• Geen potentiaalverschil tussen motor, omvormer en werkmachine
– Gebruik equipotentiaalleidingen tussen de aansluitkast en de positie van de
– Gebruik een afzonderlijke hoogfrequentie equipotentiaalverbinding tussen de
– Gebruik een afzonderlijke hoogfrequente equipotentiaalverbinding tussen de
• Gebruik een gelijke-fasefilter (dempende kern) bij de uitgang van de omvormer. De keuze en
het dimensioneren gebeurt via de distributiepartner van SIEMENS.
• Begrens de spanningstoename door het plaatsen van uitgangsfilters. Uitgangsfilters dempen
de hoeveelheid boventonen in de uitgangsspanning.
• Breng de motorsmoorkleppen aan.
• Gebruik bijvoorbeeld een IT-netwerk met geïsoleerd sterpunt.
De bedieningshandleiding van de omvormer maakt geen deel uit van deze documentatie.
Neem ook de aanbevelingen in de projecteringsinformatie van de omvormer in acht.
4.12.4
Geïsoleerde lagers bij bedrijf aan de omvormer
Als de machine op een laagspanningsomvormer wordt gebruikt, dan wordt op de NDE-zijde een
geïsoleerde lager en een geïsoleerde tachometer met geïsoleerde lager (optie) aangebouwd.
Let op de plaatjes op de machine met betrekking tot de lagerisolatie en mogelijke
overbruggingen.
①
②
③
Afbeelding 4-1
Rollenbaanmotoren 1PC1423 AH 112 ... 400
Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E38479846
hoogfrequente aarding op de motorbehuizing.
motorbehuizing en de beschermaardingsrail van de omvormer.
motorbehuizing en de werkmachine.
Werkmachine
Motor
Koppeling
Principiële weergave van de individuele aandrijving
Voorbereiding voor gebruik
4.12 Bedrijf aan de omvormer
④
Geïsoleerde lager
⑤
Geïsoleerde tacho-aanbouw
43