Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Modulerende Regelingen Algemeen; Modulerende Weersafhankelijke Regeling Rematic; Modulerende Cascaderegelaar Rematic® Mc; Analoge Regeling (0-10 Volt) - REMEHA Gas 310 ECO Technische Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas 310 ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

8.6.2 Modulerende regelingen algemeen

Het modulerende karakter van de ketel wordt optimaal
benut met behulp van een modulerende regelaar op
basis van ruimte- en/of buitentemperatuur.
Vraagt de regelaar een vermogen, dan levert de ketel
dat vermogen. Levert de regelaar een berekend setpunt
aanvoertemperatuur dan moduleert de ketel naar deze
berekende waarde (de besturingsautomaat kan dit over-
rulen als de veiligheid in het geding komt).
Hierdoor neemt het aantal bedrijfsuren toe en wordt het
aantal starts drastisch gereduceerd. In combinatie met
de vaste gas- /luchtverhouding betekent dit per saldo
een hoger rendement en lagere onderhoudskosten. Er
kunnen diverse soorten modulerende regelingen worden
aangesloten, waaronder:
- Modulerende weersafhankelijke regeling, zie par.
8.6.3
- Modulerende cascaderegeling, zie par. 8.6.4.
8.6.3 Modulerende weersafhankelijke regeling rema-
®
tic
Remeha heeft hiervoor de rematic
als accessoire leverbaar. De aansluitingen hiervoor zijn
geheel voorbedraad. De rematic
kan, naast het weersafhankelijk voorregelen van de
ketel, ook de aansturing van twee gemengde groepen
verzorgen. De regelaar wordt in de ketel gemonteerd.
Aansluiting vindt plaats met behulp van de meegele-
verde rematic
®
adapter en de meegeleverde interface
die in de besturingskast ingebouwd kunnen worden. De
regelaar hoeft niet geactiveerd te worden, de ketel zal
de regelaar herkennen.
Voor gedetailleerde informatie: zie de documentatie van
de betreffende regelaar.
8.6.4 Modulerende cascaderegelaar rematic
De cascaderegelaar rematic
modulerend aansturen van 2 tot 5 Remeha Gas 310
ECO ketels in cascade. Deze regelaar wordt aan de
wand gemonteerd en communiceert volgens het Open-
Therm protocol via de (optionele) interface in de ketel.
Voor aansturing van meer dan 5 ketels, kunnen meer-
dere rematic
®
MC regelaars gecombineerd worden. De
regelaar hoeft niet geactiveerd te worden, de ketel zal
de regelaar herkennen.
Voor gedetailleerde informatie: zie de documentatie van
de betreffende regelaar.

8.6.5 Analoge regeling (0-10 Volt)

Bij deze regeling kan worden gekozen voor het rege-
len op temperatuur of op vermogen. Hieronder worden
beide regelingen kort toegelicht.
Om de ketel analoog aan te sturen, dient het signaal op
klemmen X29-11 (+) en X29-12 (-) van de 24 Volt-klem-
menstrook in de besturingskast te worden aangesloten.
De interne ketelregeling dient op analoge regeling te
worden ingesteld (zie par. 13.1.3, parameter A).
®
2945 C3 K -regelaar
®
2945 C3 K -regelaar
®
MC
®
MC is geschikt voor het
g
Let op ! !
Als voor de analoge regeling is geko-
zen, werken het aan/uit-contact en het hoog/laag-con-
tact met hogere prioriteit (bijv. voor vorstthermostaat).
Specificaties analoge ingang
Ingangsweerstand R
Het 0-10 V signaal moet vrij van de massa van de
besturingsautomaat liggen en de regelaar moet gal-
vanisch gescheiden zijn van de besturingsautomaat
(massa regelaar niet doorverbinden met massa auto-
maat).
De 0 van het analoge signaal mag niet rechtstreeks
doorverbonden zijn met de 0 van de voedingsspanning.
Analoog regelen op temperatuur
Het 0-10 Volt signaal regelt de ketelaanvoertempera-
tuur tussen 0° en 100°, waarbij het mogelijk is om
het begin- (minimale temperatuurwaarde) en eindpunt
(maximale temperatuurwaarde) op een andere waarde
in te stellen (zie par. 13.2.5).
Deze regeling is modulerend op aanvoertemperatuur,
waarbij het vermogen varieert tussen de minimale en
maximale waarde op basis van het door de regelaar
berekende setpunt aanvoertemperatuur.
afb. 17 Temperatuurregeling via analoog (0-10 Volt)
signaal
00.31H.79.00008 (afb. 1)
Analoog regelen op vermogen
Het 0-10 Volt signaal regelt het ketelvermogen tussen
0% en 100%, waarbij de minimum en maximum waar-
den begrensd worden door het minimum toerental van
de ventilator (uitleesmode, parameter $+%) en het
maximaal ingesteld vermogen (instelmode, parameter
^+&).
Deze regeling is modulerend op vermogen, waarbij het
vermogen varieert tussen de minimale en maximale
waarde op basis van de door de regelaar bepaalde
waarde.
25
= 66 kW.
in

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave