gebruikt (rubberen hand- schoenen, schort, veiligheidsbril). –...
  • Pagina 75 Veiligheid Emissies Emissies De vermelde waarden gelden voor een stan- daardmachine (zie de waarden in het hoofd- stuk ”Technische gegevens”). Afwijkende ban- den, andere hefmasten, extra apparatuur etc. kunnen tot andere waarden leiden. Geluidsemissies De waarden zijn vastgesteld volgens de meetmethode van de norm EN 12053 ”Vei- ligheid van gemotoriseerde transportwerktui- gen - beproevingsmethode voor het me-...
  • Pagina 76 Veiligheid Emissies Houd u aan de toepasselijke nationale voor- schriften in landen buiten de EU. OPMERKING Let op de definitie van de volgende verant- woordelijke persoon: ”bedrijf dat de machine gebruikt”. Trillingen De trillingen van de machine zijn met een identieke machine vastgesteld volgens de nor- men NEN-EN 13059 ”Veiligheid van gemotori- seerde transportwerktuigen - beproevingsme-...
  • Pagina 77 – Volg de veiligheidsvoorschriften voor de omgang met de batterij op. Straling Volgens de richtlijnen EN 62471:2009-03 (VDE 0837-471:2009-03), is de STILL Safety- Light en de lamp voor de waarschuwingszone (variant) ingeschaald in risicogroep 2 (gemid- deld risico), vanwege zijn potentiële fotobiolo- gische gevaar.
  • Pagina 78 Veiligheid Emissies  62 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 79 Overzichten...
  • Pagina 80 Overzichten Overzicht Overzicht  64 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 81 Overzichten Overzicht Hefmast Vorkenbord Beschermdak Hefcilinder Bestuurderscompartiment Verlichting achter Batterij (in het batterijcompartiment) Batterijdeur Aandrijfas Stuuras Verlichting voor Aanhangerkoppeling Vorken Contragewicht OPMERKING De uitrusting van de heftruck kan afwijken van de afgebeelde uitrusting. 56368011505 NL - 06/2023  -  15  65...
  • Pagina 82 Overzichten Bestuurderscompartiment Bestuurderscompartiment  66 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 83 Bekerhouder voor flessen met een maxima- Noodstopschakelaar le grootte van 1,5 liter Contactschakelaar Bestuurdersstoel Opbergvak Rijpedaal Display/regeleenheid ”STILL Easy Control” Rempedaal Bedieningselementen voor hydraulische en Verstelhendel van stuurkolom rijfuncties Opbergvak voor het bewaren van de bedie- ningsinstructies en de inbussleutel voor de...
  • Pagina 84 Display voor de rijrichting van de machine voor de lastdynamiek Helderheidssensor Favorietenbalk rechts ”STILL Easy Control” is een display- en bedie- ningspaneel van de derde generatie voor ge- motoriseerde transportwerktuigen. Deze wordt gebruikt als bedieningselement voor de gebruikelijke functies van de machine, zoals het bedienen van de verlichting en de  68...
  • Pagina 85 – Voor informatie over de andere displayop- ties, zie de originele bedieningsinstructies met de titel ”Display- en bedieningseenheid STILL Easy Control”. De display- en bedieningseenheid is aan de armleuning bevestigd, behalve bij machines met bediening met meerdere hendels. Als de...
  • Pagina 86 – Lees hiertoe het hoofdstuk ”Weergave-ele- menten” in de bedieningsinstructies ”Lithi- um-ionbatterijen” van STILL. 6209_003-002 Service-LED (rood) Temperatuur-LED (geel/rood) Ladingstoestand-LED's (rood/groen) Noodstopschakelaar ...
  • Pagina 87 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Bediening met meerdere hendels 6219_003-004_V3 Rijrichtingschakelaar Bedieningshendel voor voorzetapparatuur ”Hef-/daal” hendel (variant) ”Neig” hendel Functietoets voor de ”5e of 6e functie” (vari- Bedieningshendel voor voorzetapparatuur anten) (variant) Claxonknop Functietoets voor de ”5e functie” (variant) 56368011505 NL - 06/2023  -  15  71...
  • Pagina 88 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (1) uit- sluitend gebruikt om de cruisecontrolfunctie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uit- sluitend gekozen via de pedalen in de uitvoe- ring met tweepedalensysteem.  72 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 89 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Dubbele minihendel Rijrichtingschakelaar Functietoets ”F1” Kruishendel voor ”Voorzetapparatuur” 360°-hendel voor de ”hefmast” Functietoets voor de ”5e functie” Displayveld voor de hydraulische functies Claxonknop 56368011505 NL - 06/2023  -  15  73...
  • Pagina 90 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem ● (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (1) uitsluitend gebruikt om de cruisecontrol- functie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uitvoering met tweepedalensysteem. Het geautoriseerde servicecentrum kan ver- ●...
  • Pagina 91 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Drievoudige minihendel Rijrichtingschakelaar Functietoets voor de ”5e functie” Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch Claxonknop systeem 1” Functietoets ”F1” Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch 360°-hendel voor de ”hefmast” systeem 2 ” Displayveld voor de hydraulische functies 56368011505 NL - 06/2023  -  15  75...
  • Pagina 92 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem ● (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (1) uitsluitend gebruikt om de cruisecontrol- functie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uitvoering met tweepedalensysteem. Het geautoriseerde servicecentrum kan ver- ●...
  • Pagina 93 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Viervoudige minihendel Rijrichtingschakelaar Functietoets voor de ”5e functie” ”Neig” hendel Claxonknop Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch Functietoets ”F1” systeem 1” ”Hef-/daal” hendel Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch Displayveld voor de hydraulische functies systeem 2” 56368011505 NL - 06/2023  -  15  77...
  • Pagina 94 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem ● (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (1) uitsluitend gebruikt om de cruisecontrol- functie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uitvoering met tweepedalensysteem. Het geautoriseerde servicecentrum kan ver- ●...
  • Pagina 95 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Fingertip Claxonknop Rijrichtingschakelaar LED voor de ”5e functie” ”Hef-/daal” hendel Functietoets voor de ”5e functie” ”Neig” hendel LED voor de ”klemontgrendeling” Functietoets ”F1” Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch LED voor ”F1” systeem 1” Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch systeem 2” 56368011505 NL - 06/2023  - ...
  • Pagina 96 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem ● (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (7) uitsluitend gebruikt om de cruisecontrol- functie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uitvoering met tweepedalensysteem. Het geautoriseerde servicecentrum kan ver- ●...
  • Pagina 97 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Joystick 4Plus 6219_003-210_V2 Horizontale tuimelschakelaar voor de ”3e en LED voor de ”klemontgrendeling” (variant) 4e hydraulische functie”: de hefmast neigen Schuif voor de ”4e hydraulische functie” Pictogrammen voor de hydraulische func- Verticale tuimelschakelaar voor de ”rijrich- ties: heffen, dalen en sideshift ting”...
  • Pagina 98 Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Rijrichting- en knipperlichtmodu-  le (variant) De rijrichting- en knipperlichtmodule bevindt zich op de stuurkolom, onder het stuurwiel. OPMERKING Als de rijrichtingschakelaar op het bedienings- element defect is en de machine in een ge- varenzone stopt, kan de rijrichtinghendel op de rijrichting- en knipperlichtmodule worden gebruikt voor rijden in noodgevallen.
  • Pagina 99 Bediening...
  • Pagina 100 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Visuele controles en werking controleren  WAARSCHUWING Verwondingsgevaar als u uit de machine valt! Als u op de machine klimt, bestaat er ge- vaar dat u bekneld raakt, uitglijdt of valt. Gebruik geschikte uitrusting om bij...
  • Pagina 101 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Component Maatregelen Voer een visuele controle uit om te garanderen dat Hefkettingen de kettingen intact zijn en voldoende en gelijkmatig gespannen zijn. Controleer of de voorzetapparatuur goed is beves- tigd volgens de bedieningsinstructies van de fabri- kant.
  • Pagina 102 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Component Maatregelen Controleer de batterijstekker en de stekkerverbin- ding op vocht en op eventueel binnengedrongen ongewenst materiaal en verwijder dit indien van toe- passing, bijvoorbeeld met perslucht. Batterijstekker en stekkerverbinding Controleer visueel op intactheid en vervorming. Controleer de contacten.
  • Pagina 103 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Component Maatregelen Om alle beschikbare hydraulische functies één keer te activeren, bedient u alle hydraulische bedienings- elementen één keer. In principe geldt het volgende: Als de hydrauliekkleppen gedurende lange tijd niet zijn bediend, kan hun werking worden aangetast. Werkhydrauliek Dit geldt ongeacht het type en ontwerp van de hy- drauliekkleppen.
  • Pagina 104 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik In- en uitstappen  WAARSCHUWING Verwondingsgevaar bij het in- en uitstappen doordat u uitglijdt, machinedelen raakt of vast komt te zitten! Er bestaat uitglijgevaar als de afdekking van de voet- ruimte vuil is of als er olie op is gemorst. Bij het uitstappen bestaat het gevaar dat u uw hoofd stoot aan de stijl van het beschermdak of dat uw kleding ergens aan vast blijft haken.
  • Pagina 105 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Om makkelijker in en uit te stappen, gebruikt u  de voetruimte (4) als trede en de greep (1) als ondersteuning. De stijl van het beschermdak (2) kan eveneens als steun dienen. Stap altijd voorwaarts in de heftruck: –...
  • Pagina 106 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Stuurkolom verstellen  – Trek de hendel (2) omhoog en houd hem in deze positie om de stuurkolom te verstellen. – Zet de stuurkolom (1) in de gewenste stand, duw de hendel vervolgens weer omlaag en zorg dat de stuurkolom wordt vergrendeld.
  • Pagina 107 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik OPMERKING Als de hoek van het display- en bedieningspa- neel tijdens het rijden verandert, haalt u de inbusbouten aan. Hierdoor wordt het display- en bedieningspaneel steviger in de steun be- vestigd. Werking van de assistentiesys- temen controleren Het controleren van de assistentiesystemen is een van de controles en taken die moeten...
  • Pagina 108 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Ontgrendel de noodstopschake-  laar – Draai de noodstopschakelaar (1) rechtsom totdat deze naar buiten springt. Noodstopfunctie controleren   WAARSCHUWING De elektrische rembekrachtiging werkt niet als de noodstopschakelaar wordt bediend! Door de noodstopschakelaar te bedienen, worden de aandrijvingen losgekoppeld van de voeding.
  • Pagina 109 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Claxon bedienen  De claxon wordt gebruikt om personen te waarschuwen voor dreigend gevaar of om kenbaar te maken dat u wilt inhalen. – Druk op de claxonknop (1). De claxon klinkt. 56368011505 NL - 06/2023  -  15  93...
  • Pagina 110 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Bestuurderscabine  GEVAAR Levensgevaar in geval van naar buiten vallen wan- neer de machine mocht kantelen! Om te voorkomen dat de bestuurder bij kantelen van de heftruck onder de heftruck glijdt en bekneld raakt, moet er een veiligheidssysteem aanwezig zijn en worden gebruikt.
  • Pagina 111 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik 56368011505 NL - 06/2023  -  15  95...
  • Pagina 112 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Remsysteem op een goede werking controleren  GEVAAR Ongevallenrisico door een defect in het remsys- teem! Als het remsysteem niet werkt, kan de machine niet voldoende worden afgeremd. – U mag niet met uw machine rijden wanneer het remsysteem defect is.
  • Pagina 113 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik – Accelereer de heftruck zonder last op een vrije ruimte. – Trap het rempedaal (1) stevig in. De machine moet duidelijk afremmen. Parkeerrem op een steile helling of oprit van een laadperron controleren  GEVAAR Er bestaat levensgevaar wanneer de machine wegrolt! Als de parkeerrem niet wordt ingescha-...
  • Pagina 114 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik – Accelereer de machine naar loopsnelheid. – Druk op de noodstopschakelaar. OPMERKING Als de noodstopschakelaar wordt bediend, dient er op het volgende te worden gelet: De elektrische rem is uitgeschakeld. De ● machine reageert niet meer op het rijpe- daal.
  • Pagina 115 Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik garanderen, moet de hydraulische olie op be- drijfstemperatuur zijn. – Rijd ca. 5 minuten met de machine en be- dien de rem meerdere malen. – Bedien alle hydraulische heffuncties meer- dere malen. De lastdynamiek beperken tot lastprogramma ...
  • Pagina 116 Bediening Bestuurdersstoel Bestuurdersstoel Bestuurdersstoel MSG 65 en MSG 75 verstellen  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door plotselinge verstelling van de stoel of de rugleuning! Onbedoelde verstelling van de stoel of de rugleuning kan leiden tot ongecontroleerde bewegingen van de bestuurder. Hierdoor kunnen de stuurinrichting of de bedieningselementen onbedoeld worden bediend.
  • Pagina 117 Bediening Bestuurdersstoel Bestuurdersstoel verschuiven  – Breng de hendel (1) omhoog en houd hem in die stand. – Duw de bestuurdersstoel in de gewenste stand. – Laat de hendel los. – Zorg ervoor dat de bestuurdersstoel goed op zijn plaats zit. 7094_003-006 Rugleuning verstellen ...
  • Pagina 118 Bediening Bestuurdersstoel Vering van stoel MSG 65/MSG 75 ver-  stellen OPMERKING De bestuurdersstoel MSG 65/MSG 75 is ont- worpen voor personen tussen de 45 kg en 170 kg. De bestuurdersstoel kan op het ge- wicht van de betreffende bestuurder worden afgesteld. Om de stoelvering optimaal te ver- stellen, moet de bestuurder tijdens het verstel- len op de stoel zitten.
  • Pagina 119 Bediening Bestuurdersstoel – Draai de contactschakelaar in de stand ”I”. De stoel wordt automatisch afgesteld op het gewicht van de bestuurder. Horizontale vering (variant) in lengte-  richting verstellen Als de bestuurdersstoel is uitgerust met de va- riant met ”horizontale vering in lengterichting”, worden schokken in de rijrichting gedempt door de extra stoelvering.
  • Pagina 120 Bediening Bestuurdersstoel Verlengde rugleuning (variant) verstel-  – Verstel de verlengde rugleuning (7) door deze in de gewenste stand uit te trekken of in te schuiven. Als u de verlengde rugleuning wilt verwijderen, moet deze met een ruk omhoog worden ge- trokken tot voorbij...
  • Pagina 121 Bediening Bestuurdersstoel Bestuurdersstoel voor achteruitrijden  naar rechts zwenken (variant)  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door zwenken van de stoel. Als de bestuurdersstoel wordt gezwenkt terwijl de machine in beweging is, is de stoelpositie instabiel. – Zwenk de bestuurdersstoel alleen wanneer de machine stilstaat. De bestuurdersstoel kan naar rechts worden gezwenkt om het achteruitrijden te verge- makkelijken.
  • Pagina 122 Bediening Bestuurdersstoel Veiligheidsgordel  GEVAAR Verwondingsgevaar wanneer de ma- chine kantelt! Zelfs bij gebruik van een goedge- keurd veiligheidssysteem bestaat er nog steeds een restrisico dat de bestuurder gewond raakt wanneer de machine kan- telt. Dit verwondingsgevaar kan worden ver- minderd door het gecombineerde ge- bruik van het veiligheidssysteem en de veiligheidsgordel.
  • Pagina 123 Bediening Bestuurdersstoel Veiligheidsgordel omdoen   GEVAAR Levensgevaar tijdens het rijden wanneer u geen veiligheidsgordel draagt! Als de veiligheidsgordel niet wordt omgedaan en de machine kantelt of tegen een obstakel rijdt, kan de bestuurder uit de machine worden geslingerd. De bestuurder kan onder de machine terechtkomen of tegen een obstakel botsen.
  • Pagina 124 Bediening Bestuurdersstoel – Controleer de spanning van de veiligheids- gordel. De gordel moet strak op het lichaam aansluiten. Speciaal kenmerk bij machines met een cabine (variant) Als de machine is uitgerust met een cabi- ne (variant), is deze uitgerust met een cabi- nedeursensor.
  • Pagina 125 Bediening Bestuurdersstoel Veiligheidsgordel losmaken – Druk op de rode knop (4) van de gordelslui-  ting (1). – Geleid de tong van de gordel langzaam met de hand terug naar het oprolmechanisme. OPMERKING Laat de veiligheidsgordel langzaam oprollen. Het automatische blokkeermechanisme kan worden geactiveerd als de tong van de gordel tegen het huis slaat.
  • Pagina 126 Bediening Bestuurdersstoel Armleuning verstellen  GEVAAR Er bestaat een ongevallenrisico als de armleuning plotseling omlaag gaat en de bestuurder daardoor op een ongecontroleerde manier beweegt. Hierdoor kunnen onbedoeld de stuurinrichting of bedieningselementen worden bediend waardoor de machine of last ongecontroleerde bewegingen maakt.
  • Pagina 127 Bediening Inschakelen Inschakelen Inschakelen met de contact- schakelaar  WAARSCHUWING Voordat de heftruck wordt ingeschakeld, moeten alle vereiste controles en werkzaamheden vóór het dage- lijkse gebruik zijn uitgevoerd zonder dat er gebreken zijn vastgesteld. – Voer de ”visuele controles en functietesten” uit. –...
  • Pagina 128 Bediening Inschakelen Hoofdscherm  Geselecteerd rijprogramma met display voor de rijdynamiek 08:20 Lastinformatie (varianten) Statusbalk: batterijlading, draaiuren, tijd 7° Geselecteerd lastdynamiekprogramma 2,71 met dynamische balk Indicator voor richtingaanwijzer ”rechts” Rijsnelheid of parkeerrem  Indicator voor richtingaanwijzer ”links” Rijrichtingindicator ”achteruit” Rijrichtingindicator ”vooruit” Stuurhoekindicatie Er kan extra informatie op het display verschij- nen.
  • Pagina 129 Bediening Inschakelen De variant met ”inschakelen met een druk-  knop” is alleen beschikbaar in combinatie met de variant ”FleetManager” of ”toegangsautori- satie met pincode”. In plaats van een contact- schakelaar heeft de heftruck een drukknop (1) om de heftruck in en uit te schakelen. –...
  • Pagina 130 Bediening Display- en bedieningspaneel Display- en bedieningspaneel Bediening van het display- en bedieningspaneel 08:20 7° 2,71 km/h 6219_003-310 Het display- en bedieningspaneel wordt bediend met de besturings- en entertoet- sen(5...8) en de softkeys (4, 10). Het dis- play(2) toont informatie over het huidige rij- programma, het laadprogramma en de con- figuratie van de favorietenbalken (1, 3).
  • Pagina 131 Bediening Display- en bedieningspaneel Functies van de besturings- en entertoetsen Aanduiding Positie Functies De softkeys komen overeen met de aangrenzende functies of invoeropties. Als functies zijn opgeslagen in de favorietenbalken (1, 3), kunnen deze functies worden in- en uitgeschakeld door op Softkeys 4, 10 de naastgelegen softkey te drukken.
  • Pagina 132 Bediening Display- en bedieningspaneel OPMERKING Wij raden de beheerder van de heftruckvloot aan deze pincode te wijzigen met diens toe- gangsautorisatie. Zie ook de paragraaf ”Toe- gangsautorisatie voor de vlootbeheerder (vari- ant)”. Na het inschakelen van de contactschakelaar  verschijnt het invoermenu Toegangsauto- risatie Alle hydraulische functies en de functies van...
  • Pagina 133 Bediening Display- en bedieningspaneel – Druk op de softkey    Service – Druk op de scrolltoetsen    totdat het  menu verschijnt. Pincodes wijzigen – Druk op de softkey Pincodes wijzigen Kalibreren – Volg de instructies op het display. Hydraul.
  • Pagina 134 Bediening Display- en bedieningspaneel Er zijn drie opties beschikbaar voor de vari- ant ”Toegangsautorisatie voor de vlootbeheer- der”: Geen wachtwoord voor de vlootbeheer- Toegang tot de configuratiemenu's is niet ingeschakeld. Als toegang op een later tijdstip vereist is, moet het geautoriseer- de servicecentrum een wachtwoord voor de vlootbeheerder instellen.
  • Pagina 135 Bediening Display- en bedieningspaneel – Druk op de softkey  Toegangsautori-   satie Display-instellingen Configuratie van favorieten Machine-instellingen Service Toegangsautorisatie Vlootbeheerder 6219_003-267_V2_nl Op het display verschijnt het menu voor  Toe- gangsautorisatie – Voer het wachtwoord van de vlootbeheer- der in met behulp van de softkeys. –...
  • Pagina 136 Bediening Display- en bedieningspaneel De melding  Toegangsautorisatie vlootbeheerder vrijgeschakeld  wordt weergegeven. – Druk ter bevestiging op de softkey  Het display keert terug naar het menu Instel- Toegangsautorisatie lingen. Vlootbeheerder Als het onjuiste wachtwoord wordt ingevoerd, vrijgeschakeld wordt de melding weer- Wachtwoord fout gegeven.
  • Pagina 137 Bediening Display- en bedieningspaneel – Druk op de scrolltoetsen    totdat  het menu Wachtw. (toegangsaut.) verschijnt. wijzigen – Druk op de softkey Versie-overzicht Wachtw. (toe- gangsaut.) wijzigen – Volg de instructies op het display. Kalibreren Hydraul. systeem drukloos maken Schoksensor Wachtw.
  • Pagina 138 Bediening Pre-Shift Check Pre-Shift Check Beschrijving van de Pre-Shift Check (variant) De Pre-Shift Check is een geleide dialoog op het display- en bedieningspaneel. Deze helpt de bestuurder ook om de noodzakelijke ”vi- suele controles en functietests” uit te voeren voorafgaand aan het dagelijkse gebruik. Na- dat de heftruck is ingeschakeld, moet de be- stuurder vragen over de toestand van de vork- heftruck beantwoorden met...
  • Pagina 139 Bediening Pre-Shift Check de vlootbeheerder deze beperkingen reset- ten. De vlootbeheerder kan de vraagvolgorde ● aangeven. Procedure – Schakel de machine in. De vraag Is de machine klaar voor wordt standaard weergegven. De- gebruik? ze vraag heeft geen betrekking op beperkin- gen voor de functies van de machine.
  • Pagina 140 Bediening Pre-Shift Check – Druk op de toets Terug  om terug te  gaan naar de Pre-Shift Check. – Beantwoord de vraag op basis van het re- Pre-S sultaat van de functietest. De volgende vraag verschijnt. 6,89 Pre-Shift Check 0,0° afsluiten met OPMERKING Als er geen vragen betreffende de Pre-Shift...
  • Pagina 141 Bediening Pre-Shift Check Het geautoriseerde servicecentrum kan deze vragenlijst gebruiken om de Pre-Shift Check tijdens de inbedrijfstelling samen te stellen: Zijn de vorken beschadigd (bijv. verbogen of gescheurd)? Zijn de vorken stevig bevestigd en zijn de vergrendelingen onbe- schadigd? Zijn de rolgeleidingen van de hefmast en het hefmachinisme vol- doende gesmeerd? Zijn de lastkettingen beschadigd? Zijn de hefkettingen voldoende gespannen en gelijkmatig belast?
  • Pagina 142 Bediening Pre-Shift Check Is het motorcompartiment vuil of bevat het ongewenste voorwer- pen? Is de hefmast of het vorkenbord duidelijk beschadigd? Werkt de werkhydrauliek naar behoren volgens de labels? Zijn de spiegels vuil of beschadigd? Is de gastank of de bevestiging ervan duidelijk beschadigd? Zijn er ongebruikelijke geluiden te horen wanneer de machine wordt gebruikt? Is er andere duidelijke schade aan de machine?
  • Pagina 143 Bediening Pre-Shift Check – Druk op de scrolltoetsen    totdat het  menu verschijnt. Pre-Shift Check – Druk op de softkey  Pre-Shift Check Meldingslijst Onderhoudsinterval Versie-overzicht Pre-Shift Check Kalibreren Vlootbeheerder 6219_003-268_nl Het menu verschijnt.  Pre-Shift Check – Druk op de softkey Volgorde van de vragen Geschiedenis...
  • Pagina 144 Bediening Pre-Shift Check Als u op de softkey drukt, kunt u vaste of wille-  keurige volgorde van de vragen selecteren. De oranje activeringsbalk geeft de huidige se- lectie weer. Vaste volgorde – Druk op de hoofdschermtoets  om het hoofdscherm te openen. Toevallige volgorde Vlootbeheerder 6219_003-273_nl...
  • Pagina 145 Bediening Pre-Shift Check – Druk op de scrolltoetsen    totdat het  menu verschijnt. Pre-Shift Check – Druk op de softkey  Pre-Shift Check Meldingslijst Onderhoudsinterval Versie-overzicht Pre-Shift Check Kalibreren Vlootbeheerder 6219_003-268_nl Het menu verschijnt.  Pre-Shift Check – Druk op de softkey Geschiedenis Geschiedenis Beperking resetten...
  • Pagina 146 Bediening Pre-Shift Check Het display met  Pre-Shift Check-re- wordt geopend. sultaten Dit display toont alle controles en beantwoor- Resultaten Pre-Shift Check de vragen met de datum en tijd. 27.09.19 15:11 nicht ok Druk op de scrolltoetsen    om meer re- Funktioniert die Feststellbremse einwandfrei? sultaten te bekijken.
  • Pagina 147 Bediening Pre-Shift Check – Druk op de softkey    Service – Druk op de scrolltoetsen    totdat het  menu verschijnt. Pre-Shift Check – Druk op de softkey  Pre-Shift Check Meldingslijst Onderhoudsinterval Versie-overzicht Pre-Shift Check Kalibreren Vlootbeheerder 6219_003-268_nl 56368011505 NL - 06/2023  -  15  131...
  • Pagina 148 Bediening Pre-Shift Check Het menu verschijnt.  Pre-Shift Check – Druk op de softkey  Begin ploegen- dienst Geschiedenis Beperking resetten Begin ploegendienst Volgorde van de vragen Vlootbeheerder 6219_003-269_nl In dit menu kunt u de te definiëren ploegen-  dienst en de begintijd oproepen. De oranje activeringsbalk geeft aan welke diensten zijn geactiveerd.
  • Pagina 149 Bediening Pre-Shift Check In dit menu kunt u het begin van de dienst  definiëren. – Voer de tijd in met de softkeys  0 t/m 9 Begin ploegendienst 1 – Als u de instelling wilt , drukt u op opslaan de toets Het begin van de ploegendienst is nu gedefini- eerd.
  • Pagina 150 Bediening Pre-Shift Check – Druk op de scrolltoets  om de ploegen-  dienst te deactiveren. – Druk ter bevestiging op de toets Begin ploegendienst 1 De tijd wordt grijs weergegeven. De dienst wordt gedeactiveerd. Het display keert dan terug naar het vorige menu. Er is geen activeringsbalk naast deze ploegen- Begin ploegen- dienst.
  • Pagina 151 Bediening Pre-Shift Check – Druk op de scrolltoetsen    totdat het  menu verschijnt. Pre-Shift Check – Druk op de softkey  Pre-Shift Check Meldingslijst Onderhoudsinterval Versie-overzicht Pre-Shift Check Kalibreren Vlootbeheerder 6219_003-268_nl Het menu verschijnt.  Pre-Shift Check – Druk op de softkey  Beperking reset- Geschiedenis Beperking resetten...
  • Pagina 152 Bediening Pre-Shift Check Er verschijnt een vraag waarin u wordt ge-  vraagd of u de beperkingen van de machine wilt resetten. – Druk ter bevestiging op de softkey  Het volledige bereik van de apparaatfuncties Beperkingen van de heftruck resetten? De invoer blijft is nu beschikbaar.
  • Pagina 153 Bediening Bestuurdersprofielen Bestuurdersprofielen Bestuurdersprofielen (variant)  Met deze variant kunnen maximaal tien indivi- duele bestuurdersprofielen worden gemaakt. Nadat het aanmelden wordt de bestuurder begroet met de geselecteerde naam. Zodra de softkey  wordt ingedrukt, verschijnt het Hallo, 0,0° hoofddisplay. Horst Als het apparaat is uitgerust met de va- rianten ”Toegangsautorisatie met pincode”...
  • Pagina 154 Bediening Bestuurdersprofielen Bestuurdersprofielen selecteren Als het apparaat is uitgerust met de va- rianten ”Toegangsautorisatie met pincode” of ”FleetManager”, is het bijbehorende be- stuurdersprofiel actief na het aanmelden. Als het apparaat niet is uitgerust met deze varian- ten, moeten bestuurders hun profielen hand- matig selecteren.
  • Pagina 155 Bediening Bestuurdersprofielen De oranje activeringsbalk geeft de huidige se-  lectie weer. – Druk op de softkey voor het gewenste be- stuurdersprofiel. Guido Het bestuurdersprofiel is actief. De bestuurder wordt begroet met de geselecteerde naam Horst wanneer het apparaat de volgende keer wordt ingeschakeld.
  • Pagina 156 Bediening Bestuurdersprofielen – Druk op de softkey  Bestuurderspro-   fielen Bestuurdersprofielen Machine-informatie Display-instellingen Configuratie van favorieten Machine-instellingen 6219_003-293_nl Dit menu biedt opslagruimte voor het opslaan  van tien bestuurdersprofielen. – Druk op de softkey voor de gewenste op- slaglocatie. Guido Horst OPMERKING...
  • Pagina 157 Bediening Bestuurdersprofielen Het menu wordt weer-  Naam bestuurder gegeven. – Gebruik de softkeys om de gewenste naam in te voeren. Naam bestuurder – Druk ter bevestiging op de toets Het bestuurdersprofiel is actief. De bestuurder wordt na de volgende aanmelding begroet met Naam bestuurder invrn de geselecteerde naam.
  • Pagina 158 Bediening Bestuurdersprofielen – Druk op de softkey   Bestuurderspro- fiel hernoemen Rijprogramma's Bestuurdersprofiel hernoemen 6219_003-298_nl Het menu wordt weer-  Naam bestuurder gegeven. – Gebruik de softkeys om de gewenste naam in te voeren. Naam bestuurder – Druk ter bevestiging op de toets Naam wijzigen door de vlootbeheerder Naam bestuurder invrn –...
  • Pagina 159 Bediening Bestuurdersprofielen – Druk op de softkey   Bestuurderspro- fielen beheren Voorkeuze hefhoogte Extra hydr. systeem Pincodes wijzigen Bestuurdersprofielen beheren Boordbatterijlader Vlootbeheerder 6219_003-296_nl – Druk op de softkey   Bestuurderspro- fiel hernoemen Bestuurdersprofiel hernoemen Bestuurdersprofielen verwijderen Vlootbeheerder 6219_003-297_nl 56368011505 NL - 06/2023  -  15  143...
  • Pagina 160 Bediening Bestuurdersprofielen Het menu wordt weer-  Naam bestuurder gegeven. – Gebruik de softkeys om de gewenste naam in te voeren. Naam bestuurder – Druk ter bevestiging op de toets Naam bestuurder invrn Horst = wissen = abc -> ABC = opslaan = Annuleren 6219_003-295_nl...
  • Pagina 161 Bediening Bestuurdersprofielen – Druk op de softkey  Bestuurderspro- fielen verwijderen Bestuurdersprofiel hernoemen Bestuurdersprofielen verwijderen Vlootbeheerder 6219_003-297_nl – Druk op de softkey voor het bestuurder-  sprofiel dat moet worden verwijderd. Het bestuurdersprofiel wordt verwijderd. Guido Horst Lisa Bestuurder 4 Beschikbare opslagpositie 5 6219_003-294_nl 56368011505 NL - 06/2023  - ...
  • Pagina 162 Symbolen voor de verlichting en hun beteke- Parkeerverlichting Koplampen Waarschuwingsknipperlichten Zwaailamp STILL SafetyLight Lamp voor waarschuwingszone Werklampen vóór Werklampen achter Werklampen dak Alleen de symbolen van verlichtingseenheden die op de machine zijn geïnstalleerd, kunnen worden geselecteerd. Wanneer een van de...
  • Pagina 163 Bediening Verlichting OPMERKING Als de machine is uitgerust met de ”StVZO”- variant (Duits wegenverkeersreglement), wer- ken de waarschuwingsknipperlichten ook wan- neer de machine is uitgeschakeld. Rijverlichting  – Om de parkeerverlichting in te schake- len (1), drukt u op de bijbehorende Softkey op het display- en bedieningspaneel.
  • Pagina 164 Bediening Verlichting Werklampen Werklampen vóór en achter  – Om de werklampen vóór (3) in te schake- len, drukt u op de bijbehorende Softkey op het display- en bedieningspaneel. De werklampen vóór gaan branden. – Om de werklampen vóór (3) uit te schake- len, drukt u opnieuw op de Softkey.
  • Pagina 165 Bediening Verlichting OPMERKING Afhankelijk van de configuratie worden de werklampen op het dak automatisch ingescha- keld wanneer het vorkenbord wordt geheven. Werklamp voor achteruitrijden (variant) Bij deze uitrustingsvariant is een werklamp voor achteruitrijden gemonteerd aan de ach- terzijde van het beschermdak, die zorgt voor een optimale verlichting van de rijbaan tijdens het achteruitrijden.
  • Pagina 166 Bediening Verlichting – Beweeg de hendel (1) in de gewenste rich-  ting om de linker of rechter richtingaanwij- zer in te schakelen. 6219_003-098 De richtingaanwijzers en de richtingaanwijzer-  display (2) of (3) knipperen op het bedienings- paneel. 08:20 – Duw de hendel (1) terug naar de middelste stand om de richtingaanwijzers uit te scha- 7°...
  • Pagina 167 Bediening Verlichting Waarschuwingsknipperlichten  Waarschuwingsknipperlichten in- en uitscha- kelen is verschillend voor machines met en zonder de StVZO-variant (Duits wegenver- keersreglement). – Om de waarschuwingsknipperlichten in te schakelen, drukt u op de bijbehorende Soft- key op het display- en bedieningspaneel. Alle richtingaanwijzers en de richtingaanwij- zerdisplays op het display- en bedieningspa- neel knipperen.
  • Pagina 168 Duitse ver- keersregels (StVO) gelden. Dit heeft betrekking op de volgende verlich- tingsvarianten: STILL SafetyLight en STILL Safety- ● Light 4Plus Waarschuwingszonelamp en waarschu- ● wingszonelamp plus Werklamp ●...
  • Pagina 169  WAARSCHUWING Gevaar van oogletsel door in de STILL SafetyLight® en STILL Safety- Light 4Plus® te kijken. Kijk niet in de STILL SafetyLight® of STILL SafetyLight 4Plus®. STILL SafetyLight® en STILL Safety- Light 4Plus® zijn visuele waarschuwingseen- heden waarmee in rijomgevingen met slecht zicht (zoals gangpaden, hoge stellingen) en op onoverzichtelijke kruisingen voertuigen...
  • Pagina 170 Afhankelijk van de configuratie van de machi- ne, wordt de STILL SafetyLight® of STILL Sa- fetyLight 4Plus® automatisch ingeschakeld wanneer de machine rijdt. Dit betekent dat deze bijvoorbeeld tijdens achteruitrijden (va- riant) kan worden gebruikt als extra ver- lichting naast de werklamp voor achteruitrij-...
  • Pagina 171 Bediening Verlichting De waarschuwingszonelamp en de waarschu- wingszonelamp plus zijn gemonteerd op steu- nen op het beschermdak, zodat dat schokken en trillingen geen effect hebben. De waarschuwingszonelamp projecteert een  lichtbalk naast de machine aan zowel de lin- ker- als rechterzijde van de machine of zelfs aan de achterzijde ervan.
  • Pagina 172 Bediening Verlichting – Zie de paragraaf ”afstellen van de lamp voor de waarschuwingszone” in het hoofd- stuk ”inzetbaarheid waarborgen” voor het afstellen van de lamp voor de waarschu- wingszone. Bij het bestellen van de machine kunt u kiezen tussen een blauwe of rode waarschuwingszo- nelamp (plus).
  • Pagina 173 7 km/u wordt er gematigder geaccelereerd. Bij afstanden tot ca. 40 m worden hierdoor lagere snelheden bereikt dan bij niet-geactiveerde efficiencymo- dus. De maximumsnelheid in de ”STILL Clas- sic”-modus is 20 km/u. Blue-Q is niet van invloed op de: Maximumsnelheid ●...
  • Pagina 174 Bediening Efficiency- en rijmodi Uitschakeling Stoelschakelaar De machine staat stil Rijrichting Cabineverwarming Ruitverwarming *Geen uitschakeling bij verlichting voor rijden op de weg (Duits wegenverkeersreglement) (vari- ant)  158 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 175 Bediening Efficiency- en rijmodi Blue-Q in- en uitschakelen – Om de efficiencymodus Blue-Q in te scha- kelen, drukt u op de softkey  Het Blue-Q-symbool  verschijnt op het dis- play- en bedieningspaneel en de efficiencymo- dus Blue-Q wordt ingeschakeld. – Als u de efficiencymodus Blue-Q wilt uit- schakelen, drukt u nogmaals op de betref- fende softkey.
  • Pagina 176 – Druk op de vereiste softkey. De oranje activeringsbalk verschijnt naast de softkey. Met de hoofdschermtoets  gaat u naar het hoofdscherm. STILL Classic en sprintmodus  De rijmodi beïnvloeden de rijeigenschappen van de machine. Er zijn twee verschillende rijmodi beschikbaar: STILL Classic Deze modus is actief nadat de machine is ingeschakeld.
  • Pagina 177 – Druk opnieuw op de softkey om de modus uit te schakelen. Het symbool verdwijnt en de modus wordt uit- geschakeld. De machine is teruggekeerd in de modus STILL Classic. Automatische uitschakeling van sprint- modus Als de heftruck in de sprintmodus op het maxi- male prestatieniveau wordt gebruikt, is het energieverbruik van de heftruck hoger.
  • Pagina 178 Bediening Rijden Rijden Veiligheidsvoorschriften voor het rijden Gedrag tijdens het rijden De bestuurder moet zich tijdens het rijden bin- nen het bedrijf aan de voorschriften voor het wegverkeer houden. De snelheid moet worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Zo moet de bestuurder bijvoorbeeld in boch- ten, in nauwe doorgangen, tijdens het rijden door klapdeuren, op onoverzichtelijke plaatsen en op een oneffen ondergrond langzaam rij-...
  • Pagina 179 Bediening Rijden  WAARSCHUWING Het bedienen van multimedia- of communicatieappa- ratuur en een te hoog geluidsvolume daarvan tijdens het rijden of het hanteren van lasten, kan de aan- dacht van de bestuurder afleiden. Er bestaat een ongevalrisico! – Gebruik dergelijke apparaten niet tijdens het rijden of het hanteren van lasten.
  • Pagina 180 Bediening Rijden De ruiten (variant, bijv. voorruit) en spiegels moeten altijd schoon en vrij van ijs zijn. Rijwegen Afmetingen van rijwegen en gangpad- breedtes De volgende afmetingen en gangpadbreedtes gelden onder de gespecificeerde voorwaarden om veilig manoeuvreren te garanderen. Er dient altijd te worden gecontroleerd of er een grotere gangpadbreedte nodig is, bijv.
  • Pagina 181 Bediening Rijden Rijden op op- en aflopende hellingen  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door uitschakeling van de rijaandrij- ving! Door het op- en afrijden van langere hellingen kan de aandrijfeenheid oververhit raken en worden uitge- schakeld. De heftruck remt dan niet af en rolt verder tot hij...
  • Pagina 182 Bediening Rijden Maximaal klimvermogen Maximaal klimvermogen (%) Model Type Met een last Zonder een last RX20-14C 6219 30,3 27,9 RX20-16C 6220 27,6 26,0 RX20-16 6221 28,0 27,4 RX20-16L 6222 27,4 28,7 RX20-18 6223 25,1 26,0 RX20-18L 6224 25,3 28,3 RX20-20L 6225 23,0 26,9...
  • Pagina 183 Bediening Rijden Toestand van rijwegen Rijwegen moeten voldoende bestraat en vlak zijn. Het oppervlak moet vrij van vuil en geval- len voorwerpen zijn. Afvoergoten, spoorwegovergangen en derge- lijke moeten zodanig geëgaliseerd zijn en, in- dien nodig, met rijplaten worden afgedekt dat er zo schokvrij...
  • Pagina 184 Bediening Rijden Rijprogramma's 1 t/m 3 selecte-  De machine heeft drie rijprogramma's met ver- schillende vooraf ingestelde rij- en remkarak- teristieken. In de regel geldt dat hoe hoger het nummer van het geselecteerde rijprogramma is, des te groter de rijdynamiek is. Het rijprogramma wordt via het display- en be- dieningspaneel geselecteerd onder het menu- item...
  • Pagina 185 Bediening Rijden Rijprogramma A of B selecteren  De machine heeft twee rijprogramma's met persoonlijke rij- en remkarakteristieken. In tegenstelling tot de vaste rijprogramma's ”1 t/m 3” kunnen de programma's ”A” en ”B” wor- den geconfigureerd. De procedure hiervoor wordt beschreven in de volgende paragraaf. Het rijprogramma wordt geselecteerd via het display- en bedieningspaneel onder het menu- item...
  • Pagina 186 Bediening Rijden Hier wordt de configuratie van de rijprogram- ma's uitgelegd aan de hand van Rijprogr. Het menu ver-  Rijprogr. A instellen schijnt. De volgende parameters kunnen worden inge- steld: ● Max. snelheid Bepaalt de maximumsnelheid (varieert af- hankelijk van het machinemodel). ●...
  • Pagina 187 Bediening Rijden Rijrichting kiezen  Voordat u met de machine gaat rijden, moet de rijrichting worden gekozen met de rijrich- tingschakelaar/rijrichtinghendel. De methode voor het bedienen van de rijrichtingschake- laar/rijrichtinghendel is afhankelijk van de be- dieningselementen die in de machine zijn aan- gebracht.
  • Pagina 188 Bediening Rijden Rijrichtingschakelaar bedienen  bij uitvoering met meerdere hen- dels – Voor de rijrichting ”vooruit” duwt u de rijrich- tingschakelaar (1) omlaag. – Voor de rijrichting ”achteruit” duwt u de rij- richtingschakelaar (1) omhoog. OPMERKING Als de rijrichtingschakelaar (1) defect is en de machine in een gevarenzone stopt, kan de rijrichtinghendel op de rijrichting- en knip- perlichtmodule (variant) worden gebruikt voor...
  • Pagina 189 Bediening Rijden Rijrichtingschakelaar bedienen  bij uitvoering met Fingertip – Voor de rijrichting ”vooruit” duwt u de rijrich- tingschakelaar (1) naar voren. – Voor de rijrichting ”achteruit” trekt u de rij- richtingschakelaar (1) naar achteren. OPMERKING Als de rijrichtingschakelaar (1) defect is en de machine in een gevarenzone stopt, kan de rijrichtinghendel op de rijrichting- en knip- perlichtmodule (variant) worden gebruikt voor...
  • Pagina 190 Bediening Rijden Rijrichtinghendel bedienen bij  uitvoering met rijrichting- en knipperlichtmodule – Voor de rijrichting ”vooruit”, duwt u de rij- richtinghendel (1) naar voren. – Voor de rijrichting ”achteruit” duwt u de rij- richtinghendel (1) naar achteren. Als alternatief kan de rijrichting ook worden gekozen met de rijrichtingschakelaars op de bedieningselementen voor de hydraulische functies.
  • Pagina 191 OPMERKING Afhankelijk van de uitrusting kunnen de vol- gende varianten van waarschuwingseenheden voor achteruitrijden aanwezig zijn: Er klinkt een geluidssignaal. ● Het lampje STILL SafetyLight gaat branden. ● De waarschuwingsknipperlichten knipperen. ● – Trap op het rijpedaal (3).  De machine rijdt in de gekozen rijrichting. De snelheid wordt geregeld door de stand van het rijpedaal.
  • Pagina 192 Bediening Rijden Van rijrichting veranderen – Haal uw voet van het rijpedaal. – Kies de gewenste rijrichting. – Trap op het rijpedaal. De machine rijdt in de gekozen rijrichting. OPMERKING Er kan ook tijdens het rijden van rijrichting worden veranderd. Terwijl u dat doet, kan uw voet op het gaspedaal blijven.
  • Pagina 193 Afhankelijk van de uitrusting kunnen de vol- gende varianten van waarschuwingseenheden voor achteruitrijden aanwezig zijn: Er klinkt een geluidssignaal. ● Het lampje STILL SafetyLight gaat branden. ● De waarschuwingsknipperlichten knipperen. ● De machine rijdt in de gekozen rijrichting. De snelheid wordt geregeld door de stand van het rijpedaal.
  • Pagina 194 Bediening Rijden OPMERKING De machine wordt tevens op zijn plaats ge- houden op op- of aflopende hellingen, zelfs als de elektrische parkeerrem niet is ingescha- keld.  GEVAAR Ongevallenrisico door defecte remmen! De rem met energieterugwinning werkt alleen als de machine is ingeschakeld, de noodstopschakelaar niet is geactiveerd en de parkeerrem is uitgescha- keld.
  • Pagina 195 Bediening Rijden Bedrijfsrem bedienen  De rem met energieterugwinning zet de acce- leratie-energie van de machine om in elektri- sche energie. Hierdoor wordt de machine af- geremd. – Om dit te doen, laat u het rijpedaal (1) los. – Als de remwerking onvoldoende is, trapt u op het rempedaal (2) om ook de bedrijfsrem te bedienen.
  • Pagina 196 Bediening Rijden Parkeerrem De bediening van de parkeerrem is afhankelijk van de parkeerrem waarmee uw heftruck is uitgerust. Mogelijke uitvoeringen zijn: Mechanische parkeerrem; zie H oofdstuk ⇒  ● OPMERKINGMechanische parkeerrem in- schakelenBladzijde, Koppeling deel 180 Elektrische parkeerrem; zie H oofdstuk ⇒  ●...
  • Pagina 197 Bediening Rijden Parkeerrem uitschakelen – Trek de parkeerremhendel (1) naar achter- – Duw de knop (2) omlaag en houd hem inge- drukt. – Beweeg de parkeerremhendel (1) helemaal naar voren en laat vervolgens zowel de hendel als de knop los. De parkeerrem wordt ontkoppeld. OPMERKING De parkeerremhendel gaat door middel van veerkracht automatisch naar de voorste stand...
  • Pagina 198 Bediening Rijden De bestuurder probeert de machine uit te ● schakelen zonder de parkeerrem te bedie- De machine begint ongeveer 20 seconden ● na inschakeling van de parkeerrem te rijden Activatie en interventie van de functie Oorzaak Gevolg Er klinkt een waarschuwingssignaal. De bestuurdersstoel wordt verlaten en de par- Als de bestuurder op de bestuurdersstoel gaat keerrem is niet aangetrokken.
  • Pagina 199 Bediening Rijden Elektrische parkeerrem (variant) inschakelen  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overre- den te worden wanneer de machine wegrolt. – Parkeer de machine niet op een hel- ling. – Verlaat de machine niet tot de par- keerrem is ingeschakeld. – In een noodgeval moet de machine bergafwaarts met keggen onder de wielen worden vastgezet om te voor- komen dat de machine wegrolt.
  • Pagina 200 Bediening Rijden Elektrische parkeerrem uitschakelen nadat de machine is ingeschakeld – Druk op de drukknop (1) om de parkeerrem  uit te schakelen. De machine wordt op zijn plaats gehouden door de rijmotor. De elektrische parkeerrem handmatig bedienen als de machine stilstaat Parkeerrem handmatig inschakelen –...
  • Pagina 201 Bediening Rijden Oorzaak Gevolg De elektrische parkeerrem wordt direct toege- past met een hoorbaar geluid. De machine wordt uitgeschakeld. De LED (2) brandt kortstondig continu tot de regeleenheden zijn uitgeschakeld. De elektrische parkeerrem wordt direct toege- De noodstopschakelaar is bediend. past met een hoorbaar geluid.
  • Pagina 202 Bediening Rijden OPMERKING Als de aandrijfeenheid niet werkt, kan de ma- chine worden afgeremd door op de drukknop (1) te drukken. De machine remt sterker als de drukknop ingedrukt wordt gehouden(1) of als er meerdere malen op wordt gedrukt. De elektrische parkeerrem kan niet worden uitge- schakeld door het rijpedaal in te trappen.
  • Pagina 203 Bediening Rijden Storingen in de elektrische par- keerrem  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overre- den te worden wanneer de machine wegrolt. – Parkeer de machine niet op een hel- ling. – Verlaat de machine niet tot de par- keerrem is ingeschakeld. –...
  • Pagina 204 Bediening Rijden – Druk een aantal keren achter elkaar op de knop (1), zodat de drukknop in totaal vijf seconden wordt bediend. De parkeerrem wordt hoorbaar ingeschakeld. Na loslaten van de drukknop maakt de par- keerrem geen geluid meer; als u een geluid hoort, betekent dit dat er korter dan vijf se- conden op de knop werd gedrukt.
  • Pagina 205 Bediening Rijden Activering en interventie door de functie ”Veilig parkeren” Oorzaak Gevolg De volgende melding verschijnt op het display: Parkeerrem kan niet worden inge- schakeld. De bestuurdersstoel wordt verlaten. De elektri- - Druk ter bevestiging op de softkey  sche parkeerrem kan niet worden ingeschakeld Er klinkt een waarschuwingssignaal wanneer of kon eerder niet worden ingeschakeld.
