Bediening
Op laadbruggen rijden
GEVAAR
Ongevallenrisico door naar beneden vallen van de
machine!
Bij stuurbewegingen kan de achterzijde van de ma-
chine van de laadbrug af naar de rand uitzwenken.
Hierdoor kan de machine vallen.
Bij driewielheftrucks moet het bruikbare oppervlak
van de laadbrug zijn omsloten, zodat het achterwiel
er niet af kan glijden.
De bestuurder van de vrachtwagen en de bestuurder
van de vorkheftruck moeten goed met elkaar over-
leggen wanneer de vrachtwagen kan vertrekken.
– Stel het vertrektijdstip van de vrachtwagen vast.
– Bepaal het werkelijke totaalgewicht van de hef-
truck.
– Voordat er op een laadbrug wordt gereden, dient
de bedrijfsrichtlijn van de laadbrug te worden ge-
raadpleegd.
– Controleer of de laadbrug goed is aangebracht en
bevestigd en of het draagvermogen voldoende is
(bijv. vrachtwagen, brug).
– Controleer of de vrachtwagen waarop gereden zal
worden voldoende tegen bewegen is beveiligd, en
of deze de last van de heftruck kan dragen.
Het werkelijke totaalgewicht bepalen
– Parkeer de machine veilig.
– Bepaal de afzonderlijke gewichten door het
typeplaatje van de machine te lezen en, in-
dien van toepassing, het typeplaatje van de
voorzetapparatuur (variant) en/of door de te
heffen last te wegen.
– Tel de bepaalde afzonderlijke gewichten bij
elkaar op voor het totaalgewicht van de ma-
chine:
Nettogewicht (1)
+ Max. toegestaan batterijgewicht (2)
+ Extra gewicht (variant) (3)
Nettogewicht van voorzetapparaat (vari-
+
ant)
+ Gewicht van de te heffen last
+ 100 kg voor de bestuurder
= Werkelijk totaalgewicht
56368011505 NL - 06/2023 - 15
4
Hanteren van lasten
5510_003-033
255