Kalibratiecontrole
Kalibratiecontrole
Voer de kalibratiecontroleprocedure uit om na te gaan of
de kalibratie van de debietmeters correct is.
1. Voer Met basismateriaal spoelen, pagina 46 uit.
2. Ga naar het Startscherm.
3. Activeer
op de DM.
4. Verwijder de statische menger.
50
5. Alleen MD2: Plaats het kalibratiemondstuk op de
doseerapplicator.
6. Sluit het kogelventiel voor katalysatormateriaal (B)
dat zich vlak bij de doseerapplicator bevindt.
3A2894T