  • Pagina 206 Bediening Rijden Melding: Parkeerrem kan niet worden ingescha- keld Als de heftruckregeleenheid een storing in  de parkeerrem vaststelt, kan de machine niet worden uitgeschakeld. De melding ● Parkeerrem kan niet verschijnt op worden ingeschakeld het display-bedieningspaneel.  De LED (2) in de drukknop (1) knippert. ●...
  • Pagina 207 Bediening Rijden Stuurinrichting   GEVAAR Ongevallenrisico! Als het hydraulisch systeem uitvalt, bestaat er gevaar voor ongevallen, aangezien de stuureigen- schappen dan zijn veranderd. – Uw heftruck mag niet met een defecte stuurinrich- ting worden gereden. – Stuur de heftruck door het stuur (1) in de gewenste richting te draaien.
  • Pagina 208 Bediening Rijden Snelheidsbegrenzing in bochten  (Curve Speed Control) Deze functie reduceert de rijsnelheid van de machine naarmate de wieluitslag toeneemt, onafhankelijk van hoe ver het gaspedaal wordt ingetrapt. Als de stuurhoek bij het verlaten van de bocht weer kleiner wordt, versnelt de machine weer tot zover het gaspedaal is inge- trapt.
  • Pagina 209 Bediening Rijden Snelheidsbegrenzing bij geopen- de cabinedeur  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door plotselinge vertraging van de machine Als de cabinedeur wordt geopend terwijl de machine rijdt, wordt de machine automatisch afgeremd. – Houd de cabinedeur tijdens het rijden gesloten. Bij de uitrustingsvariant met ”cabine” wordt de cabinedeur bewaakt door een sensor.
  • Pagina 210 Bediening Rijden Snelheidsbegrenzing (variant)  De snelheidsbegrenzing (variant) is een func- tie die kan worden geconfigureerd door de vlootbeheerder. Hiermee wordt een maximum snelheid ingesteld, die permanent kan zijn of kan worden opgeroepen door de bestuurder. Deze functie helpt de bestuurder om zich te houden aan snelheidsbegrenzingen, bijv.
  • Pagina 211 Bediening Rijden – Druk op de softkey Snelheidsbegren- zing Het menu dat wordt geopend, biedt de volgen- de functies: ● Permanent Als deze functie is ingeschakeld, wordt de snelheid begrensd tot de vlootbeheerder de functie uitschakelt. ● Door op een toets te drukken Als deze functie is ingeschakeld, kan de bestuurder de snelheidsbegrenzing in- en uitschakelen door op de softkey...
  • Pagina 212 Bediening Rijden Cruisecontrol (variant)  Met de ”cruisecontrolfunctie” kan de bestuur- der een constante rijsnelheid over een redelij- ke afstand handhaven. Daarnaast kan de crui- secontrolfunctie worden gebruikt om te vol- doen aan alle snelheidsbeperkingen die van kracht zijn op het bedrijfsterrein. De cruisecon- trolfunctie werkt wanneer vooruit wordt gere- den met een snelheid van 6 km/h of sneller.
  • Pagina 213 Bediening Rijden – Druk op de softkey   De oranje activeringsbalk naast de softkey  gaat branden. De cruisecontrolfunctie is ge- 08:20 reed. Het grijs weergegeven symbool  (1) ver- schijnt op het display. De cruisecontrolfunctie uit stand-by ha- Als u opnieuw op de softkey  drukt, wordt de functie uit stand-by gehaald.
  • Pagina 214 Bediening Rijden – Bedien de rijrichtingschakelaar (2) voor  vooruitrijden. OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem (variant) wordt de rijrichtingschakelaar(2) uit- sluitend gebruikt om de cruisecontrolfunctie (variant) te activeren en te deactiveren.  198 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 215 Bediening Rijden De cruisecontrolfunctie is actief. De huidige  snelheid wordt opgeslagen. Twee pieptonen geven aan dat de cruisecon- 08:20 trolfunctie actief is. Het symbool  (4) ver- schijnt zwart op het display. – Haal uw voet van het rijpedaal. De machine rijdt nu met de geselecteerde snelheid tot de cruisecontrolfunctie weer wordt gedeactiveerd.
  • Pagina 216 Bediening Rijden Andere omstandigheden waaronder de appa- raatregeleenheid de cruisecontrolfunctie deac- tiveert, zijn: Bestuurdersstoel verlaten ● Rijsnelheid lager dan 2,5 km/h. ● Snelheidsbegrenzing ingesteld op minder ● dan 4,5 km/h. het apparaatregeleenheid detecteert afwij- ● kingen, bijvoorbeeld batterijdeur open, bat- terijdrager niet ingeschoven. Als het rijpedaal onder deze omstandigheden wordt bediend, wordt de machine eerst via de aandrijfeenheid afgeremd.
  • Pagina 217 Bediening Parkeren Parkeren Heftruck beveiligd parkeren en uitschakelen  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overre- den te worden wanneer de machine wegrolt. – Parkeer de machine niet op hellingen. – In een noodgeval op een helling moet de heftruck bergafwaarts met keggen onder de wielen worden vastgezet.
  • Pagina 218 Bediening Parkeren – Laat het vorkenbord tot op de grond dalen.  – Neig de hefmast naar voren tot de vorkpun- ten op de grond rusten. – Schuif bij voorzetapparatuur (variant) de werkcilinders in; zie het hoofdstuk ”Algeme- ne instructies voor het bedienen van voor- zetapparatuur”.
  • Pagina 219 Bediening Parkeren – In de variant met ”drukknop voor contact”,  drukt u op de knop. (1) OPMERKING Contactsleutels, FleetManager-kaarten (vari- ant), FleetManager-transponderchips (variant) en de pincode voor de toegangsautorisatie (variant) mogen zonder uitdrukkelijke instruc- tie van de verantwoordelijke vlootbeheerder daartoe niet aan anderen worden gegeven.
  • Pagina 220 Bediening Heffen Heffen Uitvoeringen van de hefinrichting De beweging van het vorkenbord en van de hefmast wordt in hoge mate bepaald door de volgende uitrusting: De hefmast van de heftruck, zie ● H oofdstuk OPMERKINGHefmastuitvoerin- ⇒  genBladzijde, Koppeling deel 204 . De bedieningselementen voor aanstu- ●...
  • Pagina 221 Bediening Heffen Telescopische hefmast  Bij het heffen steekt de hefmast uit boven de buitenste hefcilinders. De hefmast neemt via de kettingen het vorkenbord mee. In deze situ- atie wordt het vorkenbord twee keer zo snel geheven als de binnenmast. De bovenkant (1) van de binnenmast kan daarbij...
  • Pagina 222 Bediening Heffen Triplexmast (variant)  Tijdens het heffen schuift de binnenste hefci- linder uit tot de vrije heffing (3) en vervolgens heffen de buitenste cilinders de binnenmast naar de maximale hoogte (2). Mono-hefmast ”Easy-View”  Bij het heffen steekt de binnenste hefmast uit boven de buitenste hefcilinders.
  • Pagina 223 Bediening Heffen Deze hefmast heeft een laag, smal ontwerp  om het transporteren van pallets gemakkelij- ker te maken. De bestuurder heeft een onbe- lemmerd zicht naar links en naar rechts langs de hefmast en kan ook over de hefmast kij- ken.
  • Pagina 224 Bediening Heffen  WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door vertraagde reactie van de machine! Als de hefbewegingen zo zijn geconfigureerd dat ze een lage dynamiek hebben, reageert de hefinrichting na een vertraging wanneer het bedieningselement wordt losgelaten, ook in noodgevallen. Het vorken- bord stopt niet onmiddellijk na het loslaten van de bedieningshendel.
  • Pagina 225 Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met  meerdere hendels  GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers, enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
  • Pagina 226 Bediening Heffen – Beweeg de ”hef-/daal”hendel (1) in de rich- ting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de ”hef-/daal”hendel (1) in de rich- ting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: – Beweeg de ”neig”hendel (2) in de richting van de pijl (C).
  • Pagina 227 Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met  dubbele minihendel  GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers, enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
  • Pagina 228 Bediening Heffen OPMERKING De machine is in de fabriek geconfigureerd ● conform de informatie op de sticker (1). De volgende stappen voor het verplaatsen het vorkenbord en de hefmast zijn gebaseerd op deze configuratie. De configuratie op basis van de sticker (2) ●...
  • Pagina 229 Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met  drievoudige minihendel  GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers, enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
  • Pagina 230 Bediening Heffen Vorkenbord heffen en laten dalen Vorkenbord heffen: – Beweeg de 360°-hendel voor de ”hef- mast” (3) in de richting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de 360°-hendel voor de ”hef- mast” (3) in de richting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: –...
  • Pagina 231 Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met  viervoudige minihendel  GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers. enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
  • Pagina 232 Bediening Heffen – Beweeg de ”hef-/daal”hendel (3) in de rich- ting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de ”hef-/daal”hendel (3) in de rich- ting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: – Beweeg de bedieningshendel voor de ”hef- mast” (4) in de richting van de pijl (C).
  • Pagina 233 Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met  Fingertip  GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers, enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
  • Pagina 234 Bediening Heffen – Beweeg de ”hef-/daal” hendel (4) in de rich- ting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de ”hef-/daal” hendel (4) in de rich- ting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: – Beweeg de ”neig” hendel (1) in de richting van de pijl (C).
  • Pagina 235 Bediening Heffen  WAARSCHUWING Ongevallenrisico ten gevolge van een bedienings- fout! In deze bedieningsinstructies wordt beschreven hoe de hefinrichting in de fabrieksconfiguratie moet wor- den bediend. Als het geautoriseerde servicecentrum een andere configuratie heeft geconfigureerd, moeten de nieuw aangebrachte pictogrammen worden opgevolgd om een veilige werking te garanderen.
  • Pagina 236 Bediening Heffen Hefmast neigen  Hefmast naar voren neigen: – Druk de horizontale tuimelschakelaar (3) naar links (C). Hefmast naar achteren neigen: – Druk de horizontale tuimelschakelaar (3) naar rechts (D). 6219_003-165_V3 Sideshift van het vorkenbord  Vorkenbord naar links verschuiven: – Duw de Joystick 4Plus (1) naar links (E). Vorkenbord naar rechts verschuiven: –...
  • Pagina 237 Bediening Heffen Dynamiek van de bewegingen van het hydraulisch systeem  WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door vertraagde reactie van de machine! Als de hefbewegingen zo zijn geconfigureerd dat ze een lage dynamiek hebben, reageert de hefinrichting na een vertraging wanneer het bedieningselement wordt losgelaten, ook in noodgevallen. Het vorken- bord stopt niet onmiddellijk na het loslaten van de bedieningshendel.
  • Pagina 238 Bediening Heffen hydraulisch systeem slechts langzaam ver- traagd. Hierdoor blijft het vorkenbord enige tijd wer- ken voordat de bewegingen stoppen. Lastprogramma's 1 t/m 3 selec-  teren De machine heeft drie lastprogramma's voor verschillende hefmodi van het vorkenbord en van de hefmast. Hoe hoger het nummer van het geselecteerde lastprogramma is, des te groter is de lastdynamiek.
  • Pagina 239 Bediening Heffen De lastdynamiek beperken tot lastprogramma  1 tijdens de opwarmfase OPMERKING Tijdens de opwarmfase wordt de lastingsdyna- miek beperkt tot lastprogramma 1. Het hier- naast afgebeelde symbool verschijnt op het display totdat de opwarmfase is voltooid. – Zie de paragraaf ”Hydraulische olie opwar- men bij...
  • Pagina 240 Bediening Heffen – Neem hiervoor contact op met het geautori- seerde servicecentrum. Vorken vervangen  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overreden te worden wanneer de machine wegrolt. – Parkeer de machine niet op een helling. – Schakel de parkeerrem in. – Vervang de vorkverlenging op een afgezette, veili- ge locatie en op een vlakke ondergrond.
  • Pagina 241 Bediening Heffen Verwijderen  – Selecteer de pallet afhankelijk van de leng- te van de vorken. – Plaats de pallet links of rechts naast het vorkenbord. – Hef het vorkenbord totdat de onderzijde van de vorken ca. 3 cm hoger is dan de pallet- hoogte.
  • Pagina 242 Bediening Heffen Vorkverlenging (variant)  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overreden te worden wanneer de machine wegrolt. – Parkeer de machine niet op een helling. – Schakel de parkeerrem in. – Vervang de vorkverlenging op een afgezette, veili- ge locatie en op een vlakke ondergrond.  WAARSCHUWING Er bestaat verwondingsgevaar! Er bestaat beknellingsgevaar door het gewicht van...
  • Pagina 243 Bediening Heffen Aanbrengen   GEVAAR Levensgevaar door vallende last! De vorkverlenging moet met ten minste 60% van de lengte ervan op de vork rusten. De vorkverlenging mag maximaal 40% uitsteken buiten het uiteinde van de vorken. Bovendien moet de vorkverlenging zoda- nig worden vastgezet dat de vorkverlenging niet van de vork kan afglijden.
  • Pagina 244 Bediening Heffen Werken met omkeerbare vorken (variant) Omkeerbare vorken (1) kunnen worden ge-  bruikt om een extra hefhoogte te bereiken. De omkeerbare vorken worden op dezelfde ma- nier als standaardvorken op het vorkenbord gemonteerd. Lasten mogen worden geheven op en onder de omkeerbare vorken. De hef- mast kan zoals gewoonlijk naar voren en ach- teren kantelen.
  • Pagina 245 Bediening Heffen – Als vorken worden omgekeerd voor een ho- gere hefhoogte, gebruikt u alleen omkeer- bare vorken. – Gebruik geen vorkverlenging (variant). – Als het assistentiesysteem ”lastmeting” (va- riant) aanwezig is, voert u functie ”tarra” uit. – Rijd alleen met de machine wanneer het lastzwaartepunt (2) zich maximaal 600 mm boven de grond bevindt.
  • Pagina 246 Bediening Heffen Lastkettingen niet gespannen  GEVAAR Gevaar van een vallende last! – Let er tijdens het laten zakken van de last op dat de ketting(en) niet slap wordt/worden. Slappe kettingen kunnen bijvoorbeeld de vol- gende oorzaken hebben: Het vorkenbord of de last rust op de stel- ●...
  • Pagina 247 Bediening Heffen OPMERKING Alleen de noodbesturingsfunctie blijft beschik- baar. 56368011505 NL - 06/2023  -  15  231...
  • Pagina 248 Bediening Hanteren van lasten Hanteren van lasten Veiligheidsvoorschriften voor het  hanteren van lasten In de volgende paragrafen zijn de veiligheids- voorschriften voor het hanteren van lasten op- genomen.  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten of als delen van de heftruck dalen. –...
  • Pagina 249 Bediening Hanteren van lasten  GEVAAR Levensgevaar door verlies van de stabiliteit van de machine! Overschrijd nooit het op het lastindicatieplaatje aan- gegeven hefvermogen. Dit geldt voor compacte en homogene lasten. Als deze waarden worden over- schreden, kunnen de stabiliteit en de stijfheid van de vorken en hefmast niet worden gegarandeerd.
  • Pagina 250 Bediening Hanteren van lasten basislastindicatieplaatje 6219_003-337 basislastindicatieplaatje Toegestane hefhoogte Gewicht van de te heffen last Afstand tussen het lastzwaartepunt en de vorkrug Er is altijd ten minste één lastindicatieplaa- tje aanwezig op de machine: het basislastin- dicatieplaatje. Hierop staat het hefvermogen alleen voor vorken zonder het voorzetappa- raat.
  • Pagina 251 Bediening Hanteren van lasten Voorbeeld voor het lezen van het lastindica-  tieplaatje: De positienummers in de afbeelding hiernaast komen overeen met de positienummers op het basislastindicatieplaatje. 5880 mm Afstand tussen het lastzwaartepunt en de vorkrug: 600 mm Toegestane hefhoogte: 5880 mm Gewicht van de te heffen last: 1000 kg Afstand tussen het lastzwaartepunt en de vorkrug is 600 mm (1).
  • Pagina 252 Bediening Hanteren van lasten Een grote sideshift maakt een sterk excentri-  sche lastpositie mogelijk. Een grote excentrici- teit van de last resulteert in een grote reductie van het hefvermogen van de machine. XZP150 100x40x1200 Aangezien niet-geïntegreerde voorzetappara- h(mm) tuur kan worden vervangen, zijn er meerdere 6580 resthefvermogenplaatjes op één machine mo- 5870...
  • Pagina 253 Bediening Hanteren van lasten Lasten oppakken Om een goede ondersteuning van de last te garanderen, moeten de vorken ver genoeg uit elkaar en zo ver mogelijk onder de last wor- den geschoven. Indien mogelijk moet de last tegen de vorkrug rusten.
  • Pagina 254 Bediening Hanteren van lasten heftruck, de werkuitrusting, de lastdrager (bijv. voorzetapparatuur) of de last. Hiertoe behoren ook de gebieden waarin lasten kunnen vallen of werkuitrusting kan vallen of worden neerge- laten.  GEVAAR Verwondingsgevaar! – Ga niet op de vork staan.  GEVAAR Verwondingsgevaar! –...
  • Pagina 255 Bediening Hanteren van lasten Pallets transporteren  In principe moeten lasten (bijv. pallets) afzon- derlijk worden getransporteerd. Het tegelijker- tijd transporteren van meerdere lasten is al- leen toegestaan als: op instructie van de leidinggevende per- ● soon en wanneer is voldaan aan de technische ver- ●...
  • Pagina 256 Bediening Hanteren van lasten Risico's door geheven lasten Slechtere remkarakteristieken en bestuur- ● baarheid Kantelen over de vooras ● Kantelen van de machine dwars op de rij- ● richting Beknellingsgevaar voor begeleidende per- ● sonen Slecht zicht ●  GEVAAR Stabiliteitsverlies! Verschuivende of slingerende hangende lasten kun- nen leiden tot verlies van stabiliteit waardoor de ma- chine kan kantelen.
  • Pagina 257 Bediening Hanteren van lasten Een last oppakken  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door een vallende last of dalende componenten van de machine. – Loop of sta nooit onder geheven lasten of vorken. – Overschrijd nooit de op het lastindicatieplaatje aangegeven maximale last. Anders kan de stabili- teit niet worden gegarandeerd.
  • Pagina 258 Bediening Hanteren van lasten – Positioneer de vorken.  – Zet de hefmast verticaal. – Hef het vorkenbord naar de stapelhoogte.  LET OP Risico van beschadiging van componenten! Let er wanneer u de vork in de stelling steekt op dat de stelling of de last niet beschadigd raakt.
  • Pagina 259 Bediening Hanteren van lasten – Hef het vorkenbord tot de last volledig op  de vork rust.  GEVAAR Ongevallenrisico! – Let goed op personen binnen de gevarenzone. – Controleer of de weg achter u vrij is.  GEVAAR Vanwege kantelgevaar mag de hefmast nooit wor- den geneigd bij...
  • Pagina 260 Bediening Hanteren van lasten – Neig de hefmast naar achteren.  Er kan met de last worden gereden. Zicht bepalen bij het rijden met een last 6219_003-336 Gebied dat niet zichtbaar is (max. 1085 mm) Last Lasthoogte (in rijpositie) Ooghoogte bestuurder 4000 mm (afstand naar voren vanaf de ach- terste hoek van de last wanneer deze zich in de rijpositie op het vorkenbord bevindt)
  • Pagina 261 Bediening Hanteren van lasten Als het gebied dat niet zichtbaar is groter is dan 1085 mm (EN16842-2/A3), dan zijn de zichtomstandigheden onvoldoende. Procedure: – Neem plaats op de bestuurdersstoel en pas de stoelpositie aan. – Bepaal het gebied dat niet zichtbaar is (A) aan de hand van de lasthoogte (C) en de lengte van de route (D) = 4000 mm.
  • Pagina 262 Bediening Hanteren van lasten – Rijd langzaam en voorzichtig in bochten.  OPMERKING Volg de informatie op in het hoofdstuk ”Stu- ren”. – Accelereer en rem altijd zachtjes. OPMERKING Volg de informatie op in het hoofdstuk ”Be- drijfsrem bedienen”. – Rijd nooit met een last die aan een kant ...
  • Pagina 263 Bediening Hanteren van lasten bulkmateriaal uit te voeren. De schudfunctie beweegt het vorkenbord via de ”hef”functie snel omhoog en omlaag. Deze functie mag alleen worden gebruikt voor een beperkte last en niet bij volledige nomina- le belasting. Maximaal toegestane last voor de schud- functie: Maximaal 30% van de nominale belasting.
  • Pagina 264 Bediening Hanteren van lasten  WAARSCHUWING De schudfunctie blijft na activering gedurende twee seconden actief. Als de bestuurder tijdens deze periode de last al- leen wil heffen of laten dalen, moet erop worden gelet dat het vorkenbord duidelijk schoksgewijzer be- weegt met de last dan tijdens normaal bedrijf. Als de twee seconden verstrijken zonder dat de schudfunc- tie wordt gebruikt, kan het vorkenbord weer normaal met de last worden bewogen.
  • Pagina 265 Bediening Hanteren van lasten Joystick 4Plus:  – Beweeg de Joystick 4Plus (1) vier keer heen en weer tussen de posities (A) en (B). Blijf het bedieningselement vervolgens op dezelfde manier bewegen. 6210_003-089 Dubbele minihendel:  – Beweeg de 360°-hendel (2) vier keer heen en weer tussen de posities (A) en (B).
  • Pagina 266 Bediening Hanteren van lasten Drievoudige minihendel:  – Beweeg de 360°-hendel (3) vier keer heen en weer tussen de posities (A) en (B). Blijf het bedieningselement vervolgens op dezelfde manier bewegen. Viervoudige minihendel:  – Beweeg de bedieningshendel (4) vier keer heen en weer tussen de posities (A) en (B).
  • Pagina 267 Bediening Hanteren van lasten Een last neerzetten  GEVAAR Ongevallenrisico door veranderd kantelmoment! Als de hefmast met geheven last voorwaarts wordt geneigd of als de last verschuift, veranderen het last- zwaartepunt en het kantelmoment. De machine kan naar voren kantelen. – Neig de hefmast met geheven lastdrager alleen vlak boven de stapel naar voren.
  • Pagina 268 Bediening Hanteren van lasten – Laat de last dalen tot deze stevig op de  stelling rust.  GEVAAR Ongevallenrisico! – Let goed op personen binnen de gevarenzone. – Controleer of de weg achter u vrij is. – Rijd met de machine achteruit tot de vorken kunnen dalen zonder de stapel te raken.
  • Pagina 269 Bediening Hanteren van lasten – Verlaag de rijsnelheid op aflopende hellin- gen. Het is niet toegestaan om op lange op- en aflopende hellingen met een hellingspercenta- ge van meer dan 15% te rijden, dit vanwege de voorgeschreven minimale remwerkings- en stabiliteitswaarden.
  • Pagina 270 Bediening Hanteren van lasten Het werkelijke totaalgewicht bepalen  – Parkeer de machine beveiligd en schakel hem uit. – Bepaal de afzonderlijke gewichten door het typeplaatje van de machine te lezen en, in- dien van toepassing, het typeplaatje van de voorzetapparatuur (variant) en/of door de te heffen last te wegen.
  • Pagina 271 Bediening Hanteren van lasten Op laadbruggen rijden   GEVAAR Ongevallenrisico door naar beneden vallen van de machine! Bij stuurbewegingen kan de achterzijde van de ma- chine van de laadbrug af naar de rand uitzwenken. Hierdoor kan de machine vallen. Bij driewielheftrucks moet het bruikbare oppervlak van de laadbrug zijn omsloten, zodat het achterwiel er niet af kan glijden.
  • Pagina 272 Bediening Hanteren van lasten – Rijd langzaam en voorzichtig op de laad- brug.  256 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 273 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Optisch meetsysteem voor de hefhoogte (variant) Ontwerp en werking  Deze machine kan worden uitgerust met een optisch hoogtemeetsysteem als variant. Dit systeem is een vereiste voor de stabiliteits- assistenten die in dit hoofdstuk worden be- schreven.
  • Pagina 274 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Reinigen  Aanbevolen wordt om het LED-sensorglas (2) en de reflector (1) steeds voorafgaand aan het werk en daarnaast indien nodig te controleren. Hoe vaak er moet worden gereinigd, is afhan- kelijk van de gebruiksomstandigheden van de machine.
  • Pagina 275 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte  LET OP Risico van beschadiging van de LED-hoogtesensor door hogedrukreiniging! Een hogedrukreiniger kan de LED-hefhoogtesensor beschadigen doordat er water binnendringt. Dit kan leiden tot onjuiste metingen. – Richt de straal van een hogedrukreiniger niet di- rect op de LED-hefhoogtesensor.
  • Pagina 276 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Noodbedrijf in geval van storingen In geval van een storing in het hoogtemeet- systeem schakelt de heftruck over op noodbe- drijf. In noodbedrijf zijn de onderstaande stabiliteits- assistenten die afhankelijk zijn van de hef- hoogte niet beschikbaar: Hefhoogtedisplay ●...
