(
Gevraagde (en door ketelbesturing toege-
stane) vermogen (%) wordt weergegeven,
ongeacht instelling ketelregeling.
A
Berekende vermogen (%)
B
Analoge ingangsspanning (Volt)
C
Regelstrategie (zie par. 12.3)
D
Huidige waterdruk
E
N.v.t.
F
Toerental ventilator
G
Ionisatieniveau
H
Unieke ketelcode
I
Drukverschil over luchtdrukverschilsensor
tabel 13 Uitleesmode gebruikersniveau
* De getoonde waarde heeft een grootte van 4 cijfers.
Het code-venster gaat opeenvolgend van de letter F
naar een verticaal streepje met een punt in het rechter
ondersegment. De 4-cijferige waarden worden per 2
afwisselend weergegeven:
F 10
> 00
Het toerental van de ventilator is 1000 tpm.
12.3 Regelstrategie c
Tijdens normaal bedrijf kan de besturing van de ketel
volgens een bepaalde strategie gaan regelen. De mees-
te regelstrategieën zijn bedoeld om de ketel zo lang
mogelijk brandend te houden, ongeacht b.v. doorstro-
mingsveranderingen of -problemen.
De regelstrategieën zijn in de uitleesmode met code c
uit te lezen.
1 = opmoduleren (regeling onder ionisatiedrempel)
2 = terugmoduleren (maximaal temperatuurverschil
tussen aanvoer en retour)
3 = vermogen minimaal (retourtemperatuur hoger dan
aanvoertemperatuur)
4 = terugmoduleren (rookgastemperatuur te hoog)
5 = pomp/ketel aan (vorstbeveiliging)
6 = nul-doorstromingsbeveiliging 2; Als stijgsnelheid
van ketelbloktemperatuur ] 0,2°/sec, gaat de
ketelmodule gedurende 1 minuut op minimaal ver-
mogen branden. Daarna moduleert de ketelmodule
stapsgewijs naar normaal bedrijf.
7 = nul-doorstromingsbeveiliging 1; Als stijgsnelheid
van ketelbloktemperatuur ] 0,1°/sec, moduleert de
ketelmodule terug. Wanneer de stijgsnelheid weer
onder die waarde komt, gaat de ketelmodule weer
in normaal bedrijf.
8 = ketelbloktemperatuur te hoog (regelstop)
00 - )0 (=100%)
gevraagde waarde
10 - )0 (=100) (actuele waarde)
00 - )0 (=100) (actuele waarde)
01
- 06
00
- 60(÷ 10 voor bar), alleen met
waterdruksensor (optioneel);
bij niet aangesloten sensor: 00
06 - 60
00 - 99(x 0,1 uA)
10 - 98
00 - 80 (x 0,1 mbar)
12.4 Blokkeringen (b xx)
12.4.1 Blokkering
Tijdens een blokkering geeft het code-venster een b
aan, terwijl het t- venster de blokkeringcode aangeeft.
g
Let op ! !
bedrijfssituatie en geeft dus geen storing, maar een nor-
male bedrijfstoestand van de ketel weer. De ketel vol-
doet (tijdelijk) niet aan 1 van de startvoorwaarden. Een
blokkeringcode kan duiden op een installatietechnisch
probleem of een verkeerde instelling.
12.4.2 Blokkeringsmode
In de blokkeringsmode kan de laatst opgetreden blok-
kering bekeken worden. Met behulp van de PC (vanaf
versie Recom PC) en PDA kunnen de laatste zes blok-
keringen bekeken worden.
Tijdens deze mode knipperen beide punten van het t-
venster.
De laatst opgetreden blokkering en de daarbij beho-
rende bedrijfscodes en heersende temperaturen worden
opgeslagen in het geheugen van de microprocessor en
kunnen in de blokkeringmode als volgt uitgelezen wor-
den:
- Stel de servicecode c 12 in (zie par.13.2).
- Druk de m- toets in totdat een knipperend cijfer en een
knipperende stip op het code-venster verschijnen.
Kies nu met de s- toets de gewenste stap.
35
90
87
45
02
15(=1,5 bar)
40
00(=4000*)
03
13
Een blokkering is een normale