13
INSTELMODE
13.1 Instelmode Gebruikersniveau (X [[)
In de instelmode kunnen diverse instellingen naar
behoefte gewijzigd worden. De gewenste code kan
gekozen worden door de m- toets in te drukken totdat
op het code-venster ! verschijnt. Kies nu met de
s- toets de gewenste code. Door vervolgens op de
[+]-toets te drukken, kan een instelling verhoogd wor-
den, door op de [-]-toets te drukken kan een instelling
verlaagd worden.
De nieuwe instelling wordt opgeslagen door op de e-
toets te drukken waarna in het t- venster de nieuwe
waarde tweemaal knippert ter bevestiging.
Code
Omschrijving
!
Gewenste maximale aanvoertemperatuur,
zie par. 13.1.1
@
Nadraaitijd circulatiepomp, zie par. 13.1.2 00
A
Ketelregeling, zie par. 13.1.3
tabel 17 Instelmode gebruikersniveau
g
Let op ! !
parameters alleen veranderen op
advies van de installateur.
13.1.1 Aanvoertemperatuur (!)
Instelmode, parameter !, De maximale aanvoertempe-
ratuur is instelbaar van 20 tot 90°.
Het instellen van de maximale aanvoertemperatuur dient
als voorbeeld voor de overige instellingen.
afb. 22 Instellen aanvoertemperatuur
pdf
C o d e
R e se t
Zoek de Code 1. op
(continu brandende stip)
C o d e
R e se t
1x
Opslaan van de nieuwe
temperatuur in het geheugen
Instelbereik en eventuele toelichting
20 t/m 90°
(instelling ketelthermostaat, tevens instelling top
stooklijn bij toepassing van buitenvoeler)
= nadraaitijd 10 seconden
01 t/m 15 = nadraaitijd in minuten
99
= continu
Instelling regelmethode
C o d e
Gewenste temperatuur instellen met ' ' en ' '
C o d e
Terugkeren naar de bedrijfssituatie
37
Fabrieks-
instelling
80
05
31
R e se t
1x
R e se t