  • Pagina 277 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Hefhoogtedisplay (variant)  Als het apparaat is uitgerust met het opti- sche hoogtemeetsysteem, wordt de huidige hefhoogte (1) permanent weergegeven in de display- en bedieningseenheid. De weergegeven hefhoogte komt overeen met 7,0° de hoogte van de onderkant van de vorken. Desgewenst kan het geautoriseerde service- 2,71 centrum een andere waarde instellen.
  • Pagina 278 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Voor de verschillende bedieningselementen voor de hydraulische functies worden de be- naderde hefhoogtes als volgt opgeslagen. Bediening met meerdere hendels, minihen- ● dels en Fingertip-elementen: Functietoets Bediening met Joystick 4Plus: ● Shift-toets ”F” Voor harmonisatie worden de functietoets en de shift-toets ”F”...
  • Pagina 279 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Er wordt een selectie met de beschikbare ge-  bieden van het magazijn geopend. – Druk op de betreffende softkey voor het ge- wenste gebied van het magazijn om een hefhoogte te definiëren. 6219_003-341_de Er wordt een selectie met de hefhoogtes ge- ...
  • Pagina 280 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte In dit menu kunt u de gewenste hefhoogte  definiëren. – Voer de hefhoogte in met de softkeys  t/m 9 – Als u de instelling wilt , drukt u op opslaan de toets Gewenste hoogte Het menu wordt gesloten.
  • Pagina 281 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte De opgeslagen hefhoogte wordt weergegeven  op de eerder geselecteerde opslagruimte. In dit voorbeeld is de hefhoogte 1,04 m. --,-- m 1,04 1,04 m 2,8° --,-- m --,-- m --,-- m 6219_003-345_de Bediening van easy Target ...
  • Pagina 282 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Selecteer het gewenste gebied van het maga-  zijn in het functiemenu ”Laden ► easy Target” of via de favorieten. Het voorbeeld hiernaast 12:19 toont de selectie via een favoriet (2). – Benader de geselecteerde hefhoogte van 1,04 het gebied van het magazijn met het vor- kenbord.
  • Pagina 283 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Wanneer het vorkenbord de gewenste hef-  hoogte nadert, laat u de ”F-toets” los. Het display toont de hoogte van deze hef- hoogte 1,00 m (6) en de afstand van het vor- kenbord tot deze hefhoogte 0,00 m (7). 1,15 1,00 Wanneer de hefhoogte is bereikt, stopt het...
  • Pagina 284 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Last uitslaan Selecteer het gewenste gebied van het maga-  zijn in het functiemenu ”Laden ► easy Target” of via de favorieten. Het voorbeeld hiernaast 12:19 toont de selectie via een favoriet (12). – Kies de gewenste magazijnzone. 1,04 –...
  • Pagina 285 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Tussentijdse hefonderbreking  (variant) Deze functie onderbreekt het hetproces op een ingestelde hefhoogte. De tussentijdse- hefonderbrekingsfunctie is handig als het vor- kenbord vaak naar een bepaalde hefhoogte wordt geheven. het apparaat kan op twee manieren worden aangeschaft: Bij...
  • Pagina 286 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte OPMERKING Het display toont altijd de volgende hefhoog- tebegrenzing op het pad van de huidige hef- beweging. De volgende hefhoogtebegrenzing waarop de functie ingrijpt wordt grijs gemar- keerd op het display. Zodra het vorkenbord de hefhoogtebegrenzing nadert en de functie ingrijpt, wordt het display zwart.
  • Pagina 287 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door onbedoeld uitschakelen van de tussentijdse hefonderbreking. Als de machine ook is uitgerust met de variant ”tus- sentijdse hefonderbreking” en de schudfunctie wordt uitgevoerd in de buurt van de hefhoogtebegrenzing van de tussentijdse hefonderbreking, kan dit onbe- doeld de hefhoogtebegrenzing annuleren.
  • Pagina 288 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte De oranje activeringsbalk naast de softkey gaat uit.  symbool verdwijnt van het hoofddis- play. De functie wordt uitgeschakeld totdat het ap- paraat weer wordt gestart. Configuratie door de vlootbeheerder – Activeer de ”Toegangsautorisatie voor de vlootbeheerder”.
  • Pagina 289 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Dit menu biedt drie opslaglocaties.  – Om opslaglocatie 1 te configureren, drukt u op de softkey  Uitschak. 1 tussen- Uitschak. 1 tussenhef Uitschak. 2 tussenhef Uitschak. 3 tussenhef Eindhefafschakeling Vlootbeheerder 6219_003-315_nl In dit menu kunt u de gewenste hefhoogte ...
  • Pagina 290 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Om de  Uitschak. 1 tussenhef deactiveren, drukt u op de softkey  Uit- schak.1 tussenhef Eindslag- uitschakeling – Druk op de scrolltoets  is gedeac- Uitschak. 1 tussenhef tiveerd. De oranje activeringsbalk gaat uit. Gewenste hoogte invoeren 6,892...
  • Pagina 291 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Eindhefafschakeling (variant)  Deze stabiliteitsassistent beperkt de hefhoog- te van het vorkenbord. Deze stabiliteitsassistent doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid van de bestuur- der om te voldoen aan de ”Veiligheidsvoor- schriften voor het hanteren van lasten”. De eindhefafschakeling is standaard actief wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
  • Pagina 292 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Configuratie door de vlootbeheerder – Activeer de ”Toegangsautorisatie voor de vlootbeheerder”. – Druk op de toets  – Druk op de softkey  – Druk op de softkey  Machine-instel- lingen – Druk op de softkey ...
  • Pagina 293 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Druk op de softkey  Eindhefafschake-  . ling Uitschak. 1 tussenhef Uitschak. 2 tussenhef Uitschak. 3 tussenhef Eindhefafschakeling Vlootbeheerder 6219_003-315_nl In dit menu kunt u de gewenste hefhoogte  definiëren. – Voer de hefhoogte in met de softkeys  Eindslag- uitschakeling t/m 9 –...
  • Pagina 294 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Om de  eindhefafschakeling deactiveren, drukt u op de softkey eind-  . hefafschakeling Eindslag- uitschakeling – Druk op de scrolltoets  is gedeacti- eindhefafschakeling veerd. De oranje activeringsbalk gaat uit. Gewenste hoogte invoeren 6,892 = wissen = deactiveren = opslaan...
  • Pagina 295 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Druk op de softkey  Machine-instel- lingen – Druk op de softkey  Snelheidsbegren- zing voor hefhoogte Eindhefafschakeling Nalooptijd Overbelastingsdetectie Beveiliging tegen vorkslijtage Snelheidsbegrenzing bij geheven vorkenbord Vlootbeheerder 6219_003-314_nl 56368011505 NL - 06/2023  -  15  279...
  • Pagina 296 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Druk op de softkey   Hefhoogte Hefhoogte Snelheidsbegrenzing Vlootbeheerder 6219_003-321_nl In dit menu kunt u de gewenste hoogte defini-  ëren. Snelheidsbegrenzing bij OPMERKING geheven vorkenbord » Hefhoogte Het assistentiesysteem grijpt automatisch in vanaf 500 mm.
  • Pagina 297 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Druk op de softkey  Machine-instel- lingen – Druk op de softkey  Snelheidsbegren- zing voor hefhoogte Eindhefafschakeling Nalooptijd Overbelastingsdetectie Beveiliging tegen vorkslijtage Snelheidsbegrenzing bij geheven vorkenbord Vlootbeheerder 6219_003-314_nl 56368011505 NL - 06/2023  -  15  281...
  • Pagina 298 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Druk op de softkey  Snelheidsbegren- zing Hefhoogte Snelheidsbegrenzing Vlootbeheerder 6219_003-321_nl In dit menu kunt u de maximumsnelheid defi-  niëren. – Voer de snelheid in met de softkeys  0 t/m Snelheidsbegrenzing – Als u de instelling wilt , drukt u op opslaan de toets...
  • Pagina 299 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte Elektrische beveiliging tegen  vorkslijtage (variant) Deze stabiliteitsassistent zorgt er in combina- tie met het optische hoogtemeetsysteem voor dat de vorken de grond niet raken. De juiste hoogte waarop de vorken in een pallet worden gestoken, kan ook worden geconfigureerd.
  • Pagina 300 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Om de vork volledig op de grond te la- ten dalen, activeert u het bedieningsele- ment ”dalen” opnieuw. OPMERKING Als alternatief kan het geautoriseerde service- centrum de ”F”-knop parametriseren, om de bescherming tegen vorkslijtage voor het volle- dig laten zakken van de vork te annuleren.
  • Pagina 301 Bediening Stabiliteitsassistenten afhankelijk van de hefhoogte – Druk op de softkey  Beveiliging te- gen vorkslijtage Eindhefafschakeling Nalooptijd Overbelastingsdetectie Beveiliging tegen vorkslijtage Snelheidsbegrenzing bij geheven vorkenbord Vlootbeheerder 6219_003-314_nl In dit menu kunt u de gewenste hoogte defini-  ëren. – Voer de hoogte in met de softkeys  0 t/m Beveiliging tegen vorkslijtage...
  • Pagina 302 Bediening Van de kantelhoek afhankelijke stabiliteitsassistenten Van de kantelhoek afhankelijke stabiliteitsassistenten Display voor kantelhoek mast  (variant) Als de werkelijke neighoek van de hefmast bekend is, maakt dit het in- en uitslaan van lasten gemakkelijker. Als de machine is uitge- rust met het assistentiesysteem ”display voor neighoek mast”, wordt de neiging van de hef- 7,0°...
  • Pagina 303 Bediening Van de kantelhoek afhankelijke stabiliteitsassistenten tijdens het naar achteren neigen werkt. De neigcilinders raken de eindaanslagen zacht om harde schokken en stoten te voorkomen. Oscillerende bewegingen van het apparaat worden beperkt, waardoor de veiligheid tijdens het werk wordt vergroot. Automatische vertica- le mastpositionering vermindert de slijtage van diverse componenten, waardoor de reparatie- kosten worden gereduceerd.
  • Pagina 304 Bediening Van de kantelhoek afhankelijke stabiliteitsassistenten OPMERKING De automatische verticale mastpositionering moet gekalibreerd worden om te allen tijde nauwkeurigheid te garanderen. De ”toegangs- autorisatie voor de vlootbeheerder” is vereist voor de kalibratie. Deze toegang is vereist: Wanneer lasten worden in- en uitgeslagen ●...
  • Pagina 305 Bediening Van de kantelhoek afhankelijke stabiliteitsassistenten Automatische verticale mastpo- sitionering kalibreren De automatische verticale mastpositionering wordt gekalibreerd met behulp van een wizard op het display- en bedieningspaneel. OPMERKING Voor de wizard is toegangsautorisatie voor de beheerder van de heftruckvloot nodig. Het in- stelmenu is alleen toegankelijk als de machine stilstaat en de parkeerrem is ingeschakeld.
  • Pagina 306 Bediening Van de kantelhoek afhankelijke stabiliteitsassistenten – Druk op de softkey    Service – Druk op de scrolltoetsen    totdat het  menu verschijnt. Kalibreren – Druk op de softkey  Kalibreren Onderhoudsinterval Kalibreren Schoksensor Wachtw. (toegangsaut.) wijzigen Hydraul. systeem drukloos maken Vlootbeheerder 6219_003-277_nl  290...
  • Pagina 307 Bediening Van de kantelhoek afhankelijke stabiliteitsassistenten – Druk op de softkey   Hefmastneiging De wizard voor het kalibreren van de lastme- ting wordt gestart. Hefmastneiging – Volg de instructies op het display. – Als de melding Kalibratie mis- Lastmeting   verschijnt, drukt u op de soft- lukt key ...
  • Pagina 308 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Lastafhankelijke assistentiesystemen Overbelastingsdetectie (variant)  WAARSCHUWING Ongevalrisico als gevolg van overschrijding van de maximaal toegestane belasting! Dit assistentiesysteem ontslaat de bestuurder niet van de verantwoordelijkheid om rekening te houden met het op het typeplaatje vermelde hefvermogen. – Let op het hefvermogen op het typeplaatje. Het assistentiesysteem waarschuwt de be- stuurder zodra een te zware last wordt opge- pakt.
  • Pagina 309 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen OPMERKING Neem de volgende specifieke overwegingen in acht: Als de lastdruksensor defect is, wordt uitge- ● gaan van de maximaal toegestane last (no- minale last). De functie wordt ingeschakeld met de maximumwaarde. Als de schakelaar voor de hefbeweging de- ●...
  • Pagina 310 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen – Druk op de softkey  Overbelasting- sdetectie Eindhefafschakeling Nalooptijd Overbelastingsdetectie Beveiliging tegen vorkslijtage Snelheidsbegrenzing bij geheven vorkenbord Vlootbeheerder 6219_003-314_nl In dit menu kunt u het gewenste gewicht defi-  niëren. – Voer het gewicht in met de softkeys 0 t/m Overbelastingsdetectie OPMERKING...
  • Pagina 311 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door de trage reactie van de hefin- richting! Als de hefbewegingen zo zijn geconfigureerd dat ze een lage dynamiek hebben, reageert de hefinrichting na een vertraging wanneer het bedieningselement wordt losgelaten, ook in noodgevallen. Het vorken- bord stopt niet onmiddellijk, maar neemt in plaats daarvan ca.
  • Pagina 312 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen OPMERKING Wanneer het vorkenbord tot onder de hierbo- ven vermelde hefhoogtes is gedaald, kan de bestuurder de snelheidsbegrenzing opnieuw uitschakelen. Laat het rijpedaal kort los om dit te doen. Als een sensor van Dynamic Load Control 1 niet werkt, wordt het interventieniveau van de functie verhoogd tot maximaal.
  • Pagina 313 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Dynamic Load Control 2 grijpt in onder de vol- gende bedrijfsomstandigheden: Met een telescopische mast: ● het vorkenbord is ten minste 2,1 m van de grond verwijderd. Bij een triplex-hefmast of NiHo-hefmast: ● Het vorkenbord bevindt zich op de twee- de heftrap Het zwaartepunt van de heftruck is door de ●...
  • Pagina 314 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen – Hanteer de last voorzichtig. Rode zone Wanneer de combinatie van lastgewicht en lastzwaartepunt de gespecificeerde waarde overschrijdt, gaat het display naar het rode gebied. De dynamiek van de hefbewegingen en neigbewegingen is duidelijk gereduceerd. – In dit geval moet de last worden neergezet of naar achteren worden geneigd.
  • Pagina 315 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen  WAARSCHUWING Ongevalrisico als gevolg van overschrijding van het resthefvermogen. Wanneer het bij de lastmeting bepaalde gewicht het toegestane resthefvermogen van de heftruck over- schrijdt, kan de heftruck niet veilig worden bediend. – Zet de last onmiddellijk neer en verlaag het ge- wicht ervan.
  • Pagina 316 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen OPMERKING Voor de kalibratieprocedure is toegangsautori- satie voor de vlootbeheerder nodig. Het instel- menu is alleen toegankelijk als het apparaat stilstaat en de parkeerrem is ingeschakeld. Als de parkeerrem te vroeg wordt uitgeschakeld, wordt het instelmenu gesloten. –...
  • Pagina 317 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen – Druk op de scrolltoetsen    totdat het  menu verschijnt. Kalibreren Onderhoudsinterval Kalibreren Schoksensor Wachtw. (toegangsaut.) wijzigen Hydraul. systeem drukloos maken Vlootbeheerder 6219_003-277_nl – Druk op de softkey   Lastmeting De wizard voor het kalibreren van de lastme- ting wordt gestart.
  • Pagina 318 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Precieze lastmeting (variant)  Dit assistentiesysteem is alleen beschikbaar als de machine is uitgerust met de vari- ant ”Lastmeting”. Met de variant ”Precieze lastmeting” kan het gewicht van de opgepakte last worden geme- ten en op het display- en bedieningspaneel worden weergegeven met een nauwkeurig- heid van 3% van het nominale hefvermogen van het apparaat.
  • Pagina 319 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen De tekst  Vork kort laten dalen wordt weergegeven. – Laat het vorkenbord dalen. OPMERKING 0,70 Door het vorkenbord langzaam te laten dalen, 0,0° wordt bij heftrucks met bediening met meerde- re hendels de nauwkeurigheid van de metin- gen vergroot.
  • Pagina 320 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Tarrafunctie (variant)  De tarrafunctie is een subfunctie van de func- tie precieze lastmeting. Als het gewicht van een lastcontainer geen factor mag zijn in de precieze lastmeting, moet de tarrafunctie wor- den uitgevoerd. Daarna kunt u het nettoge- wicht van de geheven last bepalen.
  • Pagina 321 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen De tekst  Vork kort laten dalen wordt weergegeven. – Laat het vorkenbord dalen. De waarde is berekend. De melding Nul- wordt weergegeven. vereff. loopt 0,70 Als de tarrafunctie correct is uitgevoerd, wordt 0,0° een gewicht van 0,00 t weergegeven. De ac- tiveringsbalk naast het symbool ...
  • Pagina 322 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Lastsom (variant)  Gebruik de variant ”lastsom” om het totaalge- wicht van meerdere lasten te berekenen. De functie voor de ”lastsom” is een extra functie van de ”lastmeting”. Deze functie registreert de afzonderlijke lasten en slaat maximaal drie lastsommen op.
  • Pagina 323 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen – Druk op de toets  Het eerste menuniveau verschijnt. – Druk op de softkey  – Druk op de softkey  Er verschijnt een menu met drie opslagloca-  ties voor de totale belasting. De lastsom wordt hier toegelicht aan de hand van ...
  • Pagina 324 Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Het bericht met de invoer  Vork kort la-   wordt weergegeven. ten dalen – Laat het vorkenbord dalen. De waarde is berekend. De melding voor verschijnt. rekening loopt 0,70 Indien de berekening is geslaagd, wordt de 0,0°...
  • Pagina 325 Bediening Nulvereffening van stabiliteitsassistenten Nulvereffening van stabiliteitsassistenten Nulvereffeningsproces Voor de volgende stabiliteitsassistenten is nul- vereffening soms nodig. Lastmeting ● Bij het wisselen van vorken of voorzetappa- ratuur Hefhoogtedisplay ● Bij het vervangen van versleten banden Voor steeds meer versleten banden / voor nieuwe banden Display voor kantelhoek mast ●...
  • Pagina 326 Bediening Nulvereffening van stabiliteitsassistenten – Druk op de softkey  Nulvereffening Extra hydr. systeem Pincodes wijzigen Bestuurdersprofielen beheren Boordbatterijlader Nulvereffening Vlootbeheerder 6219_003-323_nl – Druk op de softkey voor de assistentiefunc-  tie waarvoor de nulvereffening moet worden uitgevoerd, bijv. Lastgewicht Lastgewicht OPMERKING Hefhoogte...
  • Pagina 327 Bediening Nulvereffening van stabiliteitsassistenten De instructies worden op het display weerge-  geven. Hier: Laat de vorken dalen Lastgewicht Nadat de instructies zijn opgevolgd worden de berichten Nulvereffening succesvol weerge- Nulvereffening mislukt Laat de vorken dalen geven. – Als de nulvereffening is mislukt, probeert u het opnieuw.
  • Pagina 328 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Het hydraulisch systeem drukloos maken Noodzaak voor drukloos maken van het hydraulisch systeem Om andere hydraulische functies dan de ba-  sisfuncties te kunnen gebruiken, is de heftruck voorzien van insteekkoppelingen (1) op de hefmast. Op deze stekkeraansluitingen kunnen voorzet- apparaten met en zonder klemfunctie worden aangesloten.
  • Pagina 329 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken ”Speciaal kenmerk voor voorzetapparatuur ● met klemfunctie” ”Het drukloos maken voltooien” ● Wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem Het hydraulisch systeem wordt drukloos ge- maakt met behulp van een wizard op het dis- play- en bedieningspaneel.
  • Pagina 330 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken – Druk op de softkey    Service – Druk op de scrolltoetsen    totdat het  menu Hydraulisch systeem druk- verschijnt. loos maken – Druk op de softkey Hydraulisch sys- teem drukloos maken  314 56368011505 NL - 06/2023  - ...
  • Pagina 331 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken De volgende melding verschijnt:  Let op,   de hefmast kan bewegen! – Druk ter bevestiging op de softkey  Druk op de softkey om de wizard af te sluiten. De volgende melding verschijnt:  Alle as- sen van het hydr.
  • Pagina 332 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Hydraulisch systeem drukloos maken met behulp van meerde- re hendels – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van het hydraulisch  systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies.
  • Pagina 333 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken – Druk in dat geval op de toets (1) en houd deze ingedrukt. – Duw de bedieningshendel (2) eenmaal in de richting van de pijl tot de eindpositie is bereikt. – Laat de toets (1) los. De hydraulische circuits van de sideshift en de vorkverstelling worden nu drukloos gemaakt.
  • Pagina 334 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van de hydraulische  circuits voor de ”5e en 6e hydraulische functie” Als de machine is uitgerust met een ”5e en 6e hydraulische functie”, moeten hun hydrau- lische circuits ook drukloos worden gemaakt. De procedure is vergelijkbaar met het druk- loos maken van de hydraulische circuits voor de basisfuncties en de extra functies.
  • Pagina 335 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch  systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ●...
  • Pagina 336 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van de hydraulische  circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden ge- maakt.
  • Pagina 337 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch  systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ●...
  • Pagina 338 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van de hydraulische  circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden ge- maakt.
  • Pagina 339 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch  systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ●...
  • Pagina 340 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken worden aangestuurd via de ”5e hydraulische functie”. – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van de hydraulische  circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden ge- maakt.
  • Pagina 341 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch  systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ●...
  • Pagina 342 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van de hydraulische  1 2 3 circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden ge- maakt.
  • Pagina 343 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch  systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ●...
  • Pagina 344 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken den aangestuurd via de ”5e hydraulische func- tie”. – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van de hydraulische  circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden gemaakt.
  • Pagina 345 Bediening Het hydraulisch systeem drukloos maken Speciaal kenmerk voor voorzet- apparatuur met klemfunctie Let op het volgende als een voorzetapparaat met klemfunctie is aangebracht: Het drukloos maken van het hydraulisch ● circuit voor voorzetapparatuur wordt op de- zelfde manier gedaan als het openen en sluiten van de klem.
  • Pagina 346 Als de heftruck af fabriek is uitgerust met ge- ïntegreerde voorzetapparatuur (variant), houd dan rekening met de specificaties in de be- dieningsinstructies van STILL voor de geïnte- greerde voorzetapparatuur. Wanneer voorzetapparatuur op locatie wordt gemonteerd, houd dan rekening met de spe- cificaties in de bedieningsinstructies van de fabrikant van het voorzetapparaat.
  • Pagina 347 Bediening Voorzetapparatuur  GEVAAR Levensgevaar door een vallende last! Bij montage van een klem met geïntegreerde sides- hift moet gegarandeerd worden dat de klem tijdens het bedienen van de sideshift niet opengaat. – Informeer vóór montage uw geautoriseerde servi- cecentrum. – Grijp of beklim nooit bewegende delen van de machine.
  • Pagina 348 Bediening Voorzetapparatuur OPMERKING Als de vereiste labels niet zijn aangebracht op het voorzetapparaat, neem dan meteen contact op met het geautoriseerde servicecen- trum. Afwisselend gebruik met behulp van een elektrische omschakelklep Als niet-geïntegreerde voorzetapparatuur af- wisselend wordt gebruikt in combinatie met een elektrische omschakelklep voor de vijfde en zesde hydraulische functie, moet de elektri- sche omschakelklep met 12 V functioneren.
  • Pagina 349 Bediening Voorzetapparatuur – Monteer het voorzetapparaat. – Schakel de machine in. – Controleer alle functies van het gemonteer- de voorzetapparaat op correcte werking. Hefvermogen met voorzetapparaat Het toegestane hefvermogen van het voorzet- apparaat en de toegestane belasting (hefver- mogen en lastmoment) van de heftruck mo- gen niet door de combinatie van het voorzet- apparaat en de nuttige last worden overschre- den.
  • Pagina 350 Bediening Voorzetapparatuur Algemene instructies voor het bedienen van voorzetapparatuur Voorzetapparatuur kan worden bediend via de eerste vier hydraulische functies maar ook als een variant via de 5e of 6e functie. De 5e of 6e functie wordt geactiveerd via een toets op het bedieningselement en door het bedie- ningselement te bewegen of via extra druk- knoppen.
  • Pagina 351 Bediening Voorzetapparatuur  WAARSCHUWING Het gebruik van voorzetapparatuur kan extra geva- ren opleveren, bijv. wijziging van het zwaartepunt, extra gevarenzones etc. Voorzetapparatuur mag uitsluitend worden gebruikt in overeenstemming met het gebruiksdoel, zoals be- schreven in de betreffende bedieningsinstructies. Be- stuurders moeten geïnstrueerd zijn in het omgaan met de voorzetapparatuur.
