Opnamen maken in de basisfunctie
(Groene modus)
In de 9 (Groene) modus kunt u gemakkelijk opnamen maken met de
standaardinstellingen, onafhankelijk van de instellingen in het menu
[A Opnemen].
De instellingen van de stand 9 worden hierna aangegeven.
Flitsinstelling
Transportstand
Focusinst.
Informatieweergave Normale weergave
Shake Reduction
Resolutie
Witbalans
AF-veld
Automacro
AF Hulplicht
Autom. belicht.
Beeldtint
Kwaliteitsniveau
Hooglichtcor.
1
Druk in de stand A op de
Groene toets.
De stand 9 wordt geactiveerd.
Druk nogmaals op de Groene toets om
terug te gaan naar de stand die actief was
voordat 9 werd geselecteerd.
Als de camera een gezicht detecteert,
wordt de functie Gezichtsdetectie
geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.72).
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen als de camera op het
onderwerp scherpstelt.
, (Auto)
9 (Standaard)
= (Standaard)
Beeldsensorshift
(4608 x 2592)
F (Auto)
J (meervoudig
scherpstelpunt)
O (Aan)
O (Aan)
L
(meervlaksmeting)
Helder
D (beter)
Auto
Schaduwcorrectie Auto
Gevoeligheid
Belicht. corr.
Knipperdetectie
Digitale zoom
Momentcontrole
Scherpte
Kleurverzadiging
Contrast
Datumafdruk
IQ-verbeteraar
Macrolamp
Gezichtsdetectie
Elektr. Waterpas
Lensadapter aan
38 38
AUTO (125-1600)
±0.0
O (Aan)
O (Aan)
O (Aan)
G (normaal)
G (normaal)
G (normaal)
Uit
O (Aan)
P (Uit)
I (Gezichtsdetectie
Aan)
P (Uit)
P (Uit)
3
73