Onderhoud en reparatie
9.5 Reparatie
9.5
Reparatie
Volg bij alle werken aan de machine het volgende:
• Volg de algemene veiligheidsaanwijzingen (Pagina 17).
• Neem de nationale en branchespecifieke voorschriften in acht.
• Neem bij gebruik van de machine binnen de Europese Unie de vereisten van EN 50110‑1 voor
het veilig gebruik van elektrische installaties in acht.
Neem, indien de machine dient te worden getransporteerd, het hoofdstuk „Transport
(Pagina 32)" in acht.
Opmerking
Markeer voor aanvang van de demontage de bevestigingselementen en de rangschikking van
de interne verbindingen. Dit maakt de latere montage eenvoudiger.
Zorg ervoor, dat de uit de statorbehuizing stekende wikkelingen bij montage van de lagerplaat
niet worden beschadigd.
De montage van de machine moet indien mogelijk op een uitlijnplaat plaatsvinden. Hierdoor is
gewaarborgd, dat de voetoppervlakken op een enkel niveau liggen.
Afdichtingsmaatregelen
1. Breng het vloeibare afdichtmiddel (bijv. Fluid-D, Hylomar) op de centreerrand aan.
2. Afdichtingen van aansluitkasten controleren en waar nodig vervangen.
3. Beschadigingen aan de lak en ook aan bouten herstellen.
4. Benodigde maatregelen voor aanhouden van de veiligheidsklasse in acht nemen.
5. Schuimstofafdekking in leiding niet vergeten. Gaten helemaal afsluiten en aanliggen van
leidingen tegen scherpe randen vermijden.
9.5.1
Wentellager
De specificaties over de toegepaste lagers vindt u op het typeplaatje of in de catalogus.
Levensduur lager
Bij langere opslagtijd vermindert de vetgebruiksduur van het lager. Bij continu gesmeerde lagers
wordt de levensduur van de lagers hierdoor gereduceerd.
Het is aanbevolen het vet na een opslagtijd van 12 maanden te vervangen. Vervang ook bij
gesloten lagers (suffix 2Z of 2 RS) de ingevette lagers. Na 4 jaar opslagtijd vervangt u algemeen
de wentellagers en het vet compleet.
96
Rollenbaanmotoren 1PC1423 AH 112 ... 400
Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E38479846