Figuur 19
1. Vergrendeling
4.
Maai het gras met de grasvanger in de open
stand, zoals gewenst.
5.
Zet de machine naar voren voordat u de
grasvanger weer in de werkstand zet om de
grasvanger van het gestorte gras te halen.
6.
Beweeg de storthendel langzaam omlaag om de
grasvanger terug te zetten in de beginstand.
De optionele trekhaak
gebruiken
De machine kan werktuigen (die niet met de grond
in aanraking komen) met een maximum gewicht van
150 kg slepen.
1.
Verwijder de grasvanger; zie
verwijderen (bladz.
2.
Bevestig het werktuig aan de trekhaak onderaan
op het achterste deel van de tractor
De grasvanger
32).
(Figuur
g017883
1. Trekhaak
Tips voor bediening en
gebruik
•
Om de beste resultaten te verkrijgen, moet u de
motor op het maximale toerental laten draaien.
Om het gras goed af te maaien is lucht nodig;
zet de maaihoogte dus niet te laag en zorg dat
de maaimachine niet helemaal door ongemaaid
gras omgeven is. U moet altijd één kant van de
machine vrij van ongemaaid gras te houden, zodat
lucht kan worden aangezogen.
•
Laat het gras iets langer dan normaal, om te
voorkomen dat oneffenheden in het gras volledig
worden weggemaaid. Als u gras van meer dan
15 cm (6") lang gaat maaien, kunt u het best in
twee keer maaien om een goed maairesultaat te
verkrijgen.
•
Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer 1/3
van de lengte van het gras af te maaien. Meer
20).
afmaaien wordt afgeraden, tenzij het gras dun is,
of in de late herfst, wanneer het gras langzamer
groeit.
•
Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat
het gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor
een betere verspreiding van het maaisel, wat de
vertering en bemesting ten goede komt.
•
Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per
jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden,
wat een goede gewoonte is, moet u in het vroege
voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de
zomer afneemt, maait u minder vaak.
•
Als het gras langer dan normaal is of als het een
hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte
hoger dan normaal instellen, het gras op deze
hoogte maaien en daarna het gras op de lagere,
normale hoogte maaien.
19
Figuur 20
g017878