5) Stel de Doelpartitie in op 1.
6) Klik op Volgende.
f. Het apparatuur-ID opgeven. Als u wordt gevraagd om een apparatuur-ID voor servicetools, geeft u
QCONSOLE op. Klik op Volgende.
g. Klik op Volgende > Voltooien. Uw sessie is nu gereed voor de verbinding. Dubbelklik op de ses-
sienaam om de verbinding te starten.
7. Zet de server aan met behulp van de volgende stappen:
a. Voer als volgt een IPL (initial program load) uit:
1) Zoek het bedieningspaneel van de server. Zoek naar de blauwe tab aan de voorkant van de
server. Druk het opzij en trek het bedieningspaneel langzaam naar buiten.
2) Druk op de pijl omhoog totdat 02 wordt afgebeeld, en druk op Enter.
3) Druk nogmaals op Enter. Een < (kleiner-dan-symbool) wordt naast de N afgebeeld.
4) Druk op de pijl omhoog. De N verandert in een M.
5) Druk op Enter.
6) Druk twee keer op Enter. Er wordt 02 op het bedieningspaneel afgebeeld.
b. Nadat u de server hebt ingesteld op een handmatige IPL, drukt u op de witte aan/uit-knop om de
server aan te zetten.
Opmerking: Kijk naar het bedieningspaneel terwijl de machine opstart. Tijdens de IPL ziet u
C6004031, wat aangeeft dat het systeem naar een console zoekt. Dit kan 20-30 minuten duren. Als
A6005008 wordt afgebeeld, geeft dit aan dat er geen console beschikbaar is. Dit kan er op duiden dat
het systeem niet vooraf is geïnstalleerd met IBM i en dat u het type console op LAN moet instellen.
8. Voer deze stap uit als het systeem niet vooraf geïnstalleerd is met IBM i. Om het consoletype in te
stellen op LAN, voert u de volgende stappen uit:
a. Stel het bedieningspaneel in op de handmatige werkstand. Als het systeem in de normale modus
is (functie 01 geeft 01 B N aan), selecteert u functie 02 op het bedieningspaneel en drukt u op En-
ter.
b. Schakel de functies van het bedieningspaneel in met behulp van de volgende stappen:
1) Selecteer functie 25 op het bedieningspaneel en druk op Enter. De retourcode moet 00 zijn.
2) Selecteer functie 26 op het bedieningspaneel en druk op Enter.
Opmerking: Als u een retourcode FF ziet, gaat u terug naar functie 25 en drukt u op Enter. Ga
vervolgens terug naar functie 26 en druk op Enter.
c. Controleer de huidige instelling(en). Gebruik consoleservicefuncties (65+21+11) om de huidige in-
stelling te verifiëren.
v A600 500A = Geen console gedefinieerd
v A601 500A = Twinaxconsole
v A602 500A = Console met rechtstreekse kabel
v A603 500A = LAN-console
v A604 500A = HMC-console
Als SRC (System Reference Code) = A603500A, dan gaat u naar stap e. Bij alle andere SRC-waar-
den gaat u naar de volgende stap.
d. Stel consoletype in op LAN.
1) Gebruik de 65+21+11 volgorde net zolang tot u code A603500B ontvangt. Dit geeft aan dat het
type console zal worden gewijzigd in LAN.
2) Als u code A6C3500C ontvangt, gebruikt u de volgorde 21+11. Dit geeft aan dat instellingen
zijn opgeslagen. Als dat niet het geval is, herhaalt u functie 11 totdat u code A6C3500C ont-
vangt.
e. Verwijder de adapterconfiguratie uit het profiel door de volgende stappen uit te voeren:
IBM Power System S812 (8284-21A) installeren
17