34
Waarschuwing
BHW-X:BlowerRPM high
BLW-X:BlowerRPM low
HMW: Onderhoud nodig
FTW: Fill timeout
RHHW: RV te hoog
Omschrijving
Het toerental van brander X is langer
dan 5 seconden hoger dan de leidende
brander.
Correctie door bevochtiger: de bevoch-
tiger blijft het toerental van de ventilator
monitoren.
Het toerental van brander X is langer
dan 5 seconden lager dan de leidende
brander.
Correctie door bevochtiger: de bevoch-
tiger blijft het toerental van de ventilator
monitoren.
Het onderhoudsinterval is verstreken.
Correctie door bevochtiger: de bevoch-
tiger werkt nog 72 uur door alvorens een
storingsmelding verschijnt.
Het watertoevoerventiel is gedurende
een bepaalde tijd geopend maar het wa-
terniveau is nog steeds op het laagste
niveau.
Correctie door bevochtiger: Het wa-
tertoevoerventiel blijft geopend. Blijft het
niveau in het volgende tijdsbestek op het
laagste niveau dan volgt een storings-
melding.
De gemeten relatieve vochtigheid is ho-
ger dan de ingestelde "RV hoog" grens-
waarde.
Correctie door bevochtiger: Geen. De
bevochtiger blijft standby totdat de ge-
meten relatieve vochtigheid onder het
setpoint daalt.
Oplossing
1. Zorg ervoor dat de betreffende venti-
lator juist is aangesloten en de juiste
spanning krijgt.
2. Voer de diagnosetest uit voor de ven-
tilator om er zeker van te zijn of de
ventilator juist werkt.
3. Ventilator snelheid neemt af door slij-
tage. Het apparaat is bedrijfszeker
maar de capaciteit is beperkt.
4. Controleer met de hand of de venti-
lator zonder weerstand kan draaien.
1. Zorg ervoor dat de betreffende venti-
lator juist is aangesloten en de juiste
spanning krijgt..
2. Voer de diagnosetest uit voor de ven-
tilator om er zeker van te zijn of de
ventilator juist werkt.
3. Zet de betreffende brander als leidende
en kijk of overige branders de waar-
schuwing "BlowerRPM High" geven.
4. Ventilator snelheid neemt af door slij-
tage. Het apparaat is bedrijfszeker
maar de capaciteit is beperkt.
5. Nieuwe ventilator bestellen.
Voer onderhoud uit volgens de onder-
houdsvoorschriften.
1. Zorg ervoor dat de drainpomp uitge-
schakeld is, het hulpventiel gesloten is
en de handmatige drain niet bediend
wordt.
2. Zorg voor een geopende watertoevoer
welke voldoet aan de gestelde eisen
(10 l/min; 3-8 bar).
3. Watertoevoerventiel op de goede wer-
ken controleren met het diagnosepro-
gramma.
4. Controleer bekabeling naar de stuur-
print van de niveaueenheid en het
watertoevoerventiel.
5. Waterzijdige installatie reinigen.
1. Controleer of de "RV hoog" grens-
waarde aansluit bij de toepassing.
2. Zorg ervoor dat de vochtigheidsrege-
laar niet beïnvloed word door ander
vochtige bronnen (waterbak, afvoer
etc.).
3. Controleer positie van de sensor (te
dicht bij stoomverdeler?)
4. Systeem is mogelijk over gedimensi-
oneerd. Beperk de capaciteit van de
bevochtiger.