de uitgangskoppeling wordt bedoeld: de minimum binnendiameter
op de uitgang van de klep vóór de eventuele binnenschroefdraad.
4.5.
GESLOTEN EXPANSIEVAT
Waarschuwingen: controleer of de druk van het expansievat 1.5 bar is.
De maximum werkingsdruk van het vat mag niet lager zijn
dan de kalibreerdruk van de veiligheidsklep, verhoogd met de
overdrukken die eigen zijn aan de klep zelf, rekening houdend
met het eventuele niveauverschil tussen het vat en de druk
opgewekt door de werking van de pomp.De capaciteit van het (de)
expansievat(en) wordt berekend op basis van de totaalcapaciteit
van het systeem volgens het ontwerp.De gesloten expansievaten
moeten conform zijn met de voorzieningen voor druktoestellen wat
betreft ontwerp, fabricatie, conformiteitberekening en toepassing.
Op de leiding voor aansluiting, die kan bestaan uit delen van het
systeem, mogen er geen afsluitelementen geplaatst worden, noch
doorsnedevernauwingen aangebracht. De plaatsing van een
driewegafsluitklep is wel toegelaten, die voor aansluiting van het
vat met de buitenlucht zorgt voor onderhoudswerkzaamheden.
Deze voorziening moet beschermd worden tegen onopzettelijke
manoeuvres. De aansluitingsbuis moet zo uitgevoerd worden dat
er geen ophooppunten van aanslag of bezinksel kan ontstaan. In
geval van meerdere warmtegeneratoren die een zelfde installatie of
een zelfde secundaire circuit voeden, moet iedere warmtegenerator
rechtstreeks aangesloten worden op het expansievat of op de
groep met expansievaten van het systeem, met globaal voorziene
afmetingen voor het totaalvolume water in dit systeem en in het
onafhankelijke circuit. Indien het nodig is om de warmtegenerator
afzonderlijk te scheiden van het expansievat of van de groep
expansievaten, moet men op de leiding voor aansluiting van de
generator op het vat een driewegregelklep gebruiken met dezelfde
kenmerken als hierboven opgesomd, om toch in iedere positie de
aansluiting van de generator ofwel met het expansievat ofwel met
de buitenlucht te verzekeren. De expansievaten, de leidingen voor
aansluiting, en de buizen voor ontluchting en afvoer moeten tegen
vorst beschermd worden waar dit zich zou kunnen voordoen. De
geschikte oplossing hiervoor moet in het ontwerp beschreven
worden.
4.6.
CONTROLES BIJ HET EERSTE AANZETTEN
Vooraleer de ketel aan te sluiten, voorzie:
a) een zorgvuldige spoeling van alle leidingen van het systeem
om eventuele residuen te verwijderen die de goede werking van
sommige componenten van het systeem (pompen, kleppen, enz.) in
het gedrang kunnen brengen.
b) een controle om na te gaan of de schoorsteen goed trekt, geen
vernauwingen heeft, en of er geen afvoeren van andere toestellen
aangesloten zijn op het rookkanaal.
Dit om onvoorziene verhogingen van de belasting te vermijden.
Pas na deze controle mag de schoorsteenkoppeling tussen de
ketel en het rookkanaal gemonteerd worden.Een controle van de
koppelingen met reeds bestaande rookkanalen is zeker aanbevolen.
THERMOSTATISCHE MENGKLEP (VERPLICHT)
5.
THERMOSTATISCHE MENGKLEP
(VERPLICHT)
De automatische thermostatische mengklep vindt zijn toepassing in ketels
met vaste brandstof, waar hij voorziet in de terugkeer van koud water in de
warmtewisselaar.
De stukken 1 en 3 zijn altijd open en, samen met de pomp geïnstalleerd op
de terugkeer, garanderen ze de watercirculatie binnenin de warmtewisselaar
van de ketel op biomassa. Een hoge temperatuur bij terugkeer laat toe om de
effi ciëntie te verbeteren, reduceert de vorming van condens van rookgassen
en verlengt de levensduur van de ketel.
De kleppen in de handel hebben verschillende afstellingen, Extrafl ame raadt
het gebruik aan van het model 55°C met hydraulische aansluitingen van 1" .
Eenmaal de temperatuur voor afstellen van de klep bereikt, wordt het stuk 2
geopend en het water van de ketel gaat naar de installatie via de aanvoer.
5.1.
BASISSCHEMA HYDRAULISCHE INSTALLATIE
MERK OP: de tekening op de afbeelding is enkel bij wijze van voorbeeld.
Het is aanbevolen om de framehandleiding te raadplegen op de
website http://www.extrafl ame.it/support voor meer informatie
aangaande hydraulische aansluitingen, luchtaanzuiging / afvoer van
rookgassen en specifi eke afmetingen van het betreff ende product.
T1
T2
C
A
B
T3
fi guur 1
A
inlaat primaire lucht
B
uitgang afvoer rookgassen
C
circulator (bij de voorziene modellen)
T1
afvoer beveiliging 3 bar
T2
aanvoer / uitlaat ketel
T3
terugkeer / ingang ketel
M
manometer
T
thermometer
G
vulgroep
S
uitlaat veiligheidsklep
VB
regelklep
6.
ACCESSOIREKIT INSTANTPRODUCTIE
SANITAIR WARM WATER
Waarschuwingen:
wanneer
instantproductie van warm water wil gebruiken, is het aanbevolen
om de technische dienst van de fi rma te contacteren op het adres
support@extrafl ame.it .
S
T
M
VB
3
1
2
G
men
de
accessoirekit
voor
5