De scherpstelstand selecteren
Standaard
=
Macro
q
3
Macro vanop
1cm
3
Pan-focus
Oneindig
s
Handmatig
\
Focus
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [Focusinst.] verschijnt.
Bij elke druk op de knop verandert de
scherpstelstand. U kunt de instelling ook
wijzigen met de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen en de camera keert terug naar de opnamestand.
• Welke standen beschikbaar zijn, hangt af van de geselecteerde opnamestand.
Zie "Beschikbare functies voor elke opnamefunctie" (p.218) voor details.
• Het geluid van het scherpstellen wordt opgenomen, als u een andere
scherpstelstand kiest dan 3 of s in de standen C (Video),
• Als [Automacro] is ingeschakeld en u q selecteert en opnamen maakt
terwijl het onderwerp verder weg is dan 50 cm, stelt de camera automatisch
scherp op ∞ (Oneindig).
88
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp 40 cm tot ∞ is. Wanneer de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt, stelt de camera scherp op het
onderwerp in het autofocusgebied.
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp 10 cm tot 50 cm is. De camera stelt scherp op het
onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt.
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het
onderwerp 1 cm tot 30 cm is. De camera stelt scherp op het
onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt.
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u iemand anders vraagt
om opnamen voor u te maken of wanneer u landschapsopnamen
maakt vanuit een rijdende auto of trein.
De opnamen wordt van voor tot achter scherp.
Met deze functie kunt u opnamen maken van voorwerpen in de
verte. De flitser is ingesteld op a (Flitser uit).
Met deze instelling past u de scherpstelling handmatig aan.
(Onderwatervideo),
(Macro vanop 1cm-video).
Stop
Stop
Stop
MENU
MENU
MEN
(Hogesnelheidsfilm), c (Time-lapse-film) en
Focusinst.
Focusinst.
Focusinst.
Standaard
Standaard
Standaard
OK
OK
OK
OK
OK