Inhoudsopgave
Advertenties
5. Bedrijfscondities
De bedrijfscondities die vermeld staan in de installatie- en
bedieningsinstructies voor NK, NKG pompen zijn ook van
toepassing op pompen met een tandem asafdichting.
5.1 Spoelvloeistof
De spoelvloeistof moet schoon zijn.
De spoelvloeistof dient te worden geselecteerd
op basis van de toepassing en mag het materiaal
Voorzichtig
van de pomp en de asafdichting niet chemisch
aantasten.
De spoelvloeistof moet een hoog kookpunt, goede smerende
eigeschappen en een goede warmteoverdracht bezitten.
Het debiet van de spoelvloeistof dient ook afgestemd te zijn op de
toepassing (aanbevolen debiet 25-200 l/uur).
Waarschuwing
Sluit nooit de toevoer van de spoelvloeistof
direct aan op het openbare waterleidingnet.
Lokale regelgeving moet nageleefd worden.
Het is mogelijk om de afdichtingskamer/cartridge-afdichting aan
te sluiten op een aparte spoelvloeistoftank. In dergelijke gevallen
moeten de installatie- en bedieningsinstructies van de fabrikant
worden opgevolgd.
5.1.1 Maximale druk en temperatuur van de spoelvloeistof
De druk van de spoelvloeistof moet altijd lager zijn dan de druk
van de verpompte vloeistof.
De maximaal toelaatbare temperatuur van de spoelvloeistof is
afhankelijk van het rubberen materiaal van de secundaire
asafdichting.
Max. toelaatbare temperatuur van
Asafdichting
EPDM
FFKM
FKM
FXM
HNBR
Deze waarden gelden voor water als spoelvloeistof. Als andere
spoelvloeistoffen worden gebruikt, neem dan contact op met
Grundfos voor de max. toelaatbare temperatuur van de
spoelvloeistof.
5.1.2 Kookpunt van de spoelvloeistof
De tandem afdichting is bestendig tegen verpompte vloeistoffen
met een temperatuur van maximaal 140 °C. Voor een goede
vloeistofsmering in de afdichtende ruimte is het van belang dat
het kookpunt van de spoelvloeistof tenminste 10-15 °C hoger is
dan de temperatuur van de verpompte vloeistof.
de spoelvloeistof
[°C]
+120
+140
+90
+140
+90
6. Installatie
6.1 Aansluiting van de spoelvloeistof
6.1.1 Tandem afdichting met twee aparte asafdichtingen in
een afdichtingskamer.
1
2
3
Afb. 2 Tandem afdichting met twee aparte asafdichtingen in
een afdichtingskamer.
Pos.
Beschrijving
A
Ontluchtingsventiel voor de verpompte vloeistof
1
Leidingaansluiting voor primaire asafdichting - 3/8"
Leidingaansluiting voor secundaire asafdichting met
2
ontluchtingsventiel voor ontluchting van
afdichtingskamer - 3/8"
3
Leidingaansluiting voor secundaire asafdichting - 3/8"
Bij deze tandem asafdichting heeft de afdichtingskamer drie
aansluitingen. Zie afb. 2 en afb. 3. Pos. 1 leidt naar de zijde van
de asafdichting met de verpompte vloeistof, en pos. 2 en 3 leiden
naar de afdichtingskamer. Alle aansluitingen bevinden zich dicht
bij de afdichtingsvlakken van de asafdichting.
Aansluitingen
2
3
1
Afb. 3 Stromingsrichting van de spoelvloeistof
Dead-end oplossingen (zie 6.2 Spoelsysteem)
Gebruik alleen aansluiting 3 als inlaat en 2 voor ontluchting.
Aansluiting 1 moet afgedicht worden.
Circulerende oplossingen (zie 6.2 Spoelsysteem)
Gebruik aansluiting 3 als inlaat en aansluiting 2 als uitlaat.
De spoelvloeistof smeert en koelt de secundaire asafdichting.
Aansluiting 1 moet afgedicht worden.
A
57
Advertenties
Inhoudsopgave
