Fotofuncties gebruiken
Gebruik van de optische zoom
Door aan de zoomknop te draaien, kunt u het
opnamebereik aanpassen.
Draaien naar
de kant voor
groothoekopnames (W)
NR
P
12
W
T
M
1/400
F3.5
N
ORM
IN
Zoombalk
Optische zoom: 26x, digitale zoom: 5x
Het gebruik van [IMAGE STABILIZER]
(Blz. 32) is aan te bevelen als u foto's maakt
met telezoom.
Grotere beelden maken zonder
beeldkwaliteit te verliezen
[FINE ZOOM] (Blz. 30)
Grotere beelden maken
[DIGITAL ZOOM] (Blz. 30)
Het uitzicht van de zoombalk geeft de status
van de fijne zoom / digitale zoom aan.
Als de optische
zoom wordt
gebruikt
Als de fijne
zoom wordt
gebruikt
Als de digitale
zoom wordt
gebruikt
20 NL
Draaien naar de kant
voor teleopnames (T)
NR
P
W
T
12M
4
N
1/400
F3.5
ORM
Optisch zoombereik
Fijn zoombereik
Digitaal zoombereik
Het onderwerp verlichten als
het zich in tegenlicht bevindt
(SHADOW ADJ
De camera vindt het gezicht van een persoon
dat te donker is wegens tegenlicht, en maakt
dit gezicht helderder.
Shadow adjustment-technologie
*1
1
Druk op de knop f.
4
IN
2
Gebruik 9: om [ON] te selecteren
en druk op de knop o om in te
stellen.
3
Richt de camera op het onderwerp.
Controleer het kader dat rond het
door de camera gedetecteerde
gezicht verschijnt, en druk op de
ontspanknop om de foto te maken.
Voor sommige onderwerpen verschijnt het
teken niet of niet onmiddellijk.
[METERING] (Blz. 30) wordt automatisch vast
ingesteld op [ESP], en [AF MODE] (Blz. 31)
wordt automatisch vast ingesteld op
[FACE DETECT].
[i] wordt automatisch overgeschakeld
naar [j]. Daarnaast wordt deze functie bij
repeterende opnames enkel toegepast op
het eerste beeld. [DRIVE] (Blz. 29)
)
*1
$
$
NR
P
OFF
OK
OK
SET
SHADOW ADJ
OFF ON