17. h
Verwijder de meetapparatuur en dicht de meet-
punten af.
18.
Controleer gaslekcontrole en minimale gasdruk-
schakelaar (indien gemonteerd):
Parameter J dient ingesteld te zijn op een
waarde groter dan of gelijk aan 8, afhankelijk
van de aangesloten opties (zie par. 13.2.13).
De drukschakelaar van de gaslekcontrole ver-
volgens instellen op een schakeldruk welke
overeenkomt met 50% van de voordruk. Let
daarbij op dat de gemeten voordruk geen zoge-
naamde (hogere) sluitdruk betreft.
19.
De ketel moet weer op 'gebruikersniveau' terug-
gebracht worden door de reset toets in te druk-
ken.
20.
De installatie opwarmen tot ongeveer 80° en
de ketel uitschakelen.
20.
De installatie ontluchten en de waterdruk contro-
leren.
22.
De ketel is nu bedrijfsklaar.
23.
De ketelregeling op de gewenste waarden
instellen.
24.
De ketel inschakelen en sticker "Ingesteld op"
invullen (b.v. Gas G25 - 25 mbar).
i
Opmerking:
De Remeha Gas 310 ECO wordt met een aantal basis-
instellingen geleverd:
Ketelregeling : Aan/uit en modulerend op aanvoertem-
peratuur
Aanvoertemperatuur : 80°
Indien andere regelwaarden worden gewenst: zie par.
13.1. en 13.2
Nu zijn de volgende bedrijfssituaties mogelijk:
25.a
Modulerend bedrijf: het vermogen van de ketel
moduleert op basis van de door de modulerende
regelaar gevraagde aanvoertemperatuur (zie
ook 'Opmerking' onder punt 25c en par. 8.6.2).
g
Let op ! !
gen deellast gaan branden. De fabrieksinstelling
voor de gedwongen deellasttijd is 30 secon-
den. Deze instelling is correct wanneer gebruik
gemaakt wordt van modulerende regelaars
25.b
Hoog/laag bedrijf: de ketel werkt in deel- of
vollast, afhankelijk van de warmtevraag en
moduleert terug als de op de ketel ingestelde
aanvoertemperatuur bereikt is (zie ook par.
8.6.7). Tevens moduleert de ketel terug als de
toegestane dT of stijgsnelheid wordt overschre-
den.
25.c
Aan/uit bedrijf: de ketel levert het maxi-
male vermogen en moduleert terug als de
op de ketel ingestelde aanvoertemperatuur
bereikt is. Tevens moduleert de ketel terug
als de toegestane dT of stijgsnelheid wordt
overschreden(zie ook par. 8.6.6).
De ketel zal eerst in gedwon-
i
Voor aan/uit bedrijf wordt een gedwon-
gen deellasttijd van 3 minuten geadviseerd
(instelmode, parameter *, zie par. 13.2.3).
25.d
Analoog (0-10 V) bedrijf: afhankelijk van de
instelling (zie par. 8.6.5) zijn er twee situaties
mogelijk:
- de bovengrens van het afgegeven vermogen
varieert lineair met het gestuurde signaal
2V = 20%, 10V = 100%
- de afgegeven aanvoertemperatuur varieert
lineair met het gestuurde signaal (afhankelijk
van parameters a en B); voorbeeld: 0V =
0°, 10V = 100°.
De ketel moduleert op basis van een ingestelde
aanvoertemperatuur (instelbereik 20° tot 90°)
en op een maximale T beveiliging.
10.2 Uit bedrijf nemen
1. De elektrische voeding van de ketel uitschakelen.
Hierdoor wordt ook de eventuele ingebouwde rege-
laar spanningsloos.
2. Gaskraan sluiten.
g
Let op ! !
Een uitbedrijf genomen ketel is niet
beveiligd tegen bevriezing!
31