  • Pagina 352 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparaat, voorbeeld voor de aansluiting van het extra hy- draulisch systeem OPMERKING Het geautoriseerde servicecentrum informeert u over welke voorzetapparatuur gebruikt kan worden met deze machine. Het aansluiten van voorzetapparatuur op het extra hydraulisch systeem wordt uitgevoerd volgens de afbeelding, zoals aangegeven in de bedieningsinstructies voor het voorzetap- paraat.
  • Pagina 353 Bediening Voorzetapparatuur OPMERKING Als een omschakelklep wordt gebruikt, kun- nen de extra hydraulische functies 1 & 3 en 2 & 4 die door deze omschakelklep worden gevoed, niet gelijktijdig worden bediend. De omschakelklep voedt ofwel extra hydraulisch systeem 1 & 3 of 2 & 4. De hydraulische snelheid voor voorzetapparatuur afstellen Wanneer anderen voorzetapparaten worden aangebracht, kan de beheerder van de hef- truckvloot de hydraulische snelheid voor de...
  • Pagina 354 Bediening Voorzetapparatuur Dit menu bevat alle beschikbare hydraulische  assen voor voorzetapparaten. – Zie de bedieningsinstructies voor het voor- zetapparaat om te bepalen welke hydrauli- As van hydr. systeem 1 sche as door het voorzetapparaat wordt be- zet. As van hydr. systeem 2 Het geautoriseerde servicecentrum helpt u bij...
  • Pagina 355 Bediening Voorzetapparatuur De volumestroom vergrendelen U kunt ook de volumestroom van de hydrau- liekolie volledig vergrendelen. – Druk hiervoor op de softkey  De stroming van de hydrauliekolie voor deze hydraulische as is vergrendeld. De retourvolumestroom afzonderlijk in- stellen Afhankelijk van het voorzetapparaat, kan het nodig zijn de retourvolumestroom apart in te stellen.
  • Pagina 356 Bediening Voorzetapparatuur  GEVAAR Als correcte werking van de klemvergrendeling niet is gewaarborgd, bestaat er levensgevaar door een vallende last! Als er naast de klem andere voorzetapparaten op deze heftruck worden gebruikt, moet elke keer nadat de klem opnieuw is gemonteerd, worden gecontro- leerd of de functie van de klemvergrendeling weer aan het desbetreffende bedieningselement is toege- wezen.
  • Pagina 357 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met meerde-  re hendels bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de bedieningshen- dels (1, 3). De pictogrammen voor de hydrau- lische functies (2, 4) zijn aangebracht op de bedieningshendels. – Let op de pictogrammen (2) of (4). De pictogrammen worden gerangschikt naar- gelang de bewegingsrichtingen van de bedie- ningshendel (1) of (3).
  • Pagina 358 Bediening Voorzetapparatuur OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven. Als dit niet het geval is, dienen de pictogrammen te worden vervangen.
  • Pagina 359 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met meerde-  re hendels en 5e en 6e functie bedienen De functietoetsen voor de ”5e en 6e functie” (1, 2) en de bedieningshendels (3, 4) worden gebruikt voor het bedienen van de ”5e functie” of de ”6e functie”. De middelste en onderste delen van de picto- grammen op elke bedieningshendel tonen de functie die met de betreffende hendel wordt geactiveerd.
  • Pagina 360 Bediening Voorzetapparatuur – Let op de volgende pictogrammen en func- ties van voorzetapparatuur. Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Schuifframe of vork naar voren Schuifframe of vork naar achteren Sideshift naar links Sideshift naar rechts Vorkverstelling: openen Vorkverstelling: sluiten Last wegduwen Last intrekken Naar links draaien Naar rechts draaien...
  • Pagina 361 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met dubbele  minihendel bedienen Bij deze uitrusting wordt de voorzetapparatuur (variant) bediend met de kruishendel (1) van de ”voorzetapparatuur”. De sticker met de pic- togrammen voor de hydraulische functies (2) is aangebracht op het aangegeven punt. – Neem contact op met uw geautoriseerde servicecentrum als de sticker onleesbaar wordt of verloren raakt.
  • Pagina 362 Bediening Voorzetapparatuur OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven. Als dit niet het geval is, dienen de pictogrammen te worden vervangen.
  • Pagina 363 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met dubbele  minihendel en 5e functie bedie- OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de ”5e functie”. De functietoets voor de ”5e functie” (3) en de kruishendel (1) worden gebruikt voor het be- dienen van de ”5e functie”.
  • Pagina 364 Bediening Voorzetapparatuur Voorbeeld van de pictogrammen voor configu-  ratie (1): Als de kruishendel (1) van de ”voorzetappara- tuur”  in de richting van de pijl (A) wordt bewo- gen, wordt de vork uitgeschoven. Als de functietoets voor de ”5e functie” (3) wordt bediend en de kruishendel (1) van de ”voorzetapparatuur” in de richting van de pijl (A) wordt bewogen, worden de vorken ge- opend.
  • Pagina 365 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met drievou-  dige minihendel bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de bedieningshen- dels (1, 2). De sticker met de pictogrammen voor de hydraulische functies (3) van de be- dieningshendel (2) en de sticker (4) van de bedieningshendel (1) zijn aangebracht op de aangegeven punten.
  • Pagina 366 Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar rechts draaien Laadschop kiepen Laadschop terugkiepen OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
  • Pagina 367 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met drievou-  dige minihendel en 5e functie bedienen OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de ”5e functie”. De functietoets voor de ”5e functie” (2) en de bedieningshendel (1) worden gebruikt voor het bedienen van de ”5e functie”.
  • Pagina 368 Bediening Voorzetapparatuur Voorbeeld van de pictogrammen voor configu-  ratie (1): Wanneer de bedieningshendel (1) in de rich- ting van de pijl (E) wordt bewogen, gaat de sideshift naar links. Als de functietoets voor de ”5e functie” (2) wordt bediend en de bedieningshendel (1) in de richting van de pijl(E) wordt bewogen, wor- den de vorken geopend.
  • Pagina 369 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met viervou-  dige minihendel bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de bedieningshen- dels (1, 2). De sticker met de pictogrammen voor de hydraulische functies (3) van de be- dieningshendel (2) en de sticker (4) van de bedieningshendel (1) zijn aangebracht op de aangegeven punten.
  • Pagina 370 Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar rechts draaien Laadschop kiepen Laadschop terugkiepen OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
  • Pagina 371 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met viervou-  dige minihendel en 5e functie bedienen OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de ”5e functie”. De functietoets voor de ”5e functie” (2) en de bedieningshendel (1) worden gebruikt voor het bedienen van de ”5e functie”.
  • Pagina 372 Bediening Voorzetapparatuur Voorbeeld van de pictogrammen voor configu-  ratie (1): Wanneer de bedieningshendel (1) in de rich- ting van de pijl (E) wordt bewogen, gaat de sideshift naar links. Als de functietoets voor de ”5e functie” (2) wordt bediend en de bedieningshendel (1) in de richting van de pijl(E) wordt bewogen, wor- den de vorken geopend.
  • Pagina 373 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met Fingertip  bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de bedieningshen- dels (1) en (2). De sticker met de pictogram- men voor de hydraulische functies (3) van de bedieningshendel (2) en de sticker (4) voor de bedieningshendel (1) zijn aangebracht op de aangegeven punten.
  • Pagina 374 Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar rechts draaien Laadschop kiepen Laadschop terugkiepen OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
  • Pagina 375 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met de Fin- 1 2 3  gertip en 5e functie bedienen OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de 5e functie. De functietoets voor de ”5e functie” (2) en de bedieningshendels (1, 6) worden gebruikt voor het bedienen van de ”5e functie”.
  • Pagina 376 Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar links draaien Naar rechts draaien OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
  • Pagina 377 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met Joys-  tick 4Plus bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetap- paratuur (variant) bediend met de Joys- tick 4Plus (1) en de schuif (4). De sticker met de pictogrammen voor de hydraulische functies (2) van de Joystick 4Plus (1) en de sticker (3) voor de schuif (4) zijn aangebracht op de aangegeven punten.
  • Pagina 378 Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar links draaien Naar rechts draaien Laadschop kiepen Laadschop terugkiepen OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
  • Pagina 379 Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met de Joys-  tick 4Plus en 5e functie bedie- OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de 5e functie. Gebruik de shift-toets ”F” (4) en de Joys- tick 4Plus (2) en de horizontale tuimelschake- laar (1) om de ”5e functie” te bedienen. De sticker met de pictogrammen voor de hydraulische functies (3) van de Joys- tick 4Plus (2) en van de horizontale tuimel-...
  • Pagina 380 Bediening Voorzetapparatuur – Beweeg de Joystick 4Plus (2) in de rich- ting (E) of (F). Het voorzetapparaat beweegt in de richtin- gen (E) of (F) die door het pictogram (F) wor- den weergegeven. – Druk de horizontale tuimelschakelaar (1) in de richting (G) of (H). Het voorzetapparaat beweegt in de richtin- gen (G) of (H) die door het pictogram (F) wor- den weergegeven.
  • Pagina 381 Bediening Voorzetapparatuur – Op de plaatjes staan de toegestane waar- den voor: Hefvermogen Q (kg) Lastafstand C (mm) Hefhoogte h (mm) Toegestane sideshift s (mm) 56368011505 NL - 06/2023  -  15  365...
  • Pagina 382 Bediening Extra apparatuur Extra apparatuur FleetManager (variant) FleetManager is een uitrustingsvariant en kan in verschillende uitvoeringen op de heftruck aanwezig zijn. Een beschrijving en voor de bediening relevante informatie vindt u in de bedieningsinstructies van de desbetreffende FleetManager-uitvoeringen. Schokherkenning (variant) De schokherkenning is een uitrustingsvariant van de FleetManager (variant) waarbij...
  • Pagina 383 Bediening Extra apparatuur Druk op de softkey Bedieningsniveau 3e keer Ingedrukt houden (mogelijk op alle be- Ruitensproeier dieningsniveaus) Voorruitwisser en -sproeier  – Druk op de softkey  (1) om het bedie- ningsniveau ”Aan” te activeren. Het bedieningsniveau ”Aan” is geactiveerd. Het symbool (3) verschijnt.
  • Pagina 384 Bediening Extra apparatuur Achterruitwisser en-sproeier  – Om het bedieningsniveau ”Aan” te active- ren, drukt u op de desbetreffende softkey  (5). Het bedieningsniveau ”Aan” is geactiveerd. Het symbool (7) verschijnt. – Om het bedieningsniveau ”Intermitterend” te activeren, drukt u opnieuw op de softkey. Het symbool (6) wordt weergegeven met een oranje achtergrond.
  • Pagina 385 Bediening Extra apparatuur – Druk opnieuw op de softkey om de snel- heidsbegrenzing uit te schakelen. Ruitensproeierinstallatie vullen  – Open de vuldop (1) van de ruitensproeierin- stallatie. – Vul het ruitensproeierreservoir (2) met ruitensproeiervloeistof volgens het ”Onder- houdsschema”.  LET OP Schade door bevriezing! Wanneer water bevriest, zet het uit.
  • Pagina 386 Bediening Extra apparatuur Plafondsensor (variant) Beschrijving De plafondsensor (1) op het beschermdak is  een assistentiesysteem dat in hallen automa- tisch de rijsnelheid van de heftruck verlaagt. Dit assistentiesysteem doet echter geen af- breuk aan de verantwoordelijkheid van de be- stuurder om op de voor het bedrijfsterrein gel- dende snelheidsbeperkingen te letten.
  • Pagina 387 45°. In deze gevallen moeten de gevoeligheid en het bereik van het plafondsensorsysteem wor- den aangepast. Zie de volgende paragraaf. Sensorinstellingen wijzigen OPMERKING Het plafondsensorsysteem wordt door STILL geleverd met de volgende fabrieksinstellingen: Gevoeligheid: hoog ● Plafondhoogte: 24 m ●...
  • Pagina 388 Bediening Extra apparatuur – Draai de wartelmoer (4) linksom los. Koppel  de elektrische stekkerverbinding los door de stekker eruit te trekken. – Houd aan de onderkant van de montage- plaat aan het beschermdak vier moeren (3) op hun plaats. – Schroef de vier inbusbouten (2) los. Deckensensor_Anbau De sleutel (5) is met een moer onder de mon- ...
  • Pagina 389 Bediening Extra apparatuur  LET OP De instellingen voor DIP-schakelaars ”6 t/m 8” zijn de fabrieksinstellingen van de fabrikant. De door de fabrikant ingestelde waarden mogen niet worden gewijzigd! Fabrieksinstellingen van de fabrikant DIP-schakelaar De mogelijke instellingen voor DIP-schake- laars ”1 t/m 5” staan vermeld in de volgende tabellen: DIP-schakelaar  ...
  • Pagina 390 Bediening Extra apparatuur Weergave van de stralingshoek afhankelijk  van de ingestelde gevoeligheid van de sensor, van (1) ”laag” tot (4) ”zeer hoog”. Afhankelijk van welk bereik in combinatie met 2 3 4 welke gevoeligheid is ingesteld, heeft de sen- sor verschillende stralingshoeken. Zie de on- derstaande tabel: Gevoeligheid Bereik...
  • Pagina 391 Bediening Extra apparatuur Gevoeligheid Bereik Stralingshoek 2 m 42° 4 m 33° Hoog (3) 8 m 22,5° 16 m 20° 24 m 15° 2 m 45° 4 m 43° Zeer hoog (4) 8 m 30° 16 m 22,5° 24 m 18° – Breng na het afstellen de kap weer aan. –...
  • Pagina 392 Bediening Extra apparatuur – Druk op de softkey  Machine-instel- lingen – Druk op de softkey  Nalooptijd Eindhefafschakeling Nalooptijd Overbelastingsdetectie Beveiliging tegen vorkslijtage Snelheidsbegrenzing bij geheven vorkenbord Vlootbeheerder 6219_003-314_nl  376 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 393 Bediening Extra apparatuur In dit menu kunt u de gewenste nalooptijd in-  stellen. – Voer de nalooptijd in met de softkeys  Nalooptijd t/m 9 – Als u de instelling wilt , drukt u op opslaan de toets Nalooptijd invoeren OPMERKING Min.
  • Pagina 394 Bediening Optische assistentiesystemen Optische assistentiesystemen Rondomzichtcamerasysteem (variant) Ontwerp Camera voor Camera links Camera rechts Monitor Camera achter Het camerasysteem bestaat uit vier camera's en een monitor voor de camerabeelden. Het systeem biedt een zicht rondom van 360° en ondersteunt de bestuurder bij het besturen  378 56368011505 NL - 06/2023  - ...
  • Pagina 395 Bediening Optische assistentiesystemen van de machine. Het camerasysteem maakt het gemakkelijker om andere voertuigen, per- sonen en objecten in de buurt van de machine te detecteren. Voor een veilige werking van het camerasys- teem moet het voldoende helder zijn. Het ca- merasysteem is niet geschikt voor slecht ver- lichte of donkere omgevingen.
  • Pagina 396 Bediening Optische assistentiesystemen  LET OP Het camerasysteem is een hulpmiddel voor de be- stuurder. De bestuurder is echter altijd verantwoordelijk voor een veilige bediening van de machine – Kijk altijd in de richting waarin u rijdt, ongeacht de camera's. – Vertrouw niet uitsluitend op het camerasysteem en let altijd op de directe omgeving van de machi- –...
  • Pagina 397 Bediening Optische assistentiesystemen Bewakingsgebied van de camera Camera voor Gezichtsveld naar voren Camera rechts Gezichtsveld naar rechts Camera achter Gezichtsveld naar links Camera links Gezichtsveld naar achteren Monitor De vier camera's bestrijken een detectiege- bied van 360° rondom de machine. In de gearceerde gebieden van de bovenstaande weergave overlappen de gezichtsvelden van de respectieve aangrenzende camera's.
  • Pagina 398 Bediening Optische assistentiesystemen – Draai de vleugelschroef (1) linksom los.  Houd de monitor met één hand vast. – Verplaats de monitor naar de gewenste po- sitie en houd deze positie vast. Weergave van camerabeelden onder alle rij-  omstandigheden De monitor toont de beelden van alle vier ge- zichtvelden tegelijkertijd in alle rijomstandighe- den.
  • Pagina 399 Bediening Optische assistentiesystemen Reinigen – Reinig de cameralenzen met perslucht of gebruik een kleine hoeveelheid glasreiniger om de lenzen te bevochtigen. – Veeg vervolgens voorzichtig af met een pluisvrije doek. Gebruik geen agressieve reinigings- of oplosmiddelen. – Gebruik geen hogedrukreinigers. –...
  • Pagina 400 Bediening Optische assistentiesystemen Modulair camerasysteem (vari- ant) Ontwerp Het modulaire camerasysteem bestaat uit de volgende onderdelen: Camera op de rechter vork Frontzichtcamera in de hefmast Monitor Achteruitrijcamera op het beschermdak Deze camera's kunnen alleen afzonderlijk of in de volgende combinaties worden besteld: Frontzichtcamera in de hefmast + achteruit- ●...
  • Pagina 401 Bediening Optische assistentiesystemen Het camerasysteem maakt het gemakkelijker om andere voertuigen, personen en objecten in de buurt van de machine te detecteren. Voor een veilige werking van het camerasys- teem moet het voldoende helder zijn. Het ca- merasysteem is niet geschikt voor slecht ver- lichte of donkere omgevingen.
  • Pagina 402 Bediening Optische assistentiesystemen  LET OP Vervormde weergave van de omgeving. Afstanden en geometrische afmetingen ten opzichte van obsta- kels kunnen in werkelijkheid afwijken van de weerga- ve op het scherm. – Kijk altijd in de richting waarin u rijdt, ongeacht de camera's.
  • Pagina 403 De camerahoek wordt zodanig gekozen dat ● het contragewicht altijd zichtbaar is en dus ook de directe omgeving van de machine. STILL adviseert om deze instelling niet te wijzigen. Het beeld wordt op de juiste manier weer- ● gegeven, net als in de binnenspiegel van een auto.
  • Pagina 404 Bediening Optische assistentiesystemen  LET OP Bij het transporteren van grote ladingen kan de front- zichtcamera geen personen of obstakels direct vóór de machine detecteren. Rijd geen lange afstanden. Gebruik indien nodig een geleiding. Camera op de rechter vork De camera mag alleen worden gebruikt om ●...
  • Pagina 405 Bediening Optische assistentiesystemen  LET OP Mogelijk verwondingsgevaar of risico van materiële schade aan onderdelen door onjuiste aanpassingen aan de vorken! Aanpassingen zoals boorgaten voor voorzetappara- tuur, laswerkzaamheden of dergelijke kunnen de constructie van de vorken verzwakken en ernstige ongevallen als gevolg van vallende lasten veroorza- ken.
  • Pagina 406 Bediening Optische assistentiesystemen Het is de verantwoordelijkheid van de bestuur- der om ervoor te zorgen dat de laser geen gevaar vormt voor personen.  GEVAAR Verwondingsgevaar! Als u in de laserstraal kijkt, kunnen de ogen letsel oplopen (laserklasse 1M). – Als de kans bestaat dat mensen gevaar lopen, moet u de laser onmiddellijk uitschakelen.
  • Pagina 407 Bediening Optische assistentiesystemen  LET OP Mogelijk verwondingsgevaar of risico van materiële schade aan onderdelen door onjuiste aanpassingen aan de vorken! Aanpassingen zoals boorgaten voor voorzetappara- tuur, laswerkzaamheden of dergelijke kunnen de constructie van de vorken verzwakken en ernstige ongevallen als gevolg van vallende lasten veroorza- ken.
  • Pagina 408 Bediening Optische assistentiesystemen Gebruik van Laser-Smartfork   LET OP Risico van beschadiging door verkeerde berekening van de hefhoogte De Laser-Smartfork is een assistentiesysteem dat de bestuurder helpt om lasten in en uit te slaan bij aanzienlijke hefhoogtes. De bestuurder moet zich bewust zijn van de limieten van het systeem.
  • Pagina 409 Zie het hoofdstuk ”Favorieten configu- reren” in de afzonderlijke bedieningsinstruc- ties voor het ”display- en bedieningspaneel voor STILL Easy Control”. – Automatisch: schakel de automatische functie in met de softkey . Wanneer ver- volgens het ”hef/daal”-bedieningselement...
  • Pagina 410 Bediening Optische assistentiesystemen moet exact parallel lopen aan het referen- tieobject. Als de lijn niet parallel loopt, doe dan het vol- gende: – Draai de vier stifttappen (1) van de afdek-  plaat (2) los en verwijder de afdekplaat voorzichtig. – Draai de stifttap (3) los die voorkomt dat de laser kan draaien.
  • Pagina 411 Bediening Optische assistentiesystemen – Reinig de lens (1) in de vorkpunt alleen  wanneer de laser is uitgeschakeld. – Reinig de lens met een pluisvrije doek of een wattenstaafje. Bevochtig het watten- staafje zo nodig met een in de handel ver- krijgbare glasreiniger.
  • Pagina 412 Bediening Cabine Cabine Cabinedeur openen en sluiten   LET OP Risico van beschadiging van componenten. Als de cabinedeur tijdens het rijden opengaat, be- staat er risico van beschadiging door botsen. – De cabinedeur moet stevig worden vastgeklikt. De machine is uitgerust met een cabinedeur- sensor die wordt gebruikt om het sluiten van de cabinedeur te bewaken.
  • Pagina 413 Bediening Cabine Cabinedeur van buitenaf sluiten: – Pak de deur vast aan de deurgreep (4). Sluit de cabinedeur door ertegen te druk- ken. Cabinedeur van binnenuit sluiten: – Pak de greep (2) vast. – Trek de cabinedeur dicht en sluit hem. Zijruit openen en sluiten ...
  • Pagina 414 Bediening Cabine Interieurverlichting in- of uitscha-  kelen (variant) – Voor het in- en uitschakelen van de inte- rieurverlichting drukt u op de drukschake- laar (1) in het midden van de interieurver- lichtingseenheid. Radio (variant) De radio en luidsprekers zijn een uitrustings- variant.
  • Pagina 415 Bediening Cabine Verwarming (variant)  GEVAAR Er bestaat vergiftigingsgevaar wanneer sterk verontreinigde omgevingslucht in de gesloten cabine wordt gezogen! – Bedien de verwarming niet in de buurt van opslagruimten of soortgelij- ke ruimten waarin brandstofdampen of fijnstof (bijv. steenkool-, hout- of graanstof) kunnen voorkomen.
  • Pagina 416 Bediening Cabine Bedieningselementen van de verwar-  ming De bedieningselementen van de verwarming bestaan uit: Regelknop voor het verwarmingsniveau Regelknop voor de ventilator Regelknop voor de ventilatieopening Ventilator en verwarming inschakelen – Draai de regelknop voor de ventilator (2) naar de gewenste ventilatorstand. De ventilator loopt met het toerental dat met de regelknop voor de ventilator (2) is gekozen.
  • Pagina 417 Bediening Cabine Regelknop voor de ventilatieopening in- stellen – Om de luchtstroom naar de voetruimte te leiden, draait u de regelknop voor de venti- latieopening (3) linksom in de stand  – Om de luchtstroom naar de voorruit te lei- den, draait u de regelknop voor de ventila- tieopening (3) rechtsom in de stand ...
  • Pagina 418 Bediening Cabine Zekeringen vervangen  GEVAAR Brandgevaar door kortsluitingen! Het gebruik van verkeerde zekeringen kan kortsluitingen veroorzaken. – Gebruik uitsluitend zekeringen met de voorgeschreven nominale stroom- waarde. – De zekeringen mogen alleen worden vervangen door het geautoriseerde servicecentrum. Airconditioning (variant)  De airconditioning droogt de lucht in de cabi- ne om te voorkomen dat de ruiten beslaan.
  • Pagina 419 Bediening Cabine Ontdooifunctie De ontdooifunctie kan worden gebruikt voor het snel ontdooien en ontvochtigen van de voorruit. Draai hiertoe de regelknop van de ventilatieopening (3) linksom naar de stand . Open de luchtverdelers en richt deze op de voorruit. – Schakel de airconditioning in. –...
  • Pagina 420 Bediening Cabine Openklapbare dakruit (variant)   WAARSCHUWING Beknellingsgevaar! – Kom tijdens het sluiten van de dakruit niet met uw vingers of handen tussen de dakruit en het beschermdak. – Probeer geen componenten aan de binnenzijde aan te raken terwijl deze worden gesloten. De openklapbare dakruit (1) kan in drie stan- den worden opengeklapt en vergrendeld: Opengeklapt aan de voorkant...
  • Pagina 421 Bediening Cabine – Houd met uw rechterhand de greep (2) op de dakruit (1) vast en klap de dakruit open totdat de borgpen (3) vastklikt. De dakruit (1) wordt in de opengeklapte stand gehouden – Om de dakruit te sluiten, trekt u de borgpen (3) met uw linkerhand naar buiten en houdt u de borgpen vast.
