Wij vestigen de aandacht van de bestuurders op de risico's verbonden aan het gebruik van de heftruck en met name:
De bediener moet te allen tijde de heftruck onder controle hebben en houden. In het geval de heftruck kantelt, moet men niet proberen uit de cabine te klimmen.
HYDRAULISCHE BEDIENING
A
D
B
C
VEILIGHEID TIJDENS HET VERPLAATSEN VAN DE HEFTRUCK
- De toestemming om de heftruck te verplaatsen wordt gecontroleerd door een elektronisch module. Als de bediener de heftruck
naar voren of naar achteren wenst te verplaatsen, moet hij de volgende sequentie in acht nemen:
• 1 - naar behoren gaan zitten op de chauffeursstoel en de gordel aandoen,
• 2 - de parkeerrem loszetten,
• 3 - de versnelling vooruit of achteruit instellen.
- Om de heftruck te stoppen, moet hij de volgende sequentie in acht nemen:
• 1 - de richtingomkeerinrichting in de vrije stand zetten,
• 2 - de parkeerrem aantrekken,
• 3 - uit de heftruck gaan.
OPMERKING: Als de bestuurder de bestuurderscabine verlaat met de versnelling vooruit of achteruit ingeschakeld, verschijnt het
scherm
en wordt er een geluidssignaal geproduceerd gedurende twee seconden. Tijdens dit interval kan
de bestuurder zich opnieuw zetten en zijn verplaatsing vooruit of achteruit verder zetten. Na het verstrijken van deze
tijdspanne gaat de overbrenging naar de vrije stand en de controlelampjes
bestuurder moet opnieuw gaan zitten en de rijrichtingschakelaar over de vrije stand schakelen.
ZEKERINGEN EN RELAIS ONDER DE MOTORKAP
CONTROLEER HET OLIEPEIL
VERBRANDINGSMOTOR
t
t
BELANGRIJK
Voor het laden van de
heftruck controleren of de
veiligheidsvoorschriften met
betrekking tot het vervoersplatform
naar behoren zijn toegepast en
controleren of de bestuurder van
het transportmiddel op de hoogte
is gesteld van de afmetingen en het
gewicht van de heftruck.
- Het gevaar dat men de macht over het stuur kan verliezen.
- De mogelijkheid dat de overlangse en frontale stabiliteit van de heftruck in gevaar kan komen.
IN DE CABINE VAST BLIJVEN ZITTEN (IN DE GORDEL) VORMT DE BESTE BESCHERMING.
A - Bedieningshendel hoogte-
t
BELANGRIJK
en hoekverstelling.
B - Bedieningsknop uitschuiving.
Raadpleeg de functiefiches voor
C - Bedieningsknop toebehoren.
het gebruik van de heftruck.
D - Rijrichtingschakelaar vooruit/
Respecteer de lastplaat of platen.
vrij/achteruit
K20
F46
40A
F45
30A
F44
50A
Alt
F60
F55
5A
F43
70A
rev
ECU
F59
F54
F42
60A
F58
F53
5A
Cde K22
ECU
F57
F52
3A
F41
20A
TdB mot
mot.
F56
F51
ECU
10A
mot
CONTROLEER HET PEIL VAN DE
KOELVLOEISTOF
t
t
BELANGRIJK
FUNCTIEFICHES EN LASTPLATEN
t
Nooit tijdens het rijden van besturingsmodus
B1 - Voorwielen bekrachtigd (rijden in verkeer).
B2 - Wielen voor en achter bekrachtig in
tegengestelde richting (korte draaicirkel).
B3 - Wielen voor en achter bekrachtigd in dezelfde
richting (zijdelingse verplaatsing).
of
knipperen. De
N°52521385
DAGELIJKS ONDERHOUD
CONTROLEER HET PEIL VAN DE
RIEM ALTERNATOR/VENTILATOR/
BRANDSTOF
VASTZETTEN VAN DE HEFTRUCK
HANDMATIGE VERGRENDELING TOEBEHOREN
1
2
KEUZESCHAKELAAR BESTURING
t
t
BELANGRIJK
veranderen.
ZEKERINGEN EN RELAIS IN DE CABINE
F1
5A
F11
15A
F21
F2
5A
F12
5A
F22
F3
5A
F13
A.S
F23
F14
F4
10A
7.5A
F24
ECU
P
F5
F15
A.S
F25
12V
15A
F6
10A
F16
A.S
F26
STOP
F7
10A
F17
15A
F27
A.S
5A
F18
F8
15A
F28
A.S
7,5A
F9
10A
F19
30A
F29
A.S
F10
2A
F20
20A
F30
CONTROLEER DE
WAARSCHUWINGSINRICHTING EN BEGRENZER
KRUKAS
VAN DE OVERLANGSE STABILITEIT
- Bevestig de stutten op het platform
- Bevestig de stutten eveneens op
- Maak de heftruck vast op de
t
t
BELANGRIJK
Voor elk gebruik, ervoor zorgen
dat het toebehoren goed is
vergrendeld.
B3
B1
B2
3A
F31
20A
2A
2A
3A
F32
15A
15A
F33
5A
15A
F34
7.5A
K4
K1
K7
A.S
A.S
F35
A.S
7.5A
A.S
7.5A
F36
3A
K5
K2
15A max
F37
10A
A.S
R
K8
R
F38
15A
K6
K3
F39
A.S
A.S
STOP
F40
20A
A.S
HEFTRUCK VASTZETTEN
aan de voor- en achterzijde van
iedere band.
het platform aan de binnenkant
van iedere band.
transportplateau in de voorziene
bevestigingspunten met touwwerk
dat voldoende resistent is.