Fotostanden gebruiken
Dit onderdeel geeft een beschrijving van de
beschikbare fotostanden. Afhankelijk van de
stand kunnen bepaalde instellingen worden
gewijzigd. Meer informatie over de aanpasbare
functies vindt u onder
"Menu's voor fotofuncties"
op bladzijde 29.
De beste stand gebruiken
om de scène te fotograferen
(stand )
1
Zet de functieknop op .
•
Er verschijnt een toelichting van de
geselecteerde stand als u de knop E
ingedrukt houdt.
2
Gebruik 12 om de beste
opnamestand voor de scène te
selecteren en druk op de knop o.
Pictogram dat
het ingestelde
motiefprogramma
aangeeft
10
M
N
ORM
Gebruik het menu om naar een ander
motiefprogramma te gaan. [/]
(blz. 32)
Onderwateropnames maken
Selecteer [ UNDERWATER SNAPSHOT].
"Belangrijke informatie over water-
en schokbestendigheid" (blz. 66)
PORTRAIT
EXIT
SET
OK
MENU
4
IN
De scherpstelafstand vergrendelen
voor een onderwateropname
(AF-vergrendeling)
Wanneer [ UNDERWATER SNAPSHOT]
is geselecteerd, drukt u op 2.
^ -markering
10
M
N
ORM
Om te annuleren drukt u nogmaals op 2
om de markering ^ te doen verdwijnen.
Fotograferen met optimale
diafragmawaarde en sluitertijd
(stand K )
In deze stand kunt u automatisch foto's nemen
en kunt u diverse andere fotofuncties aanpassen,
zoals belichtingscorrectie, witbalans enz.
1
Zet de functieknop op K.
K-modusindicator
P
10
M
N
ORM
AFL
4
IN
4
IN
19
NL