  • Pagina 422 Bediening Aanhangwagens trekken Aanhangwagens trekken Gesleepte last   GEVAAR Bij het trekken van aanhangers bestaat er een gro- ter ongevallenrisico. Het gebruik van een aanhanger verandert de rijei- genschappen van de machine. Bedien de machine tijdens het trekken van een aanhanger zodanig dat er tijdens alle rijmanoeuvres veilig met de combinatie wordt gereden en geremd.
  • Pagina 423 Bediening Aanhangwagens trekken  LET OP Risico van beschadiging van componenten! Een steunende last is niet toegestaan. – Gebruik geen aanhangers waarvan de dissel wordt ondersteund door de aanhangerkoppeling. Deze heftruck is geschikt voor het incidenteel trekken van aanhangers. Wanneer de heftruck is uitgerust met een aanhangerkoppeling, mag dit incidenteel trekken van aanhangers niet meer beslaan dan 2% van de dagelijkse be-...
  • Pagina 424 Bediening Aanhangwagens trekken – Duw de koppelpen (1) omlaag, draai de pen  90° en trek de pen eruit. OPMERKING Uitzonderingen voor de RX20-14C en RX20-16C: draai de koppelpen (1) 90° en trek hem eruit. – Stel de hoogte van de dissel af.  GEVAAR Er kunnen mensen tussen de machine en de aan- hanger bekneld raken.
  • Pagina 425 Bediening Aanhangwagens trekken Aanhangwagen afkoppelen – Neem maatregelen om te voorkomen dat de machine wegrolt; gebruik bijvoorbeeld keggen. – Duw de koppelpen (2) omlaag, draai de pen  90° en trek de pen eruit. – Rijd de machine langzaam naar voren en leid het trekstangoog helemaal uit de uit- sparing (2) in het contragewicht.
  • Pagina 426 Bediening Aanhangwagens trekken  GEVAAR Er bestaat levensgevaar wanneer de machine weg- rolt! Als u de heftruck kort verlaat om een aanhanger aan of af te koppelen, bestaat er levensgevaar door overrijden als de machine wegrolt. – Schakel de parkeerrem in. –...
  • Pagina 427 Bediening Aanhangwagens trekken  WAARSCHUWING Risico van beschadiging van het sleepstangoog of de dissel! Door de achterwielbesturing van de heftruck is de zijwaartse zwenkhoek van de dissel misschien niet groot genoeg. De koppeling of de dissel kan bescha- digd raken! Het trekstangoog van de dissel moet qua vorm en afmetingen overeenkomen met de aanhan- gerkoppeling.
  • Pagina 428 Bediening Aanhangwagens trekken Model RO*244 aankoppelen  OPMERKING Aanhangerkoppeling RO*244 is bedoeld voor een trekstangoog volgens DIN 74054 (ope- ningsdiameter 40 mm) of DIN 8454 (openings- diameter 35 mm). – Neem maatregelen om te voorkomen dat de machine wegrolt; gebruik bijvoorbeeld keggen. – Breng het trekoog op één lijn met de van- gmuilkoppeling.
  • Pagina 429 Bediening Aanhangwagens trekken – Verwijder de beveiligingen tegen wegrollen van de aanhangwagen. – Rijd de heftruck met de aanhangwagen ca. 1 m naar voren en rijd vervolgens een stuk- je achteruit. – Controleer bij de koppelpen of de controle- pen niet buiten zijn geleiding uitsteekt. –...
  • Pagina 430 Bediening Aanhangwagens trekken Model RO*245 aankoppelen  OPMERKING Aanhangerkoppeling RO 245 is bedoeld voor een trekoog volgens DIN 74054 (openingsdia- meter 40 mm) of DIN 8454 (openingsdiameter 35 mm). – Neem maatregelen om te voorkomen dat de machine wegrolt; gebruik bijvoorbeeld keggen. – Breng het trekoog op één lijn met de van- gmuilkoppeling.
  • Pagina 431 Bediening Aanhangwagens trekken Model RO*245 afkoppelen  – Neem maatregelen om te voorkomen dat de machine wegrolt; gebruik bijvoorbeeld wielkeggen. – Duw de hendel (5) omhoog. – Rijd de machine langzaam naar voren tot het trekoog en de vangmuilkoppeling van elkaar gescheiden zijn.
  • Pagina 432 Bediening Gebruik in koelhuizen Gebruik in koelhuizen  De machine kan worden gebruikt in koelhui- zen. Hiervoor kan koelhuisuitrusting met hy- drauliekolie voor lage temperaturen nodig zijn. De machine is uitgerust voor twee verschillen- de gebruikstoepassingen. Het koelhuispictogram geeft de variant aan met koelhuisuitrusting die hydrauliekolie voor lage temperaturen gebruikt.
  • Pagina 433 Bediening Gebruik in koelhuizen  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door beperkte inzetbaarheid! Bij zeer lage temperaturen heeft het display- en bedieningspaneel een langere periode nodig om be- drijfsklaar te zijn. De machine kan gedurende deze tijd niet worden gebruikt. Deze status wordt als volgt op het display weergege- ven:  ...
  • Pagina 434 Bediening Gebruik in koelhuizen De lastdynamiek beperken tot lastprogramma  1 tijdens de opwarmfase OPMERKING Tijdens de opwarmfase wordt de lastingsdyna- miek beperkt tot lastprogramma 1. Het hier- naast afgebeelde symbool verschijnt op het display totdat de opwarmfase is voltooid. – Rijd ca. vijf minuten met de machine en bedien de rem meerdere malen om de be- drijfsveiligheid te garanderen.
  • Pagina 435 Bediening Gebruik in koelhuizen Het opladen bij lage temperaturen duurt ex- treem lang. Bij temperaturen onder 10 °C kan de batterij niet volledig worden opgeladen met de gebruikelijke laadparameters. – Laad de batterij voor elke ploegendienst volledig op. – Tijdens de gasvorming dient u altijd gedes- tilleerd water bij...
  • Pagina 436 De laadstatus van de batterij is te laag voor gebruik met de machine. - Laad de batterij op.     Speciale functie voor STILL RXE: Batterij leeg De aandrijfeenheid wordt beperkt tot 5 km/h. De prestaties van de werkhydrauliek zijn be- perkt.
  • Pagina 437 Oorzaak/actie De laadstatus van de batterij is laag. Er is spra- ke van een vermogensreductie van de machine. - Laad de batterij op. Speciale functie voor STILL RXE: V6905 De aandrijfeenheid wordt beperkt tot 5 km/h. V6985 Alleen het ”Classic” rijprogramma kan worden V6986  ...
  • Pagina 438 Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Het zuurpeil van de loodzuurbatterij is te laag. Gebruik de machine niet verder met deze batte- Controleer het niveau van   rij.   het batterijzuur - Niveau van het batterijzuur controleren. Corri- geer indien nodig.
  • Pagina 439 Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Deze melding wordt niet weergegeven tijdens normaal bedrijf.     Diagnosemodus actief - Neem contact op met uw geautoriseerde servi- cecentrum. Wanneer een voorzetapparaat is gemonteerd en er geen pompsnelheid is ingesteld voor de bewegingsrichting, wordt dit bericht weergege- Pomptoerental instel-  ...
  • Pagina 440 - Neem contact op met het geautoriseerde ser-     vicecentrum als de melding blijft verschijnen. Storing: Batterij Speciale functie voor STILL RXE: De machine wordt afgeremd tot deze stilstaat. De aandrijfeenheid is geblokkeerd. De werkhydrauliek is geblokkeerd. Deze melding over de boordbatterijlader wordt geactiveerd door verschillende oorzaken: De zekering voor de voeding is geactiveerd.
  • Pagina 441 Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie De gewenste actie is alleen mogelijk na het uit- Parkeerrem uitschake-   schakelen van de parkeerrem.   - Laat het rempedaal los. De machineregeleenheid detecteert dat de rem- kracht van de elektrische parkeerrem afneemt. - Blokkeer de machine met keggen zodat de  ...
  • Pagina 442 Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Als de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt en de cabinedeur (variant) niet is gesloten, is de Sluit de cabinedeur of rijsnelheid beperkt tot 4 km/h en verschijnt deze   doe de veiligheidsgordel melding.   - Sluit de cabinedeur of doe de veiligheidsgordel Als de cabinedeur wordt geopend terwijl de ma- chine rijdt, remt de machine automatisch af naar...
  • Pagina 443 Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie De rijrichtingschakelaar op het hydraulische be- dieningselement is defect. Rijden in noodgevallen is mogelijk; hiertoe doet u het volgende:   - Zet de rijrichtinghendel op de rijrichting- en Richt. noodgev. via hen-  ...
  • Pagina 444 Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Als de waarschuwingsknipperlichten (variant) zijn ingeschakeld wanneer de machine is uitgeschakeld, blijft het display- en bedienings-     paneel actief. Vervolgens, wanneer een machi- Schakel het contact in nefunctie wordt opgevraagd, verschijnt deze melding.
  • Pagina 445 Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Als de machine is uitgerust met een voetscha- kelaar en een machinefunctie wordt opgevraagd     wanneer de voetschakelaar niet wordt bediend, Dodemansschakelaar verschijnt deze melding. - Bedien de voetschakelaar. Met de ”overbelastingsbeveiliging”-variant ver- schijnt deze melding als een te zware last wordt  ...
  • Pagina 446 Bediening Displaymeldingen Meldingen over de machine Als er meldingen met een code verschijnen op het display- en bedieningspaneel, heeft de heftruckregeleenheid een storing gedetec- teerd. De melding met een code wordt op- geslagen in de meldingslijst tot de oorzaak van de melding is verholpen. De opgeslagen meldingen kunnen worden opgevraagd uit de ”meldingslijst”.
  • Pagina 447 Bediening Procedure in noodsituaties Procedure in noodsituaties Nooduitschakeling   WAARSCHUWING De elektrische rembekrachtiging werkt niet als de noodstopschakelaar wordt bediend! Door de noodstopschakelaar (1) te bedienen, wor- den de aandrijvingen losgekoppeld van de voeding. De rem met energieterugwinning houdt de machine niet tegen op een helling.
  • Pagina 448 Bediening Procedure in noodsituaties In de rijmodus heeft het indrukken van de noodstopschakelaar (1) de volgende effec- ten: De rijsnelheid wordt bij loslaten van het rij- ● pedaal niet verlaagd, in overeenstemming met het geselecteerde rijprogramma. De machine rolt uit tot stilstand. Bij...
  • Pagina 449 Bediening Procedure in noodsituaties – Houd het stuur stevig vast met beide han- den. – Zet u met uw voeten in de voetruimte schrap. – Buig uw bovenlichaam over het stuur. – Buig uw lichaam in de tegengestelde rich- ting van de kantelrichting. Noodhamer ...
  • Pagina 450 Bediening Procedure in noodsituaties defect raakt, kan er in noodgevallen met be- hulp van het bedieningselement met de ma- chine worden gereden om een gevaarlijk ge- bied te verlaten. Aangezien de machine slechts in beperkte mate kan worden verplaatst, bestaat er een ongevallenrisico.
  • Pagina 451 Bediening Procedure in noodsituaties Nooddaalinrichting Als de regeleenheid van het hydraulisch sys- teem uitvalt terwijl er een last geheven is, kunt u de last toch laten zakken. Hiertoe bevindt zich een speciale nooddaalbout in het klep- penblok.  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten of dalende componenten van de machine.
  • Pagina 452 Bediening Procedure in noodsituaties – Schroef met de inbussleutel de nooddaal-  bout (3) maximaal 1,5 omwenteling los.  WAARSCHUWING De last daalt! Door de nooddaalbout los te schroeven kan de daal- snelheid worden geregeld. – Neem de onderstaande lijst met punten in acht. Daarbij...
  • Pagina 453 Bediening Procedure in noodsituaties Noodbediening van de elektri- sche parkeerrem (variant)  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overre- den te worden wanneer de machine wegrolt. De heftruck kan wegrollen wanneer de parkeerrem is uitgeschakeld. – In een noodgeval moet de machine bergafwaarts met keggen onder de wielen worden vastgezet om te voor- komen dat de machine wegrolt.
  • Pagina 454 Bediening Procedure in noodsituaties – Til de afdekking (2) op en klap deze omh-  oog. – Trek het handwiel (1) eruit. 6219_003-228 – Draai het handwiel (1) om en breng het op-  nieuw aan. Parkeerrem uitschakelen  – Om de parkeerrem uit te schakelen, drukt u op het handwiel (1) en draait u het voorzich- tig linksom tot tegen de onderste aanslag.
  • Pagina 455 Bediening Procedure in noodsituaties Slepen  Veiligheidsinformatie  GEVAAR Het remsysteem van het sleepvoertuig kan weige- ren. Ongevallenrisico! Als het remsysteem van het sleepvoertuig niet krach- tig genoeg is, kunnen het voertuig en de heftruck niet veilig worden afgeremd of kunnen de remmen van het voertuig weigeren.
  • Pagina 456 Bediening Procedure in noodsituaties  GEVAAR Levensgevaar tijdens het manoeuvreren! Tijdens het manoeuvreren kunnen er mensen tussen de machine en het sleepvoertuig bekneld raken. Om er zeker van te zijn dat de bestuurder van het sleepvoertuig en de monteur die de sleepstang mon- teert geïnformeerd worden over mogelijke risico's, mag het sleepvoertuig alleen worden bestuurd en de sleepstang alleen worden aangebracht als er een...
  • Pagina 457 Bediening Procedure in noodsituaties – Bevestig de sleepstang aan de aanhange- rkoppeling van het sleepvoertuig en van de heftruck. – Ga op de bestuurdersstoel zitten in de ma- chine die moet worden gesleept. Doe de veiligheidsgordel om. – Gebruik de aanwezige veiligheidssystemen. –...
  • Pagina 458 Bediening Batterijstekker aansluiten en loskoppelen Batterijstekker aansluiten en loskoppelen Batterijstekker aansluiten  – Open de batterijdeur.  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als de batterijstekker wanneer het contact is inge- schakeld onder last wordt aangesloten, vindt er een vonkoverslag plaats. Deze vonkoverslag kan de con- tacten beschadigen, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
  • Pagina 459 Bediening Batterijstekker aansluiten en loskoppelen Batterijstekker loskoppelen  – Open de batterijdeur.  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als de batterijstekker wordt losgekoppeld als het contact is ingeschakeld (onder last), vindt er een boogontlading plaats. Dit kan erosie van de contac- ten veroorzaken, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
  • Pagina 460 Bediening Sneloplaadaansluiting Sneloplaadaansluiting Toegang voor snel opladen (va- riant) De snellaadaansluiting (variant) is een extra oplaadaansluiting achter een deksel op het linkerpaneel. Met deze oplaadaansluiting kun- nen loodzuurbatterijen en lithium-ionbatterijen worden opgeladen zonder dat de batterijdeur hoeft te worden geopend. Met deze oplaad- mogelijkheid is opladen niet sneller dan bij...
  • Pagina 461 Bediening Sneloplaadaansluiting Veiligheidsinformatie  GEVAAR Explosiegevaar door ontvlambare gas- sen! De loodzuurbatterij geeft tijdens het op- laden een mengsel van zuurstof en wa- terstof (knalgas) af. Dit gasmengsel is explosief en mag niet ontbranden. Binnen een afstand van 2 m van de ge- parkeerde machine met de op te laden batterij...
  • Pagina 462 Bediening Sneloplaadaansluiting  GEVAAR Brandgevaar door oververhitting van stekkerverbinding! Trek een belaste netstekker niet los, aangezien dit tot overmatige slijtage leidt en een potentieel brandgevaar vormt. – Als de stekker vóór het einde van het laadproces uit het stopcontact moet worden getrokken, moet u het laad- proces bij...
  • Pagina 463 Bediening Sneloplaadaansluiting Algemeen OPMERKING Voor een maximale levensduur van de batte- rij moet u loodzuurbatterijen altijd volledig op- laden. Houd u aan de maximale laadstroomli- miet voor externe batterijladers voor toegang voor snel opladen. Voor tussentijds opladen tijdens werkonderbrekingen gebruikt u een luchtcirculatiepomp (variant).
  • Pagina 464 Bediening Sneloplaadaansluiting 1. Loodzuurbatterij met machine uitge- schakeld – Sluit de oplaadkabel aan op de snellaa- daansluiting (2). De batterij wordt opgeladen. Op de display- en bedieningseenheid wordt niets weergegeven. – Wanneer het laadproces is voltooid, koppelt u de laadkabel los van de snellaadaanslui- ting (2).
  • Pagina 465 Bediening Sneloplaadaansluiting 4. Lithium-ionbatterij met machine inge- schakeld – Sluit de oplaadkabel aan op de snellaa- daansluiting (2). De machine gaat over naar de ladingstoe- stand. De aandrijvingen worden spannings- loos gemaakt. De batterij wordt opgeladen. Op de display- en bedieningseenheid (3) wordt de ladingstoe- stand weergegeven.
  • Pagina 466 Bediening Boordbatterijlader Boordbatterijlader Algemene informatie over de boordbatterijlader (variant) Met een boordbatterijlader (variant), is er geen batterijlader op het bedrijfsterrein vereist. Deze batterijlader is geschikt voor gebruik met een openbaar 400-V driefasevoedings- systeem met een CEE-16-A-contactdoos. De contactdoos moet ten minste voldoen aan de volgende vereisten en regelmatig worden ge- controleerd door een vakspecialist: Zekeringbescherming met 16 A (kenmerk...
  • Pagina 467 Bediening Boordbatterijlader Oplaadkabel  Gebruik uitsluitend de meegeleverde oplaad- kabel als verbinding tussen de boordbatterijla- der en de netcontactdoos. Neem het volgende in acht wanneer de op- laadkabel wordt gebruikt: – Leid de oplaadkabel zonder sterke mecha- nische belasting (spanning). –...
  • Pagina 468 Bediening Boordbatterijlader Opnieuw configureren is niet nodig: bij overschakelen van een loodzuurbatterij ● op een STILL-lithium-ionbatterij bij overschakelen van een STILL-lithium- ● ionbatterij op een andere STILL-lithium-ion- batterij De batterijlader ontvangt alle benodigde ge- gevens direct van de lithium-ionbatterij. Herconfiguratie vereist: bij...
  • Pagina 469 Bediening Boordbatterijlader Menu  Boordbatterijlader De volgende functies kunnen worden inge- steld of ingeschakeld: Laadkarakteristiek ● Laadkarakteristiek ● Laadbegintijd Laadbegintijd ● Laadstroombegrenzing ● Druppellading Laadstroombegrenzing Druppellading Vlootbeheerder 6219_003-285_nl Laadkarakteristiek – Druk op de softkey Laadkarakteris- tiek De mogelijke laadkarakteristieken worden ...
  • Pagina 470 Bediening Boordbatterijlader Menu  Laadbegintijd – Voer de laadbegintijd in met de softkeys  Laadbegintijd – Als u de instelling wilt , drukt u op opslaan de toets – Voor het activeren van de laadbegintijd drukt u op de scrolltoets  Tijd laadbegin invoeren Het display keert terug naar het menu Boordbatterijlader Als er een laadbegintijd is gedefinieerd, gaat...
  • Pagina 471 Bediening Boordbatterijlader Het symbool verandert in  (3). De oranje  activeringsbalk naast de softkey gaat branden. De ladingstoestandindicator (2) beweegt en 10,0 wordt groen weergegeven. De batterij wordt opgeladen. De resterende laadtijd (1) wordt linksboven weergegeven. 75 % 6219_003-289 Laadstroombegrenzing Laadstroombegrenzing is vereist onder de vol- gende omstandigheden: Onvoldoende vermogen intern net ●...
  • Pagina 472 Bediening Boordbatterijlader de boordbatterijlader regelmatig de ladings- toestand van de batterij en wordt de batterij indien nodig opgeladen. – Druk op de softkey Druppellading Als druppellading actief is, licht de oranje acti- veringsbalk naast de softkey op. – Druk opnieuw op de softkey om druppella- ding uit te schakelen.
  • Pagina 473 Bediening Boordbatterijlader  GEVAAR Explosiegevaar door statische opla- ding! Als de bestuurder elektrostatisch is gela- den, kan het aanraken van de batterij voor vonkvorming zorgen. Deze vonken kunnen ontstaan knalgas laten ontbran- den. – Om de mogelijke elektrostatische la- ding af te voeren, moet u een geaar- de component aanraken dat zich op grote afstand van de batterij...
  • Pagina 474 Bediening Boordbatterijlader  GEVAAR Brandgevaar door boogontlading! Als de oplaadstekker tijdens het opladen wordt losgekoppeld (onder last), ontstaat er een boogontlading. Dit kan erosie van de contacten veroorzaken, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort. Daarnaast kan de elektro- nica van de machine beschadigd raken door de opgewekte overspanning.
  • Pagina 475 Bediening Boordbatterijlader OPMERKING Voor een maximale levensduur van de batterij moet u loodzuurbatterijen altijd volledig opla- den. Voor tussentijds opladen tijdens werkon- derbrekingen gebruikt u een elektrolytcircula- tiepomp (variant). Lithium-ionbatterijen kunnen zonder dat dit de levensduur van de batterijen verkort zo vaak als nodig op elk moment tus- sentijds worden opgeladen.
  • Pagina 476 Bediening Boordbatterijlader – Sluit de machinestekker (4) van de oplaad-  kabel aan op de contactdoos van de opla- der (3) op de machine. – Zorg dat de vergrendeling (5) goed gesloten Na een zelftest start de batterijlader automa- tisch het laadproces. De LED (6) pulseert geel.
  • Pagina 477 Bediening Boordbatterijlader Weergave van de ladingstoestand op  de contactdoos van de oplader De LED (6) op de contactdoos van de oplader gebruikt verschillende gekleurde knippercodes om de huidige status van het laadproces aan te geven. Alleen het geautoriseerde service- centrum mag storingen verhelpen. 6219_003-255 De volgende knippercodes zijn mogelijk: Knipperco-...
  • Pagina 478 Bediening Boordbatterijlader Knipperco- Status Laadproces afgebroken of geen systeemspanning aanwezig. Oververhitting van de aangesloten batterij   Geel/rood Wachten op herstart na een stroomuitval Legenda: → LED uit → LED aan → LED knippert → LED pulseert → Pulseert afwisselend De ladingstoestand vanaf de achterlich- ten lezen Desgewenst kan het laadproces ook worden aangegeven via een knippersignaal op de...
  • Pagina 479 Bediening Boordbatterijlader Einde van het laadproces  Wanneer de batterij volledig is opgeladen, stopt de batterijlader automatisch het laadpro- ces. De weergave van de ladingstoestand (7) 10:48 op het display- en bedieningspaneel van de machine toont 100% 100 % 6219_003-263 –...
  • Pagina 480 Bediening Boordbatterijlader Het laadproces handmatig beëindigen – Druk kort op de laadknop (8) op de machi-  nestekker. De weergave van de laadstatus op het dis- play- en bedieningspaneel gaat uit. U kunt de netstekker nu loskoppelen. – Als het laadproces opnieuw moet worden gestart, koppelt u de machinestekker los en sluit u deze na ca.
  • Pagina 481 Bediening Boordbatterijlader OPMERKING Om de elektrolyt in de batterij te mengen, wordt de elektrolytcirculatiepomp alleen perio- diek ingeschakeld. Reinigen Controleer de boordbatterijlader regelmatig op vervuiling, met name in de buurt van de venti- latoren. Als de batterijlader ernstig vervuild is, kan dat een negatieve invloed op de koeling hebben.
  • Pagina 482 Als er andere batterijen worden gebruikt, is het niet mogelijk om te garanderen dat de batterij niet be- schadigd raakt en correct oplaadt. – Gebruik alleen de hier vermelde batterijen. In aanvulling op originele STILL lithium-ionbatterijen mogen alleen de volgende batterijen worden gebruikt: Fabrikant Aanduiding...
  • Pagina 483 Bediening Boordbatterijlader Om de volledige levensduur van de batte- rij te bereiken, wordt aanbevolen dat een mi- nimale laadstroom van 0,1 C (0,12 C voor gelbatterijen) niet wordt onderschreden. Dit le- vert de maximale batterijcapaciteit. Als grotere batterijen dan aangegeven worden opgeladen, kunnen deze na verloop van tijd beschadigd raken of ze worden niet volledig opgeladen.
  • Pagina 484 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij Omgang met de loodzuurbatterij Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met de batterij – Bij het opstellen en bedienen van laadsta- tions voor batterijen moeten de nationale wettelijke voorschriften van het land van ge- bruik worden opgevolgd.  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijla- der!
  • Pagina 485 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij  WAARSCHUWING Gevaar van beknelling/afschuiven! De batterij is erg zwaar. Er bestaat gevaar van ernstig letsel wanneer li- chaamsdelen onder de batterij bekneld raken. Er bestaat verwondingsgevaar als er tij- dens het sluiten van de batterijdeur li- chaamsdelen tussen de batterijdeur en de rand van het chassis ingeklemd ra- ken.
