6. Toepassingsvoorbeelden
6.1.12. Bedradingsschema voor wisselende hoofdpomp
6
Elke pomp moet worden aangesloten op twee contactgevers (K1/K2 en K3/K4) met behulp van
een mechanische vergrendeling. Thermische relais of andere motorbeveiligingsapparaten moeten
worden toegepast overeenkomstig de lokale voorschriften en/of individuele eisen.
•
•
•
•
•
•
6.1.13. Bedradingsschema cascaderegelaar
Het bedradingsschema toont een voorbeeld met de ingebouwde BASIC cascaderegelaar met één
pomp met variabele snelheid (hoofdpomp) en twee pompen met vaste snelheid, een 4-20 mA
zender en een systeemvergrendeling.
126
Relais 1 en Relais 2 zijn de ingebouwde relais in de frequentieomvormer.
Wanneer alle relais zijn uitgeschakeld, zal het eerste ingebouwde relais dat wordt be-
krachtigd de contactgever inschakelen voor de pomp die door het relais wordt bestuurd.
Relais 1 schakelt bijvoorbeeld contactgever K1 in, die vervolgens hoofdpomp wordt.
K1 blokkeert K2 door middel van de mechanische vergrendeling, wat voorkomt dat het
net kan worden aangesloten op de uitgang van de frequentieomvormer (via K1).
Een hulpbreekcontact op K1 voorkomt dat K3 inschakelt.
Relais 2 bestuurt contactgever K4 voor de aan/uit-regeling van de pomp met vaste snel-
heid.
Bij een wisseling worden beide relais uitgeschakeld en wordt Relais 2 bekrachtigd als
eerste relais.
MG.11.B4.10 – VLT
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
HVAC Drive Design Guide