Opbouw en functie
Selecteren
5.2.2.2
Werkpunt (lasvermogen) instellen
De werkpuntinstelling in de JOB "0" (handmatig) gebeurt zoals beschreven in het gelijknamig
hoofdstuk van de besturing M2.4x. De volgende instellingen zijn daarom enkel voor
werkzaamheden in de JOB's 1-24 voorzien.
Bedienings-
element
+
Indien de bedrijfsmodus reeds geselecteerd is, zijn hiermee alle vereiste instellingen uitgevoerd
en kan men met lassen beginnen.
5.2.2.3
Draadcorrectie instellen
De draadsnelheid kan tevens door draadcorrectie worden aangepast.
Bedienings-
element
5.2.2.4
Bedrijfsmodus en lasparameters instellen
De parameters zijn in de besturing vooraf ingesteld, maar zijn individueel aan te passen.
Wordt tijdens het instellen gedurende 5 seconden geen handeling door de gebruiker uitgevoerd,
dan wordt de instellingsprocedure door de besturing onderbroken en gaat deze over naar de
standaardweergave.
Bedienings-
element
32
Actie
Resultaat
Selectie van de parameter waarop de lascapaciteit dient ingesteld te
worden:
n x
---------op plaatdikte
----------op draadsnelheid
op lasstroom
Toets "TEST" ingedrukt houden en tegelijk aan de trapschakelaar het
werkpunt instellen.
Op de display worden de gewenste parameters evenals de
nullastspanning weergegeven.
+
Knipperen van de dioden "Volt" en "Draadaanvoercorrectie" geeft een
fout aan (bijv. kortsluiting tussen toorts en werkstuk, inductiviteitsfout,
enz.). Fout verhelpen, opnieuw op "TEST" drukken.
Actie
Resultaat
Waarde van draadcorrectie instellen
Actie
Resultaat
Bedrijfsmodus selecteren:
n x
----------2-takt
--------4-takt
--------Puntlassen
-------Interval
Lasparameters selecteren:
-------Gasnastroomtijd „GnS" instellen (0,0s tot 10,0s)
n x
-------Draadterugbrandtijd „drb" instellen (-50% tot 50%)
--Punt- / pulstijd „t1" (0,1s tot 5,0s)
-----Intervalpauze „t2" (0,1s tot 2,0s)
Op de display wordt de geselecteerde parameter aangeven
Instellen van de geselecteerde parameter
099-005207-EW505
18.05.2017