Werking
4.28
De batterij van de zender vervangen
Achtergrond
De NiMH-batterijdoos (b) in de zender heeft voldoende capaciteit om te zorgen
voor 16 uur continue bediening. Om de batterijcapaciteit op peil te houden, moet
de batterij tijdens stilstand worden opgeladen via de ingebouwde aansluitpoort.
NB: De NiMH-batterij hoeft niet volledig ontladen te zijn voordat u hem herlaadt.
De batterij kan op elke ontladingstoestand opnieuw geladen worden, zonder
verlies van prestaties of gebruiksduur.
Procedure
Voer een van de volgende procedures uit voor het opladen van de batterij:
■ Verbind de zenderaansluiting (a) met de laadpoort (b). Schuif de zender naar
voren totdat het batterijlaadlichtje gaat branden.
■ Steek het ene uiteinde van de controlekabel in het zendercontact (a), en het
andere uiteinde in de poort (c) aan de achterkant van de machine.
N.B.
■ De tweede methode gebruiken vereist dat de motor draait of de contactsleutel in
de "ON"-stand staat.
■ Het kabelcontrolesysteem laadt de batterij van de zender alleen op nadat de
controlekabel op de zenderaansluiting (b) aangesloten is en met de poort (a) op
de achterkant van de wals verbonden is.
b
a
72
RT / RTx
c
wc_gr012187
wc_tx003863nl_FM10.fm