Items die u aan elke toets kunt toewijzen
Te selecteren items Belicht. corr.
* Welke menu-items worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde
[Beeldtint] in het menu [A Opnemen]. Als u [Helder], [Natuurlijk], [Levendig] of
[Diafilm] hebt geselecteerd, wordt [Kleurverzadiging] weergegeven. Als u
[Monochroom] hebt geselecteerd, wordt [Kleur aanpassen] weergegeven.
Toegewezen items wijzigen
Druk op de Groene toets in de opnamestand om het scherm Fn-instelling weer te
geven. Selecteer een item met de vierwegbesturing (2345) en druk op de
vierwegbesturing (23) of (45) om instellingen te wijzigen.
De opnamescherpte instellen (Scherpte)
U kunt een opname scherpe of zachte contouren geven.
1
Selecteer [Scherpte] in het menu [A Opnemen] met
de vierwegbesturing (23).
2
Verander het scherpteniveau met de vierwegbesturing (45).
Zacht
F
Normaal
G
Scherp
H
Foto-opnamestand
Resolutie
Kwaliteitsniveau
Witbalans
Gevoeligheid
AF-veld
Gezichtsdetectie
Automacro
Autom. belicht.
Hooglichtcor.
Schaduwcorrectie
Scherpte
Kleurverzadiging
(Kleur aanpassen) *
Contrast
Videostand
Resolutie
Movie SR
Witbalans
AF-veld
Gezichtsdetectie
Belicht. corr.
Scherpte
Kleurverzadiging
(Kleur aanpassen) *
Contrast
3
109