De led "L6" knippert: positie 1 van M2
8.
– Om motor 2 aan te sturen en in de positie "1" te bren-
gen ("Afbeelding 29"): druk op de toets
en houd deze ingedrukt. Zodra de positie be-
h
reikt is, laat u de toets los om het manoeuvre te stoppen
– Om de positie in het geheugen op te slaan, drukt u op de
toets
en houdt u deze gedurende minstens 3
g
sec. ingedrukt; laat de toets daarna los (na 2 sec. blijft
de led "L6" branden tot de toets
laten).
a
Bij een installatie met één enkele motor:
– Voer de net beschreven handmatige aanleerprocedure
uit tot punt 2
– Programmeer de positie met betrekking tot led "L1" zoals
beschreven in punt 3
– Druk kort op de toetsen
led "L5" te laten knipperen
– Programmeer de positie met betrekking tot led "L5" zoals
beschreven in punt 7.
De posities met betrekking op de leds "L3" (SA van
M2) en "L4" (SC van M1) NIET PROGRAMMEREN. Om
u tussen de verschillende posities te verplaatsen, vol-
staat het kort te drukken op de toetsen
om de gewenste led te laten knipperen.
h
5.3.3 Aanleren in gemengde modus
m
De aanleerprocedure geeft ongeveer 10 seconden tijd
tussen het indrukken van de ene toets en de andere.
Na deze tijd wordt de procedure automatisch beëin-
digd en worden de tot dan toe gemaakte wijzigingen
opgeslagen in het geheugen.
30
Om de aanleerprocedure in gemengde modus uit te voeren:
Voer de zelfaanleerprocedure in automatische modus uit zo-
1.
als beschreven in de paragraaf "Aanleren in automatische
modus"
2.
Druk tegelijkertijd op de toetsen
ze ingedrukt
h
3.
Laat de toetsen los zodra de led "L1" begint te knipperen
4.
Door kort op de toets
verplaatst u de knipperende led (L1...L6) naar de positie die
u wenst te programmeren
Ga voor iedere afzonderlijke positie te werk zoals beschre-
5.
ven in de paragraaf "Aanleren in handmatige modus"
Herhaal deze laatste handeling voor alle andere posities die
6.
u wenst te wijzigen.
14 – NEDERLANDS
f
wordt losge-
g
of
f
h
f
en xxx en houd
g
o
te drukken,
f
h
5.4 CONTROLE VAN DE POORTBEWEGING
of
31
Na afloop van de aanleerfase raden we aan om de besturingseen-
heid enkele openings- en sluitmanoeuvres te laten uitvoeren; op
om de
die manier kunt u controleren of de poort correct beweegt en of er
eventuele fouten qua montage en instelling opduiken.
Doe het volgende:
Druk op de toets
1.
aan te sturen; Controleer of er zich tijdens het openingsma-
noeuvre een versnellingsfase, een fase met constante snel-
heid, een vertragingsfase voordoet. Zodra het manoeuvre
beëindigd is, moeten de vleugels op enkele centimeters van
de mechanische openingsstop tot stilstand komen
of
Druk op de toets
2.
sturen; Controleer of er zich tijdens het sluitmanoeuvre een
versnellingsfase, een fase met constante snelheid, een ver-
tragingsfase voordoet. Na afloop moeten de vleugels per-
fect gesloten zijn op de mechanische sluitstop
3.
voer meerdere openings- en sluitingsmanoeuvres uit om te
beoordelen of er eventuele montage- of afstellingsdefecten
zijn, of andere onregelmatigheden, zoals punten met een
grotere wrijving
Controleer of alle eerder ingestelde functies door de bestu-
4.
ringseenheid zijn aangeleerd.
5.5 AANSLUITING VAN ANDERE INRICHTINGEN
Indien het vereist is om externe inrichtingen te voorzien van stroom,
bijvoorbeeld een lezer voor transponderkaarten of de verlichting
van de sleutelschakelaar, kan de voeding verkregen worden zoals
L1
aangegeven in de afbeelding.
De voedingsspanning is 24Vc -30% ÷ +50% met een maximale
beschikbare stroom van 200mA.
32
l
De spanning op de klemmen "SbS" en "Stop" blijft
ook aanwezig als de functie "Stand By" op de print-
plaat wordt geactiveerd.
om een "openingsmanoeuvre"
f
om een "sluitmanoeuvre" aan te
h
SBS
STOP
(-)
(+)