Opbouw en functie
Selecteren soort laswerk
5.10.3.2 Werkpunt (lasvermogen) instellen
De werkpuntinstelling in de JOB "0" (handmatig) gebeurt zoals beschreven in het
gelijknamig hoofdstuk van de besturing M2.4x. De volgende instellingen zijn daarom
enkel voor werkzaamheden in de JOB's 1-24 voorzien.
Bedienings-
element
+
Indien de bedrijfsmodus reeds geselecteerd is, zijn hiermee alle vereiste instellingen uitgevoerd
en kan men met lassen beginnen.
5.10.3.3 Draadcorrectie instellen
De draadsnelheid kan tevens door draadcorrectie worden aangepast.
Bedienings-
element
46
Actie
Resultaat
Selectie van de parameter waarop de lascapaciteit dient ingesteld te
worden:
n x
op plaatdikte
op draadsnelheid
op lasstroom
Toets "TEST" ingedrukt houden en tegelijk aan de trapschakelaar het
werkpunt instellen.
Op de display worden de gewenste parameters evenals de
nullastspanning weergegeven.
+
Knipperen van de dioden "Volt" en "Draadaanvoercorrectie" geeft een
fout aan (bijv. kortsluiting tussen toorts en werkstuk, inductiviteitsfout,
enz.). Fout verhelpen, opnieuw op "TEST" drukken.
Actie
Resultaat
Waarde van draadcorrectie instellen
INSTRUCTIE
099-005224-EW505
08.11.2011