5. Installeren
•
•
•
5
Laat de afscherming zo ver mogelijk doorlopen tot aan de connectoren.
In de afbeelding is een voorbeeld van een EMC-correcte elektrische installatie weergegeven van
een IP 20 frequentieomvormer. De frequentieomvormer is in een installatiekast met een uit-
gangsschakelaar gemonteerd en is aangesloten op een PLC die in een afzonderlijke behuizing is
geïnstalleerd. Andere installatiemethoden kunnen ook goede EMC-karakteristieken opleveren,
mits de bovenstaande richtlijnen voor een goede technische praktijk in acht worden genomen.
Wanneer de installatie niet volgens de richtlijnen wordt uitgevoerd en niet-afgeschermde kabels
en stuurkabels worden gebruikt, wordt aan sommige emissievereisten niet voldaan, ook al wordt
wel aan de immuniteitsvereisten voldaan. Zie de sectie
112
en de motor. De EMC-karakteristieken van flexibele leidingen lopen zeer uiteen en daar-
voor is informatie van de fabrikant vereist.
Sluit de afscherming/wapening/leiding voor zowel motorkabels als stuurkabels aan beide
uiteinden aan op aarde. Soms is het niet mogelijk om de afscherming aan beide uiteinden
aan te sluiten. In dat geval moet de afscherming aan de kant van de frequentieomvormer
worden aangesloten. Zie ook
kabels
.
Vermijd afsluiting van de afscherming/wapening door middel van gedraaide kabeluitein-
den (pigtails). Een dergelijke afsluiting verhoogt de afschermingsimpedantie bij hoge
frequenties, wat het rendement bij hoge frequenties vermindert. Gebruik in plaats daar-
van kabelklemmen of EMC-goedgekeurde kabelpakkingen met lage impedantie.
Vermijd waar mogelijk het gebruik van niet-afgeschermde/niet-gewapende motorkabels
of stuurkabels binnen behuizingen voor de omvormer(s).
MG.11.B4.10 – VLT
Aarding van gevlochten afgeschermde/gewapende stuur-
EMC-testresultaten
®
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
HVAC Drive Design Guide
.