Verzorging van de motorinstallatie
Nalatigheid of verkeerd onderhoud, verkeerde reparatie en verkeerde inspectie van de motorinstallatie
kunnen resulteren in schade aan het product of ernstig of dodelijk letsel. Verricht alle procedures zoals
beschreven in deze handleiding. Als u niet bekend bent met de juiste onderhouds- en reparatieprocedures,
laat deze dan door een erkende Mercury Marine-dealer verrichten.
Om de veiligheid te garanderen en op uw motorinstallatie te kunnen vertrouwen, moet u deze in optimale
bedrijfsconditie houden door de periodieke inspecties en onderhoudsprocedures verrichten die vermeld staan
in het Inspectie- en onderhoudsschema. Houd de verrichte onderhoudswerkzaamheden bij in het
Onderhoudslogboek achterin deze handleiding. Bewaar alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen.
Te water geraakte motorinstallatie
Een te water geraakte motorinstallatie moet na de berging onmiddellijk door een erkend dealer worden
gerepareerd. Zodra de motor weer aan de buitenlucht wordt blootgesteld is deze onmiddellijke aandacht
nodig om inwendige beschadiging aan de motor als gevolg van corrosie tot een minimum te beperken.
Reserveonderdelen voor uw motorinstallatie
Mercury raadt gebruik aan van originele Mercury Precision vervangingsonderdelen en smeermiddelen.
Inspectie- en onderhoudsschema
VOORAFGAAND AAN ELK GEBRUIK
•
Controleer of de dodemansschakelaar de motor uitschakelt.
•
Controleer het akoestisch waarschuwingssysteem voor oliepeil en oververhitting.
•
Controleer het oliepeil in het oliereservoir.
•
Inspecteer het brandstofsysteem op beschadigingen en lekkage.
•
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel is gemonteerd.
•
Controleer het stuursysteem op stroef bewegende of losse onderdelen.
•
Controleer of de bevestigers van de stuurstang goed zijn vastgezet.
•
Inspecteer de schroefbladen op schade.
•
Inspecteer alle slangen, klemmen, fittingen, buizen, pakkingen en bevestigingsmaterialen op tekenen
van slijtage.
NA ELK GEBRUIK IN ZOUT OF VERVUILD WATER
•
Spoel alle inwendige kanalen met zoet water.
•
Was de buitenkant van de motorinstallatie (kap, middendeel en onderwaterhuis) af met zoet water.
•
Spoel de schroef en de uitlaat van het onderwaterhuis met zoet water.
•
Verwijder de motorkap en verwijder alle zoutwaterspatten met een vochtige doek.
NA DE EERSTE 20 BEDRIJFSUREN
•
Controleer het waterscheidend brandstoffilter op water en verontreinigingen.
•
Tap de tandwielolie af en ververs deze.
•
Inspecteer de accu.
•
Controleer de afstellingen van de bedieningskabel.
•
Smeer alle smeerpunten.
•
Controleer of alle bouten, moeren en andere bevestigers goed zijn aangehaald.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
!
42
nld