Figuur 9. Relatieve posities van de onderdelen van de kabelgeleiderarm voor de assemblage
2. De kabelgeleiderarm kan aan elk van beide kanten van de server worden geïnstalleerd. In de illustra-
tie bij deze procedure wordt getoond hoe u de kabelgeleiderarm aan de rechterkant van de server in-
stalleert, gezien vanaf de achterzijde van de server. Sluit één uiteinde van de steunbeugel (A) aan op
de rechter schuifrail (1). zodat u het andere uiteinde van de steunbeugel naar de linkerzijde van het
rek kunt draaien (2).
Opmerking: Op de kabelgeleiderarm is aangegeven (A) wat de bovenkant (UP) en onderkant
(DOWN) is. Zorg er voor dat de bovenkant (UP) boven en aan de rechterkant ligt.
Figuur 10. De kabelgeleiderarm bevestigen
3. Zoek het gaatje in de onderste binnenhoek van de L-vormige stopbeugel van de kabelgeleiderarm (B).
Plaats het losse einde van de steunbeugel zodanig dat het lipje op de onderkant ervan op lijn ligt met
het gaatje in de beugel. Plaats het lipje in het gaatje (1) en draai beugel (2) vast in de steunbeugel.
Voor meer informatie raadpleegt u Figuur 11 op pagina 9.
8
Power Systems: Installatie van de IBM Power System S812 (8284-21A)
Achterkant rek
2
1
A