  • Pagina 486 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij  GEVAAR Explosiegevaar door ontvlambare gas- sen! De batterij geeft tijdens het opladen een mengsel van zuurstof en waterstof (knal- gas) af. Dit gasmengsel is explosief en mag niet ontbranden. Er mogen zich geen brandbare mate- rialen of vonkvormende werkmaterialen binnen 2 m van de batterijlader en de machine bevinden wanneer de machine...
  • Pagina 487 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij Batterijonderhoud uitvoeren De celdeksels van de batterij moeten droog en schoon worden gehouden. Klemmen en kabelschoenen moeten schoon, licht met batterijvet ingevet en stevig beves- tigd zijn. – Neutraliseer alle gemorste batterijzuur on- middellijk. – Volg de veiligheidsvoorschriften voor de omgang met batterijzuur op;...
  • Pagina 488 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij geforceerde luchtkoeling van het batterijcom- partiment. – Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden geblokkeerd. – Als het batterijdeksel is vervormd, neem dan contact op met het geautoriseerde ser- vicecentrum. Batterij onderhouden  GEVAAR Levens- en letselgevaar! –...
  • Pagina 489 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij Toestand van de batterij en ni- veau en dichtheid van het zuur controleren  WAARSCHUWING De elektrolyt (verdund zwavelzuur) is gif- tig en bijtend! – Volg de veiligheidsvoorschriften voor de omgang met de batterij op; zie het hoofdstuk ”Batterijzuur”.
  • Pagina 490 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij (afhankelijk van de maat van de gebruikte schroeven van de klemmen). – Controleer de dichtheid van het zuur met behulp van een zuurweger. Na het opladen moet de zuurdichtheid tussen 1,28 en 1,30 kg/l liggen. Bij een lege batterij mag de zuurdichtheid niet lager zijn dan 1,14 kg/l.
  • Pagina 491 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij De batterijlaadindicator kalibreren Wanneer de batterij wordt vervangen, kan de ontlading van de nieuw geplaatste batterij on- juist worden berekend en weergegeven, als gevolg van verschillende veroudering of ontla- ding. Dit kan zelfs gebeuren wanneer dezelfde batterijtypen worden gebruikt.
  • Pagina 492 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij – Druk op de softkey  Batterij Rijprogramma's Batterij 6219_003-327_nl – Druk op de softkey  Batterij-indica- tor kalibreren Nadat de instructie is uitgevoerd wordt het bericht Batterij-indicator kalibreren Kalibratie voltooid Kali- weergegeven. bratie mislukt –...
  • Pagina 493 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij  GEVAAR Explosiegevaar door oude batterijen! Oude en onvoldoende onderhouden batterijen kun- nen tijdens het opladen een overmatige hoeveelheid gassen produceren en te warm worden. De toegenomen productie van explosief gas kan tot een explosie leiden. –...
  • Pagina 494 – Gebruik een beschadigde verbindingseenheid niet meer. Laat het erkende servicecentrum de aan- sluiting repareren. OPMERKING STILL raadt u aan altijd onderdelen (stekker en stopcontact) van dezelfde fabrikant te ge- bruiken voor de aansluiting tussen de batte- rijlader en de batterij. Het gebruik van com- ponenten van verschillende fabrikanten kan leiden tot verhoogde slijtage door de verschil-...
  • Pagina 495 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij – Leg geen metalen voorwerpen of gereed- schappen op de batterij. – Blijf uit de buurt van open vuur. Rook niet. – Controleer de batterijkabels op beschadi- ging. Laat de batterijkabels indien nodig vervangen door het geautoriseerde service- centrum.
  • Pagina 496 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij De batterijdeur kan met behulp van een steun-  beugel worden vergrendeld in de geopende stand. – Trek de steunbeugel (1) omhoog en uit het steunoog (2) van de batterijdeur. – Draai de steunbeugel (1) linksom naar bui- ten.
  • Pagina 497 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij – Sluit de batterijdeur. Zorg er hierbij voor dat  er geen kabels tussen het chassis en de batterijdeur bekneld raken. De batterijdeur moet vergrendeld zijn. De machine is uitgerust met een deurcontact- schakelaar voor de batterijdeur. Als de batte- rijdeur niet volledig is gesloten, verschijnt de melding op het...
  • Pagina 498 Bediening Omgang met de loodzuurbatterij De batterijlader blijft ingeschakeld. Afhankelijk van het type batterijlader, begint de vereffen- ingslading tussen de 6 en 24 uur na afloop van het daadwerkelijke oplaadproces. De ver- effeningslading duurt maximaal 2 uur. – Raadpleeg de bedieningsinstructies van de fabrikant van de batterijlader.
  • Pagina 499 Bediening Omgang met de gelbatterij Als het zuurniveau te laag is, verschijnt  de melding Controleren zuurniveau op het display van de display-een- batterij heid. 0,09  LET OP 3,3° Batterij Risico van beschadiging van de loodzuurbatterij! zuurpeil controleren Als het zuurniveau in een of meer batterijcellen te laag is, raakt de loodzuurbatterij...
  • Pagina 500 Bediening Omgang met de gelbatterij Deze voordelen zijn echter ten koste van de hoeveelheid bruikbare energie in de batte- rij. Hoewel een conventionele loodzuurbatterij 80% van de energie in de batterij kan gebrui- ken, verbruikt de gelbatterij slechts 60%. Aan de andere kant is een gelbatterij...
  • Pagina 501 Bediening Omgang met de gelbatterij  LET OP Mogelijke beschadiging van de gelbatterij! Gelbatterijen mogen alleen worden opgeladen met laders die zijn goedgekeurd voor gelbatterijen. Een andere lader kan de batterij beschadigen of vernieti- gen. – Verwijder, vervang of converteer de codepin in de oplaadaansluiting van de batterij...
  • Pagina 502 Bediening Omgang met de gelbatterij fabrikant van de batterij en van de batterijla- der op. Afmetingen en gewicht van de batterij  GEVAAR Kantelgevaar door veranderd batterijgewicht De afmetingen en het gewicht van de batterij beïn- vloeden de stabiliteit van de machine. Bij het ver- vangen van de batterij...
  • Pagina 503 Bediening Omgang met de gelbatterij De gelbatterij opladen De oplaadprocedure is in principe hetzelfde als voor een loodzuurbatterij. Er zijn echter geen beschermende maatregelen vereist voor het ontsnappen van oxywaterstofgas. – Parkeer de machine beveiligd. – Open de batterijdeur volledig. –...
  • Pagina 504 Bediening Omgang met de gelbatterij  LET OP Als de kabels beschadigd raken, bestaat er kortslui- tingsgevaar! Zorg dat de batterijkabel niet bekneld raakt als de batterijdeur wordt gesloten. – Zorg dat de batterijkabel niet in contact komt met de batterijdeur. –...
  • Pagina 505 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij Omgang met de lithium-ionbatterij Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met de lithium-ionbatte- rij Maatregelen voor eerste hulp  WAARSCHUWING Verwondingsgevaar! Ontsnappende gassen kunnen leiden tot ademha- lingsproblemen. Noodzakelijke maatregelen als er gassen of vloeistoffen ontsnappen – Ventileer de ruimte onmiddellijk of ga naar buiten in de frisse lucht;...
  • Pagina 506 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij  WAARSCHUWING Gevaar van beknelling/afschuiven! De batterij is erg zwaar. Er bestaat gevaar van ernstig letsel wanneer li- chaamsdelen onder de batterij bekneld raken. Als er tijdens het sluiten van de batte- rijdeur lichaamsdelen tussen de batterij- deur en de rand van het chassis inge- klemd raken, kan dit letsel veroorzaken.
  • Pagina 507 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij – Informeer de brandweer dat lithium-ionbat- terijen beschadigd kunnen raken bij brand. – Houd de informatie van de batterijfabrikant over de procedure in het geval van een brand in acht. Afmetingen en gewicht van de batterij  GEVAAR Kantelgevaar door veranderd batterijgewicht! De afmetingen en het gewicht van de batterij...
  • Pagina 508 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij Afbeelding van een lithium-ionbatterij. Voorbeeldafbeelding Technisch compartiment Veiligheidsklep Batterijstekker Diagnosestekker Hijsogen Display  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door verzwakte hijsogen. Als verbogen hijsogen worden teruggebogen in de oorspronkelijke vorm, verliezen ze hun sterkte. De hijsogen kunnen dan het gewicht van de batterij niet meer dragen.
  • Pagina 509 De machi- ne wordt dan niet door de regeneratieve rem ver- traagd. – Gebruik de bedrijfsrem om te remmen. De STILL C-Line lithium-ionbatterijen zijn ontworpen en gebouwd voor binnengebruik. De omgevingstemperatuurbereik moet tussen +5°C...+45°C liggen. Als de temperatuur ho- ger of lager is dan dit bereik, kan de batterij...
  • Pagina 510 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij Rijden  GEVAAR Ongevallenrisico door uitschakeling van de batterij bij het afrijden van een helling! Als er met de machine een helling van ≥ 8% wordt afgereden met een snelheid van minstens 16 km/h over een afstand van meer dan 85 m, terwijl de bat- terij...
  • Pagina 511 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij Voorschriften voor de opslag van lithium-ionbatterijen OPMERKING Lithium-ionbatterijen zijn geclassificeerd als gevaarlijke goederen volgens klasse 9. De volgende aanbevelingen zijn van toepas- sing: Sla batterijen zo mogelijk op de vloer op, ● zodat de batterijen niet beschadigd kunnen raken door vallen Sla de batterijen in een aparte ruimte met ●...
  • Pagina 512 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij – Alleen personen die op de hoogte zijn van de risico's en de veiligheidsvoorschriften, mogen toegang hebben tot dit gebied – Bescherm ze tegen direct zonlicht – Bescherm ze tegen afzettingen – Sla batterijen zo op dat ze beschermd zijn tegen kortsluiting –...
  • Pagina 513 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij Ladingstoestand van de batterij controleren De ladingstoestand van de lithium-ionbatterij kan worden afgelezen op het display- en be- dieningspaneel van de heftruck en op het dis- play van de lithium-ionbatterij. Display- en bedieningspaneel aflezen  –...
  • Pagina 514 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij toestand-LED's kunnen groen en rood oplich- ten. Een ladingstoestand van 0% tot 20% wordt ● aangegeven door een rode balk. Als deze balk knippert, is de lading < 2%. Er kan niet meer met de heftruck worden gereden.
  • Pagina 515 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij Procedure als een lithium-ionbatterij een lage ladingstoestand heeft  WAARSCHUWING Risico op beschadiging of vernietiging van onderde- len! Diepe ontlading kan een lithium-ionbatterij perma- nent beschadigen of onbruikbaar maken. – Laad de batterij altijd tijdig op en laat de oplaad- status niet onder 10% dalen.
  • Pagina 516 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij  LET OP Risico van beschadiging van componenten. Het gebruik van batterijstekkers en batterijladerstek- kers van verschillende fabrikanten kan leiden tot be- schadiging. Ze zijn niet ontworpen om samen te wor- den gebruikt. – Gebruik batterijstekkers en batterijladerstekkers van dezelfde fabrikant.
  • Pagina 517 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij  GEVAAR Er bestaat risico van beschadiging, kortsluitingsge- vaar en explosiegevaar! – Leg geen metalen voorwerpen of gereedschap- pen op de batterij. – Blijf uit de buurt van open vuur. – Rook niet. – Verbind de batterijstekker met de stekker van de batterijlader.
  • Pagina 518 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij De batterijdeur kan met behulp van een steun-  beugel worden vergrendeld in de geopende stand. – Trek de steunbeugel (1) omhoog en uit het steunoog (2) van de batterijdeur. – Draai de steunbeugel (1) linksom naar bui- ten.
  • Pagina 519 Bediening Omgang met de lithium-ionbatterij – Sluit de batterijdeur. Zorg er hierbij voor dat  er geen kabels tussen het chassis en de batterijdeur bekneld raken. het apparaat is uitgerust met een deurcontact- schakelaar voor de batterijdeur. Als de batte- rijdeur niet volledig is gesloten, verschijnt de melding op het...
  • Pagina 520 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Vervangen en transporteren van de batterij Algemene informatie over het vervangen en aansluiten van batterijen Batterij vervangen  LET OP Risico dat componenten beschadigd raken wanneer de lastdrager en de batterij wegrollen! Als de batterij zich niet op een gelijkmatige, vlakke ondergrond met voldoende draagvermogen bevindt, kunnen lastdragers en de batterij...
  • Pagina 521 – Gebruik alleen lithium-ionbatterijen die door STILL zijn goedgekeurd voor gebruik in de- ze machine. De nieuwe batterijcapaciteit en het nieu- we batterijtype instellen –...
  • Pagina 522 De batterijstekker en stekkerverbinding ● Instellen van het display- en bedieningspa- ● neel – Gebruik alleen lithium-ionbatterijen die door STILL zijn goedgekeurd voor gebruik in de- ze machine. Batterijdeur openen en sluiten Openen van de batterijdeur bij stan-  daardmachines –...
  • Pagina 523 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterijdeur openen bij machines met  snellaadaansluiting (variant) – Pak de batterijdeur vast door uw duim in de uitsparing (1) te duwen. Open de batte- rijdeur door deze naar voren te trekken. Het scharnier van de batterijdeur houdt de batterijdeur in geopende stand.
  • Pagina 524 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Vergrendeling van de batterijdeur in een  iets geopende stand De batterijdeur kan met behulp van een steun- beugel worden vergrendeld in de geopende stand. – Trek de steunbeugel (1) omhoog en uit het steunoog (2) van de batterijdeur.
  • Pagina 525 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door openklappen van de batterij- deur! Een ontgrendelde batterijdeur kan opengaan wan- neer de machine krachtig remt. Als de batterijdeur tijdens het rijden opengaat, bestaat er risico van be- schadiging door botsen. –...
  • Pagina 526 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Speciale informatie voor het  aanbrengen van de lithium-ion- batterij Met uitzondering van de volgende bijzonder- heden worden lithium-ionbatterijen op dezelf- de manier vervangen als loodzuurbatterijen. – Verzink de hijsogen voordat u de batterij in het batterijcompartiment plaatst.
  • Pagina 527 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Het is handig deze maat (B) (gemeten vanaf de vorkpunten) op de vorkarmen te markeren. Batterij verwijderen – Parkeer de machine op een veilige plaats en schakel hem uit. – Open de batterijdeur.  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als de batterijstekker wordt losgekoppeld als het...
  • Pagina 528 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – Open de batterijvergrendelingen (1).  OPMERKING Als de batterijvergrendelingen niet met de hand kunnen worden geopend, kan de pen (2) van het contragewicht als hulpmiddel worden gebruikt. – Rijd de heftruck voorzichtig onder de batte- rij.
  • Pagina 529 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterij aanbrengen  – Pak de batterij op en transporteer deze naar de heftruck.  LET OP Risico van beschadiging van componenten! Als de hijsogen uit de lithium-ionbatterij (variant) uit- steken, raken ze het machinechassis en buigen ze. –...
  • Pagina 530 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Ga als volgt te werk als de batterij zich op de juiste manier in het batterijcompartiment bevindt: – Laat de batterij voorzichtig zakken. – Haal de lastdragers voorzichtig onder de batterij vandaan.  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als de batterijstekker wanneer het contact is inge- schakeld onder last wordt aangesloten, vindt er een...
  • Pagina 531 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – Steek de batterijstekker helemaal in de  stekkerverbinding van de machine. – Sluit de batterijdeur. 56368011505 NL - 06/2023  -  15  515...
  • Pagina 532 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterij vervangen met een hef- truck en een batterijwisselframe  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door overbelasting van de heftruck! Het draagvermogen van de gebruikte heftruck moet ten minste gelijk zijn aan het gewicht van de batterij en het gewicht van het wisselframe.
  • Pagina 533 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Voorbereiding  – Controleer het typeplaatje (3) op het wissel- frame om er zeker van te zijn dat het geko- zen wisselframe voldoende draagvermogen heeft. – Controleer het wisselframe op vervorming en breuken of scheuren. Defecte wisselframes mogen niet worden ge- bruikt.
  • Pagina 534 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij OPMERKING Bij het gebruik van smalle pallettrucks met een afstand van 400 mm tussen de buitenkanten van de vorkarmen, moet de aanslag (8) wor- den verwijderd. Bij gebruik van pallettrucks met een afstand van ≥ 525 mm tussen de buitenkanten van de vorkarmen moet de aan- slag worden aangebracht.
  • Pagina 535 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterij verwijderen – Parkeer de machine beveiligd. – Open de batterijdeur.  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als de batterijstekker wordt losgekoppeld als het contact is ingeschakeld (onder last), vindt er een boogontlading plaats.
  • Pagina 536 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – Open de batterijvergrendeling (1).  OPMERKING Als de batterijvergrendeling niet met de hand kan worden geopend, kan de pen (2) van het contragewicht als hulpmiddel worden gebruikt. – Rijd de heftruck voorzichtig onder de batterij ...
  • Pagina 537 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterij! Het wisselframe en de batterij moeten worden opge- slagen op een geschikte drager of in een geschikte stelling. Het wisselframe mag niet worden opgeslagen op een houten balk of iets dergelijks.
  • Pagina 538 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijk- abel! – Leg de batterijkabel zodanig op de batterij zodat hij niet bekneld kan ra- ken bij het verwijderen of aanbrengen van de batterij of het sluiten van de batterijdeur.
  • Pagina 539 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterij vervangen met een hydraulische batterijdrager (vari- ant)  GEVAAR De afmetingen en het gewicht van de batterij beïn- vloeden de stabiliteit van het apparaat. De gewichtsverhoudingen mogen niet worden gewij- zigd bij het vervangen van de batterij. Het gewicht van de batterij...
  • Pagina 540 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij OPMERKING Als de batterij diep ontladen is (minder dan 10% capaciteit) kan het batterijwisselsysteem niet worden uitgeschoven. In dat geval moet er een reservebatterij worden aangesloten of moet de batterij van de heftruck worden opge- laden.
  • Pagina 541 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – (A) Verwijder de afdekkap van de batterij-  stekker en berg de kap veilig op. – (B) Koppel de batterijstekker los van de  stekkerverbinding van de machine. – (C) Steek de batterijstekker in de stekker- verbinding van de batterijdrager.
  • Pagina 542 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – (D) Pak de afstandsbediening en trek deze  naar buiten. De afstandsbediening is verbonden met een uittrekbare kabel, om te voorkomen dat de af- standsbediening verloren raakt. De werkzaamheden moeten plaatsvinden bui- ten het uitschuifbereik.
  • Pagina 543 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – (G) Schuif het draagframe uit tot het draag-  frame zich in de eindpositie bevindt (F).  WAARSCHUWING Beknellingsgevaar! Kom nooit met uw vingers, handen of armen onder de batterij om obstakels te verwijderen. –...
  • Pagina 544 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterij naar binnen schuiven  LET OP Mogelijke schade aan de batterijstekker! Als de batterijstekker wanneer het contact is inge- schakeld onder last wordt aangesloten, vindt er een vonkoverslag plaats. Deze vonkoverslag kan de con- tacten beschadigen, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
  • Pagina 545 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – (L) Breng na het inschuiven de afstandsbe-  diening opnieuw in de houder aan. Het statusdisplay van het draagframe licht groen op. – (M) Koppel de batterijstekker los van de stekkerverbinding van het draagframe. –...
  • Pagina 546 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Loodzuurbatterij met een kraan  transporteren  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten! – Loop of sta nooit onder hangende las- ten. De bak voor de loodzuurbatterij (1) is voorzien van vier hijsogen. De batterij mag alleen met een kraan worden getransporteerd als er een hijsinrichting en dwarsbalk (2) worden gebruikt die qua grootte en draagvermogen geschikt...
  • Pagina 547 Bediening Vervangen en transporteren van de batterij De lithium-ionbatterij transporte-  ren met een kraan  GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten! – Loop of sta nooit onder hangende las- ten.  WAARSCHUWING Ongevallenrisico door verzwakte hijsogen. Als verbogen hijsogen weer in de oorspronkelijke vorm worden teruggebogen, verliezen zij...
  • Pagina 548 Bij deze machines kan het geautoriseerde servicecentrum de loodzuurbatterij eenvoudig vervangen door een lithium-ionbatterij. STILL lithium-ionbatterijen zijn exclusieve STILL-innovaties en zijn afgestemd op de toe- passing en de betreffende machine. Dit be- tekent dat STILL lithium-ionbatterijen aan de hoogste eisen voldoen en aan een bijzonder hoge kwaliteits- en veiligheidsnorm voldoen.
  • Pagina 549 Als de machine Li-Ion readyis, heeft deze  een toegangspunt aan de zijkant of achterkant voor het opladen van de lithium-ionbatterij. Alleen goedgekeurde STILL lithium-ionbatterij- en mogen worden gebruikt om een lithium-ion- batterij achteraf aan te brengen.  LET OP Schade aan onderdelen door te hoge laadstroom.
  • Pagina 550 Bediening Machine reinigen Machine reinigen Machine reinigen  WAARSCHUWING Verwondingsgevaar als u uit de machine valt! Als u op de machine klimt, bestaat er ge- vaar dat u bekneld raakt, uitglijdt of valt. Gebruik geschikte uitrusting om bij hoge- re punten van de machine te komen. –...
  • Pagina 551 Bediening Machine reinigen  LET OP Als er water in de elektrische installatie binnendringt, bestaat er kortsluitingsgevaar! – Houd de volgende stappen strikt aan.  LET OP Een te hoge waterdruk of te heet water en te hete stoom kunnen de componenten van de machine be- schadigen.
  • Pagina 552 Bediening Machine reinigen – Verwijder alle afzettingen en opeenhopin- gen van ongewenste materialen in de buurt van hete componenten. – Gebruik uitsluitend niet-ontvlambare vloei- stoffen om te reinigen. – Volg de voorschriften van de fabrikant voor de omgang met reinigingsmiddelen op. –...
  • Pagina 553 Bediening Machine reinigen De componenten van de elektrische installatie bevinden zich onder andere onder de bepla- ting van het contragewicht. – Reinig de componenten van de elektrische installatie met een niet-metalen borstel en blaas het stof weg met een zachte stroom perslucht.
  • Pagina 554 Bediening Machine reinigen Ruiten reinigen  De ruiten , bijv. cabineruiten (variant), moeten altijd schoon en vrij van ijs worden gehouden. Dit is de enige manier om goed zicht te garan- deren.  LET OP Pas op dat u de achterruitverwarming (binnenzijde) niet beschadigt.
  • Pagina 555 Bediening Machine transporteren Machine transporteren Transport  LET OP Risico van materiële schade door overbelasting! Als de machine op een transportmiddel wordt gere- den, moet het draagvermogen van het transportmid- del, de laadperrons en de laadbruggen groter zijn dan het werkelijke totaalgewicht van de machine. Componenten kunnen door overbelasting vervormd of beschadigd raken.
  • Pagina 556 Bediening Machine transporteren  GEVAAR Ongevallenrisico door naar beneden vallen van de machine! Bij stuurbewegingen kan de achterzijde van de ma- chine van de laadbrug af naar de rand uitzwenken. Hierdoor kan de machine vallen. – Voordat er op een laadbrug wordt gereden, moet u er zich van vergewissen dat de brug goed aan- gebracht en bevestigd is.
  • Pagina 557 Bediening Machine transporteren Vastsjorren  LET OP Schurende sjor-/spanbanden kunnen het oppervlak van de machine beschadigen. – Plaats antislipbeschermingen (bijv. rubber matten of schuimplastic) onder de hijspunten. – Haak de sjor-/spanbanden aan beide zijden  van de bochten in het spatscherm en sjor de heftruck naar achteren toe vast.
  • Pagina 558 Bediening Machine transporteren worden uitgevoerd door het geautoriseerde servicecentrum met de aanslagmiddelen die uitdrukkelijk voor dit doel zijn bestemd en goedgekeurd. – Laad de machine niet met een kraan!  542 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 559 Bediening Buiten bedrijf stellen Buiten bedrijf stellen Machine buiten bedrijf stellen en stallen  LET OP Beschadiging van componenten door verkeerd stal- len! Onjuiste opslag of een onjuiste buitenbedrijfstelling gedurende meer dan twee maanden kan leiden tot corrosieschade aan de heftruck. Als de machine lan- gere tijd wordt geparkeerd bij...
