1) Gebruik het sleufnummer dat u eerder hebt genoteerd om te bepalen welke Bn-functie moet
worden geselecteerd. Als u bijvoorbeeld de I/O-adapter in sleuf C2 gebruikt, selecteert u con-
sole-instelling B2 om de locatie van de adapter te configureren.
2) Bn kan oplopen op basis van zoekvolgorde in plaats van in strikt numerieke zin. Als bijvoor-
beeld de zoekvolgorde C4,C3,C1, is, kunnen de Bn-nummers u nummer 4 tonen vóór een ander
lager nummer. Dit is afhankelijk van het model en geldt niet voor alle modellen.
3) Als op enig moment code A60x500D wordt afgebeeld, is er een time-out van de functie opge-
treden omdat de functie te langzaam is ingevuld. U hebt een minuut om de 65-21-11 volgorde
te voltooien. Als u eenmaal gestart bent, ga dan zonder onderbreking door met het selecteren
van de vereiste instellingen.
9.
Voer de volgende stappen uit om verbinding te maken met de console:
a. Let op de status van de console. Nadat de status verandert in Machtiging in behandeling, wordt
het venster Aanmelding voor Servicetools geopend.
Opmerking: Het is mogelijk dat het venster Aanmelding voor Servicetools wordt geopend achter
het venster Operations Console. Verplaats of verklein het venster Operations Console om het ven-
ster Aanmelding voor Servicetools zichtbaar te maken.
b. Meld u aan bij de toepassing Servicetools. Om aan te melden bij de toepassing Servicetools geeft u
11111111 op voor het gebruikers-ID en het wachtwoord.
c. Laad het beginprogramma en configureer het systeem.
d. Als uw sessie geen verbinding maakt, wacht u totdat de opstartprocedure wordt onderbroken van-
wege een systeemverwijzingscode (SRC) voor een attentiebericht of een IPL-storing, zoals
A6005008 of B2xxxx. Als de opstartprocedure wordt onderbroken met code A6005008, neemt u
voor assistentie contact op met de service-afdeling van IBM.
Opmerking: Voordat u de console verplaatst, dient u een IBM i TCP-interface te configureren en star-
ten op een tweede poort (T2, T3, T4). Hierdoor zorgt u ervoor dat er een extra methode is om toegang
te krijgen tot de server.
Stel de PC opnieuw in op de oorspronkelijke TCP/IP-instellingen.
Opmerking: De IP-configuratie van de PC moet opnieuw worden ingesteld voordat u de PC weer
aansluit op het netwerk, omdat de PC is geconfigureerd met het IP-adres van de gateway.
De PC en de poort van de serverconsole (T1) kunnen nu opnieuw worden bekabeld met het netwerk.
Ga verder met "Installatie van de server voltooien".
Kabels door de kabelgeleiderarm leiden en uitbreidingseenheden aansluiten
Volg deze procedure om kabels door de kabelgeleiderarm te leiden en uitbreidingseenheden aan te slui-
ten.
Voer de volgende stappen uit om kabels door de kabelgeleiderarm te leiden en uitbreidingseenheden aan
te sluiten:
1. Leid de kabel van de console door de kabelgeleiderarm.
2. Sluit de uitbreidingseenheden aan die zijn meegeleverd met het systeem. Raadpleeg voor meer infor-
matie de installatiehandleiding voor de uitbreidingseenheid die is meegeleverd met het systeem. Voer
de taken uit die betrekking hebben op het aansluiten van een vooraf geïnstalleerde uitbreidingseen-
heid of de behuizing van een schijfstation. Keer vervolgens terug naar dit document om de instelling
van uw server te voltooien.
3. Ga verder met "Installatie van de server voltooien".
Installatie van de server voltooien
Hier vindt u meer informatie over de taken die u moet uitvoeren om de installatie van uw beheerde sys-
teem te voltooien.
IBM Power System S812 (8284-21A) installeren
31