Elektrische aansluiting
6.1 Machine aansluiten
• Schakel de machine vrij en zorg ervoor, dat deze niet onbedoeld kan worden ingeschakeld.
Dit geldt ook voor hulpstroomkringen
• Controleer of de machine spanningsvrij is!
• Breng voor het begin van de werken een veilige verbinding met de beschermleider tot stand.
• Afwijkingen van het voedingsnet van de nominale waarden bij spanning, frequentie,
curvevorm en symmetrie verhogen de opwarming en beïnvloeden de elektromagnetische
compatibiliteit.
• Het gebruik van de machine op een net met niet-geaard sterpunt is alleen tijdens zelden
optredende periodes van korte duur toegestaan, bijv. tot het doorschakelen van een fout
(aardsluiting van een leiding, IEC / EN 60034-1).
6.1.1
Veilige aansluiting
• Neem de aanwijzingen in EN / IEC 60034-1 (VDE 0530-1) in acht voor het gebruik aan de
limieten van de bereiken A en B, vooral wat betreft de opwarming en afwijking van de
bedrijfsgegevens van de nominale gegevens op het vermogensplaatje. Overschrijd deze
grenzen niet. Gebruik de machines die voor een bereik A zijn gekenmerkt, niet in een bereik
B.
• Voer de aansluiting zodanig uit dat een duurzame, veilige elektrische verbinding wordt
gewaarborgd (geen uitstekende draaduiteinden); sluit kabeluiteinden af (bijv.
kabelschoenen, adereindhulzen).
Volg voor het aansluiten van de netspanning en het aanbrengen van de schakelbeugels de
informatie op het schakelschema dat zich aan de binnenzijde van de aansluitkast bevindt.
• Houd bij de keuze van de aansluitkabels volgens DIN VDE 0100 rekening met de nominale
stroomsterkte en de voor de installatie specifieke voorwaarden, bijv.
omgevingstemperatuur, kabellegging enz. volgens DIN VDE 0298 resp. EN / IEC 60204‑1.
In de technische gegevens moeten de volgende noodzakelijke gegevens voor de aansluiting
worden vastgelegd:
• Draairichting
• Aantal en volgorde van de aansluitkasten
• Schakeling en aansluiting van de machinewikkeling
6.1.2
Kabel selecteren
Houd bij de keuze van de aansluitleidingen rekening met de volgende criteria:
• Nominale stroomsterkte
• Nominale spanning
• Een eventuele servicefactor
• Installatiegebonden voorwaarden, zoals de omgevingstemperatuur, het installatietype,
kabeldiameter bepaald door de benodigde kabellengte, enzovoort.
• Projecteringsaanwijzingen
60
Rollenbaanmotoren 1PC1423 AH 112 ... 400
Bedieningshandleiding, 12/2023, A5E38479846