  • Pagina 560 Bediening Buiten bedrijf stellen  LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als u de batterijstekker loskoppelt terwijl de machine is ingeschakeld (onder last), vindt er een elektrische boogontlading plaats. Dit kan erosie van de contac- ten veroorzaken, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
  • Pagina 561 Bediening Buiten bedrijf stellen – Als de machine nog langer uit gebruik moet worden genomen, neem dan contact op met het geautoriseerde servicecentrum voor aanvullende maatregelen. Gebruik na opslag of buitenbe- drijfstelling Wanneer de machine langer dan zes maan- den buiten bedrijf is gesteld, moet deze gron- dig worden gecontroleerd voordat hij...
  • Pagina 562 Bediening Buiten bedrijf stellen  546 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 563 Onderhoud...
  • Pagina 564 Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Algemene informatie Ter voorkoming van ongevallen tijdens het uit- voeren van onderhoud en reparaties moeten alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen wor- den genomen, bijv.: – Schakel de parkeerrem in. – Schakel het contact uit en verwijder de sleutel.
  • Pagina 565 Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Werkzaamheden aan de elektri- sche uitrusting Aan de elektrische uitrusting van de machine mag uitsluitend worden gewerkt indien de uit- rusting spanningsloos is. Functietests, contro- les en afstelwerkzaamheden aan onder span- ning staande delen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door getrainde en geautoriseerde personen en met inachtneming van de nood- zakelijke voorzorgsmaatregelen.
  • Pagina 566 Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Ophijsen en opkrikken  GEVAAR Er bestaat levensgevaar als de heftruck kantelt! Als de heftruck niet goed wordt opgehesen en op- gekrikt, kan de heftruck kantelen en vallen. Alleen de in de werkplaatshandleiding voor deze heftruck voorgeschreven hef- en hijsinrichtingen zijn toege- staan en zijn getest op de veiligheid en het draagver- mogen die voor deze machine vereist zijn.
  • Pagina 567 Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Hefmast tegen naar achteren neigen beveiligen  GEVAAR Ongevallenrisico! Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerde servicemonteur worden uitgevoerd. – Neem contact op met het geautoriseerde service- centrum om de hefmast te beveiligen tegen naar achteren neigen. Hefmast demonteren  GEVAAR Ongevallenrisico!
  • Pagina 568 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Algemene onderhoudsinfor- matie Personeelskwalificaties Alleen gekwalificeerd en geautoriseerd perso- neel mag onderhoud uitvoeren. Er dienen regelmatige veiligheidscontroles en controles na ongebruikelijke voorvallen te worden uitge- voerd door een gekwalificeerde persoon. De gekwalificeerde persoon moet de evaluatie en beoordeling uitvoeren vanuit een veiligheids- standpunt, niet beïnvloed door bedrijfsmatige en economische omstandigheden.
  • Pagina 569 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie onderhoudswerkzaamheden uit met de juiste intervallen, volgens de urenteller en aan de hand van de onderstaande onderhoudschec- klists. Dit garandeert dat de machine gereed voor gebruik blijft, optimale prestaties levert en een optimale levensduur heeft. Het is te- vens een voorwaarde voor eventuele garantie- claims.
  • Pagina 570 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie OPMERKING Het instelmenu is alleen toegankelijk als de machine stilstaat en de parkeerrem is inge- schakeld. Als de parkeerrem te vroeg wordt uitgeschakeld, wordt het instelmenu gesloten. Toegang is alleen mogelijk als de vlootbeheer- der het wachtwoord invoert. –...
  • Pagina 571 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie De teller voor de vervaldatum in- stellen en afstellen voor onder- houd en veiligheidscontroles Bij levering vanuit de fabriek geeft de display-  en bedieningseenheid aan de bestuurder het aantal bedrijfsuren aan tot de standaard on- derhoudsintervallen van 1000 uur en 3000 uur Interval 1 000 h 880 h moeten worden uitgevoerd.
  • Pagina 572 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie – Druk op de softkey voor de test waarvan  de vervaldatum moet worden ingesteld, bijv. Veiligheidscontrole Interval 1 000 h 880 h Interval 3 000 h 2120 h Uiterste datum: 04.02.22 Veiligheidscontrole ––.––.–– Uitlaatgascontrole --- h Vlootbeheerder 6219_003-333_nl Het menu...
  • Pagina 573 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoud - om de 1000 draaiuren/jaarlijks   Na draaiuren Uitge- 1000   2000   4000   5000   7000   voerd 8000   10000   11000   13000   14000         Chassis, plaatwerk en bevestigingen  ...
  • Pagina 574 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie   Na draaiuren Uitge- 1000   2000   4000   5000   7000   voerd 8000   10000   11000   13000   14000         Controleren of de stuurinrichting correct werkt en controleren op lekdichtheid.  ...
  • Pagina 575 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie   Na draaiuren Uitge- 1000   2000   4000   5000   7000   voerd 8000   10000   11000   13000   14000         Controleer de onderdelen van de boordbatterijlader op beschadiging.  ...
  • Pagina 576 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie   Na draaiuren Uitge- 1000   2000   4000   5000   7000   voerd 8000   10000   11000   13000   14000         Werking van de airconditioning controleren; onderhoudsinstructies van de fabrikant opvolgen.
  • Pagina 577 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoud - om de 3000 uur/twee jaar Uitge- Na draaiuren   voerd 3000   6000   9000   12000   15000         Opmerking     Voer alle werkzaamheden van het onderhoud om de 1000 uur uit.  ...
  • Pagina 578 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie het smeervermogen verminderd. Indien over- stappen op een ander merk onvermijdelijk is, moet de oude olie bijzonder zorgvuldig wor- den afgetapt. Voordat u smeerwerkzaamheden uitvoert, fil- ters vervangt of enig werk aan het hydraulisch systeem uitvoert, moet de omgeving van het betreffende deel grondig worden gereinigd.
  • Pagina 579 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Smeerschema Code Smeerpunt Pendelas: twee smeernippels aan weerszijden van de stuuras, bij de spoorstangarm Draaikrans: niet aanwezig Glijvlakken op de hefmast Hefkettingen Een smeernippel op elk van de twee hefmastlagers De desbetreffende smeermiddelspecificatie vindt u in het ”onderhoudsschema” hieronder, on- der deze Code.
  • Pagina 580 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoudsschema Algemene smeerpunten Te gebruiken mid- Code Eenheid Specificaties Hoeveelheid delen   Smering Hogedrukvet ID-nr. 0147873 Indien nodig Batterij Te gebruiken midde- Code Eenheid Specificaties Hoeveelheid   Systeemvulling Gedestilleerd water   Indien nodig Isolatieweerstand   DIN 43539 Raadpleeg voor VDE 0510 verdere informatie de werkplaatshand-...
  • Pagina 581 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie OPMERKING Bij het overschakelen op een ander type hy- drauliekolie moet het geautoriseerde service- centrum de parameters van de machineregel- eenheid aanpassen. Hydraulische batterijdrager Te gebruiken midde- Code Eenheid Specificaties Hoeveelheid   Borgrail Universele olie, zuur- Rivolta TRS Plus Indien nodig vrij, harsvrij...
  • Pagina 582 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Aandrijfas Te gebruiken midde- Code Eenheid Specificaties Hoeveelheid   Wielbouten Momentsleutel   Raadpleeg voor verdere informatie de werkplaatshand- leiding van de betref- fende machine. Wielaandrijving Transmissieolie SAE 80W-90 API- Raadpleeg voor verdere informatie de werkplaatshand- leiding van de betref- fende machine.
  • Pagina 583 Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Airconditioning (normale cabine) Te gebruiken midde- Code Eenheid Specificaties Hoeveelheid   Systeemvulling Koelmiddel R134a 900 g   Systeemvulling Compressorolie POE RL68H 120 ml 56368011505 NL - 06/2023  -  15  567...
  • Pagina 584 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Inzetbaarheid waarborgen Gewrichten en bedieningsme-  chanismen smeren – Olie of smeer lagers en gewrichten volgens het ”onderhoudsschema”. Geleiding van de bestuurdersstoel ● Scharnieren van de cabinedeur (variant) ● Scharnieren van de batterijdeur of het bat- ● terijdeksel Bedieningsstang (1) voor kleppen (met be- ●...
  • Pagina 585 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Batterijvergrendeling en batterij-  deurvergrendeling controleren  GEVAAR Als de vergrendeling van de batterij en van de batterijdeur niet goed werken, kan de batterijdeur openklappen en de batterij naar buiten vallen wan- neer de heftruck kantelt of krachtig remt. Als de batterij...
  • Pagina 586 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Veiligheidsgordel onderhouden  GEVAAR Er bestaat levensgevaar als de veiligheidsgordel tijdens een ongeval niet werkt! Als de veiligheidsgordel defect is, kan hij tijdens een ongeval scheuren of opengaan en de bestuurder niet meer op de stoel houden. De bestuurder kan daardoor tegen onderdelen van de machine of uit de machine worden geslingerd.
  • Pagina 587 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen – Controleer of de gordelsluiting (1) goed  wordt vergrendeld. Als de tong (2) van de gordel in de sluiting is gestoken, moet de veiligheidsgordel stevig vastzitten. De tong (2) van de gordel moet worden losgelaten wanneer op de rode knop (4) wordt gedrukt.
  • Pagina 588 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Bestuurdersstoel controleren   WAARSCHUWING Verwondingsgevaar! – Na een ongeval moet de bestuurdersstoel samen met de daaraan gemonteerde veiligheidsgordel en bevestiging worden gecontroleerd. – Controleer of de bedieningselementen goed werken. – Controleer de toestand van de stoel (bijv. op slijtage van de bekleding) en op een be- trouwbare bevestiging aan de motorkap.
  • Pagina 589 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen – Controleer de filtermat (1) op vervuiling.  – Als de filtermat grijs is, vervangt u deze. OPMERKING Vervang de filtermat ten minste om de twee maanden. Luchtinlaat voor frisse lucht reinigen De luchtinlaat voor frisse lucht moet gereinigd worden als de filtermat: is beschadigd, ●...
  • Pagina 590 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen – Verwijder alle stof en vuil uit de luchtinlaat  voor frisse lucht (1) onder de filtermatdra- ger.  574 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 591 – Als u een bandtype of bandenfabrikant wilt gebrui- ken die niet is goedgekeurd door STILL, moet u voorafgaand aan het gebruik goedkeuring van STILL aanvragen. – Vervang velgonderdelen niet en combineer geen velgonderdelen van verschillende fabrikanten.
  • Pagina 592 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Wielbevestigingen controleren – Controleer of de bevestigingsbouten van de wielen aan de aandrijfas (3) en de bevesti- gingsmoeren van de wielen aan de stuuras goed vastzitten en haal ze indien nodig aan. – Let op de juiste aanhaalmomenten, die staan vermeld in het ”onderhoudsschema”.
  • Pagina 593 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Batterij controleren – Zie voor informatie over het controleren van de batterij het hoofdstuk ”Toestand van de batterij en niveau en dichtheid van het zuur controleren”. De lamp voor de waarschu-  wingszones verstellen – Schakel de machine in. –...
  • Pagina 594 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Hydraulisch systeem op lek- dichtheid controleren  WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door hydraulische olie onder druk! Er kan hydrauliekolie onder druk uit lek- kende leidingen ontsnappen en letsel veroorzaken. – Alvorens te controleren, moet het hy- draulisch systeem drukloos worden gemaakt.
  • Pagina 595 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen 56368011505 NL - 06/2023  -  15  579...
  • Pagina 596 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Hydrauliekolieniveau controleren  90°  WAARSCHUWING Hydrauliekoliën zijn gevaarlijk voor uw gezondheid. – Volg de veiligheidsvoorschriften in het hoofd- stuk ”Hydrauliekolie” op. OPMERKING 90° Bij overschakelen op een ander type hydrau- liekolie moet het geautoriseerde servicecen- trum de parameters van de heftruckregeleen- heid aanpassen.
  • Pagina 597 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen MILIEUVOORSCHRIFT Veeg alle eventueel gemorste hydrauliekolie zorgvuldig op. Voer deze hydrauliekolie af vol- gens de milieuvoorschriften. De markeringen (1), (2) en (3) geven de  vereiste vulniveaus voor de verschillende hef- mastuitvoeringen aan. OPMERKING Het optimale hydrauliekolieniveau ligt tussen 6219_003-280 de markeringen (3) en (max) voor alle hefmas- tuitvoeringen.
  • Pagina 598 Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Mast, rolgeleidingen smeren  – Verwijder vuil en smeermiddelresten van de rolgeleidingen. – Smeer de rolgeleidingen (1) van de buiten-, midden- en binnenmast ter vermindering van slijtage met een hechtend smeermid- del voor maximale drukken. Zie H oofdstuk ⇒ ...
  • Pagina 599 Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Eveneens uit te voeren werk- zaamheden – Voer alle werkzaamheden uit die nodig zijn om de machine volledig inzetbaar te hou- den; zie het hoofdstuk ”Operationeel hou- den”. Hefcilinders en aansluitingen op ...
  • Pagina 600 Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Vorken controleren  – Controleer de vorken (1) op zichtbare ver- vormingen. De slijtage mag niet groter zijn dan 10% van de oorspronkelijke dikte.  LET OP Risico van beschadiging van componenten! Versleten vorken moeten altijd per paar worden ver- vangen.
  • Pagina 601 Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Tweepedalensysteem controle-  – Verwijder de bodemplaat. – Controleer of de steun en veren van het tweepedalenmechanisme goed zijn beves- tigd. – Controleer of alle bouten met borglak zijn verzegeld. 6327_003-026 Batterijwisselframe controleren – De schroefverbindingen en lasnaden van het batterijwisselframe moeten visueel wor- den gecontroleerd.
  • Pagina 602 Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks  586 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 603 Technische gegevens...
  • Pagina 604 Technische gegevens Ergonomische afmetingen Ergonomische afmetingen  40 mm  WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door stoten tegen het hoofd! Als het hoofd van de bestuurder zich te dicht bij de onderzijde van het dak bevindt, kan het hoofd van de bestuurder door de vering van de stoel of bij een ongeval tegen het beschermdak stoten.
  • Pagina 605 Technische gegevens Afmetingen Afmetingen α β De stoel is ± 90 mm verstelbaar De afstand tussen de vorken is verstelbaar 56368011505 NL - 06/2023  -  15  589...
  • Pagina 606 Technische gegevens Afmetingen OPMERKING De maten h en b zijn klantspeci- fiek en staan vermeld op de orderbevestiging.  590 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 607 Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-14C Typenummer 6219 Fabrikant STILL GmbH Aandrijving   Elektrisch Bediening   Stoel Nominaal hefvermogen/nominale Q (kg) 1400 last...
  • Pagina 608 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-14C met draaikrans stuurinrichting Model RX20-14C Typenummer 6219 Aantal voorwielen   (x = aangedreven) Aantal achterwielen   (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-14C Typenummer 6219 Voorwaarts neigen van hef- α (graden) mast/vorkenbord Achterwaarts neigen van hef- β...
  • Pagina 609 1487 Binnenstraal (mm) – Prestatiegegevens Model RX20-14C Typenummer 6219 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,54 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,75 STILL Classic/sprintmodus) Daalsnelheid met last Daalsnelheid zonder last...
  • Pagina 610 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-14C met draaikrans stuurinrichting  WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%. – Neem bij vragen contact op met uw geautoriseer- de servicecentrum.
  • Pagina 611 Kenmerken Model RX20-16C RX20-16 RX20-16L Typenummer 6220 6221 6222 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving   Elektrisch Elektrisch Elektrisch Bediening   Stoel Stoel Stoel Nominaal hefvermogen/nominale Q (kg)
  • Pagina 612 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-16 met draaikrans van de stuurinrichting Model RX20-16C RX20-16 RX20-16L Typenummer 6220 6221 6222 Bandenmaat achter   125/75-8 125/75-8 125/75-8 Aantal voorwielen   (x = aangedreven) Aantal achterwielen   (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-16C RX20-16 RX20-16L Typenummer...
  • Pagina 613 Prestatiegegevens Model RX20-16C RX20-16 RX20-16L Typenummer 6220 6221 6222 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0.53 0.53 0.53 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,75...
  • Pagina 614 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-16 met draaikrans van de stuurinrichting den zijn in geen geval representatief voor de normale dagelijkse werkomstandigheden.  WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%.
  • Pagina 615 Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-18 RX20-18L RX20-20L Typenummer 6223 6224 6225 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving   Elektrisch Elektrisch Elektrisch Bediening   Stoel Stoel Stoel...
  • Pagina 616 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-18 en RX20-20 met draaikrans van de stuurinrichting Model RX20-18 RX20-18L RX20-20L Typenummer 6223 6224 6225 Bandenmaat achter   140/55-9 140/55-9 140/55-9 Aantal voorwielen   (x = aangedreven) Aantal achterwielen   (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-18 RX20-18L...
  • Pagina 617 Prestatiegegevens Model RX20-18 RX20-18L RX20-20L Typenummer 6223 6224 6225 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,52 0,52 0,45 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,75...
  • Pagina 618 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-18 en RX20-20 met draaikrans van de stuurinrichting  WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%. –...
  • Pagina 619 Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving   Elektrisch Elektrisch Bediening   Stoel Stoel Nominaal hefvermogen/nominale Q (kg)
  • Pagina 620 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-16 met pendelas Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Aantal achterwielen   (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Voorwaarts neigen van hef- α (graden) mast/vorkenbord Achterwaarts neigen van hef- β...
  • Pagina 621 VDI-specificatieblad: RX20-16 met pendelas Prestatiegegevens Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0.53 0.53 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,75 0,75 STILL Classic/sprintmodus)
  • Pagina 622 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-16 met pendelas Elektromotor Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Rijmotor, vermogen bij S2: 60 min. 2x6.5 2x6.5 Hefmotor, vermogen bij S3: 15% Standaard; Batterij DIN 43531 A DIN 43531 A circuit Batterijspanning U (V) Batterijcapaciteit (Ah) Batterijgewicht 1013 Energieverbruik volgens EN 16796 kWh/h Goederenoverslag Energieverbruik bij...
  • Pagina 623 Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving   Elektrisch Elektrisch Bediening   Stoel Stoel Nominaal hefvermogen/nominale Q (kg)
  • Pagina 624 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-18 met pendelas Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Aantal achterwielen   (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Voorwaarts neigen van hef- α (graden) mast/vorkenbord Achterwaarts neigen van hef- β...
  • Pagina 625 VDI-specificatieblad: RX20-18 met pendelas Prestatiegegevens Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,52 0,52 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,75 0,75 STILL Classic/sprintmodus)
  • Pagina 626 Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-18 met pendelas Elektromotor Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Rijmotor, vermogen bij S2: 60 min. 2x6.5 2x6.5 Hefmotor, vermogen bij S3: 15% Standaard; Batterij DIN 43531 A (B) DIN 43531 A circuit Batterijspanning U (V) Batterijcapaciteit (Ah) Batterijgewicht 1013 Energieverbruik volgens EN 16796 kWh/h Goederenoverslag Energieverbruik bij...
  • Pagina 627 Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving   Elektrisch Elektrisch Bediening   Stoel Stoel Nominaal hefvermogen/nominale Q (kg)
  • Pagina 628 Technische gegevens VDI-specificatieblad RX20-20 pendelas Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Aantal achterwielen   (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Voorwaarts neigen van hef- α (graden) mast/vorkenbord Achterwaarts neigen van hef- β (graden) mast/vorkenbord Hoogte met hefmast ingeschoven (mm)
  • Pagina 629 Technische gegevens VDI-specificatieblad RX20-20 pendelas Prestatiegegevens Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,45 0,45 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,63 0,63 STILL Classic/sprintmodus)
  • Pagina 630 Technische gegevens Eco-ontwerpvereisten voor elektromotoren en frequentiegeregelde aandrijvingen Elektromotor Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Rijmotor, vermogen bij S2: 60 min. 2x6.5 2x6.5 Hefmotor, vermogen bij S3: 15% Standaard; Batterij DIN 43531 A (B) DIN 43531 A circuit Batterijspanning U (V) Batterijcapaciteit (Ah) Batterijgewicht 1013 Energieverbruik volgens EN 16796 kWh/h Goederenoverslag Energieverbruik bij...
  • Pagina 631 Technische gegevens Eco-ontwerpvereisten voor elektromotoren en frequentiegeregelde aandrijvingen Alle frequentiegeregelde aandrijvingen in dit gemotoriseerde transportwerktuig zijn vrijge- steld van verordening (EU) 2019/1781, omdat deze frequentiegeregelde aandrijvingen niet voldoen aan de beschrijving in artikel 2 ”Toe- passingsgebied”, Item (1) (b). 56368011505 NL - 06/2023  -  15  615...
  • Pagina 632 Technische gegevens Batterijspecificaties voor loodzuurbatterijen Batterijspecificaties voor loodzuurbatterijen  LET OP De afmetingen en het gewicht van de batterij beïn- vloeden de stabiliteit van de machine. Bij het vervangen van de batterij mogen de gewichts- verhoudingen niet worden gewijzigd. Het gewicht van de batterij...
  • Pagina 633 Technische gegevens Batterijspecificaties voor loodzuurbatterijen Batterijaandui- Capaciteit Circuit Gewicht/ Afmetingen van het bat- ding (Ah) extra ge- terijcompartiment (mm) wicht [kg] Breed- Lengte Hoogte 5TCSM 660 5PzV 500 5PzV 550 1030 5PzS 575 5PzS 625 Bij sommige machines is een adapterplaat nodig ter ondersteuning van de batterij en circuit 56368011505 NL - 06/2023  - ...
  • Pagina 634 Technische gegevens Batterijspecificaties voor X-Line-lithium-ionbatterijen Batterijspecificaties voor X-Line-lithium-ionbatterijen OPMERKING Lithium-ionbatterijen voor machines met snel- laadfunctie worden af fabriek geleverd met kortere batterijkabels vanwege hun ontwerp. Neem het volgende in acht: Deze lithium-ionbatterijen mogen alleen ● worden gebruikt in machines met snellaad- functie.
  • Pagina 635 Technische gegevens Batterijspecificaties voor X-Line-lithium-ionbatterijen X-Line Li-Ion 48 V (BG 2) 17,2 kWh, 28,6 kWh en 51,5 kWh   Batterijgroep 2.4 Batterijgroep 2.5 Batterijgroep 2.6 Nominale spanning (V) 47,71 47,71 47,71 Nominale capaciteit 1080 (Ah) Nominale energie 17.2 28.6 51,5 [kWh] Lengte [mm] 1030 1030 1030 Breedte [mm] Hoogte [mm]...
  • Pagina 636 Technische gegevens Batterijspecificaties voor C-Line-lithium-ionbatterijen Batterijspecificaties voor C-Line-lithium-ionbatterijen OPMERKING Lithium-ionbatterijen voor machines met snel- laadfunctie worden af fabriek geleverd met kortere batterijkabels vanwege hun ontwerp. Neem het volgende in acht: Deze lithium-ionbatterijen mogen alleen ● worden gebruikt in machines met snellaad- functie.
  • Pagina 637 Technische gegevens Informatie over het extra hydraulisch systeem Maximale systeemdruk ”P ” 280 bar Maximale volumestroom ”Q ” 30 l/min Activering van de omschakelklep 12 V/2 A 56368011505 NL - 06/2023  -  15  621...
  • Pagina 638 Technische gegevens Informatie over het extra hydraulisch systeem  622 56368011505 NL - 06/2023  -  15...
  • Pagina 639 Trefwoordenregister   Toestand van de batterij en niveau en dichtheid van het zuur controleren. . 473 Aanhangerkoppeling RO*244 Veiligheidsvoorschriften... Aankoppelen....412 Vereffeningslading.
  • Pagina 640 Trefwoordenregister   Beschermdak Laadstroombegrenzing... . 455 Belasting van het dak....39 Prestaties..... . Boren.
  • Pagina 641 Trefwoordenregister   Last inslaan....Gewrichten en bedieningsmechanismen smeren......Last uitslaan.
  • Pagina 642 Trefwoordenregister   Drukloos maken met behulp van de viervoudige minihendel en de 5e func- Joystick 4Plus tie......323 Hefmast neigen.
  • Pagina 643 Trefwoordenregister   Lastmeting......298 Mast Kalibreren..... . 299 Rolgeleidingen smeren.
  • Pagina 644 Trefwoordenregister   Onderhoudspersoneel voor batterijen. . . 552 Parkeerrem (elektrisch) Onderhoudsschema....Bediening..... . Aandrijfas.
  • Pagina 645 Veiligheidsinformatie... . . STILL Classic....160 Verantwoord gebruik....
  • Pagina 646 Sneloplaadaansluiting... . ring..... . 286, 288 STILL SafetyLight® en STILL Safety- Batterij-onderhoudsindicator..482 Light 4Plus®.
  • Pagina 647 RX20-20 pendelas....STILL SafetyLight®....Veiligheidscontroles....52 Still Safety Light® 4Plus.
  • Pagina 648 Trefwoordenregister   Bediening met dubbele minihendel. . Waarschuwingstermen....Bediening met dubbele minihendel en Werking controleren....84 5e functie.
  • Pagina 650 STILL GmbH 56368011505 NL - 06/2023  -  15...