Vooruit en achteruit rijden
Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor,
oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut).
Zet de gashendel op SNEL om de beste prestaties
te verkrijgen.
Vooruitrijden:
1.
Zet de parkeerrem vrij; zie
(bladz.
12).
2.
Zet uw voet op het pedaal van de
vooruitversnelling en trap het pedaal
langzaam in om vooruit te rijden
Figuur 14
1. Pedaal vooruit versnelling
Opmerking:
Om de snelheid te verhogen,
moet u het pedaal van de vooruitversnelling
intrappen. Om langzamer te rijden, laat u het
tractiepedaal opkomen.
Achteruitrijden:
1.
Zet de parkeerrem vrij; zie
(bladz.
12).
2.
Zet uw voet op het pedaal van de achteruit
versnelling en trap het pedaal langzaam in om
achteruit te rijden
Opmerking:
Om de snelheid te verhogen,
moet u het pedaal van de achteruit versnelling
intrappen. Om langzamer te rijden, laat u het
pedaal van de achteruit versnelling opkomen.
Belangrijk:
Om schade aan de transmissie te
voorkomen, moet u altijd eerst de parkeerrem
vrijzetten voordat u het tractiepedaal of het pedaal
van de achteruitversnelling beweegt.
Belangrijk:
Zet om schade aan de maaier
te voorkomen de maaier altijd in de hoogste
maaistand als u de machine van het gras rijdt.
Parkeerrem vrijzetten
(Figuur
14).
2. Pedaal achteruit
versnelling
Parkeerrem vrijzetten
(Figuur
14).
De machine stoppen
1.
Laat het tractiepedaal of het pedaal van de
achteruit versnelling opkomen.
2.
Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
3.
Draai het contactsleuteltje op Uit.
4.
Stel de parkeerrem in werking als u de machine
onbeheerd achterlaat; zie
stellen (bladz.
Opmerking:
het KeyChoice-sleuteltje uit de desbetreffende
schakelaars.
VOORZICHTIG
Kinderen of omstanders kunnen letsel
oplopen als zij de machine verplaatsen of
proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd
staat.
Verwijder altijd het contactsleuteltje en het
KeyChoice sleuteltje en stel de parkeerrem
in werking wanneer u de machine onbeheerd
laat, ook al is het slechts voor een paar
minuten.
De recycler gebruiken
g017875
U kunt de recycler activeren of deactiveren terwijl de
machine maait of is stilgezet. Als u hoog en dik gras
verzamelt, moet u de maaihoogte in een hogere stand
zetten en bij een lagere snelheid maaien.
1.
Zet de recyclerhendel
u grasmaaisel wilt opvangen.
2.
Zet de recyclerhendel naar achteren als u
geen grasmaaisel wilt opvangen, maar dit wilt
recyclen.
Grasvanger leegmaken
Zodra de grasvanger vol is, klinkt er een zoemer en
moet de grasvanger worden geleegd.
Belangrijk:
Om te voorkomen dat de afvoertunnel
verstopt raakt met gras, moeten de maaimessen
(aftakas) worden uitgeschakeld als de zoemer
klinkt.
1.
Maak de vergrendelingspal los
17
Parkeerrem in werking
12).
Verwijder het contactsleuteltje en
(Figuur
4) naar voren als
(Figuur
15).