BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE
BELANGRIJK: De stationairstopschroef moet de aanslag raken.
a
d. Stel de kabelton zo nodig bij.
5.
Zet de tonhouder met de kabelsluiting vast.
LEIDINGENSLANG IN ONDERBAK
Raadpleeg de volgende richtlijnen tijdens plaatsen van de leidingenslang en monteren van de onderbak:
•
Volg de instructies in de leidingenslangkit.
•
Plaats het achterspiegelhuis zodanig voor de motor dat er voldoende speling is voor de draden,
slangen en bedieningskabels die door de leidingenslang lopen.
•
Plaats de leidingenslang zodanig dat er ruime en vloeiend verlopende bochten kunnen worden
gemaakt. Zorg voor voldoende speling in de volledige trim- en stuurbereiken.
•
Kies een onbelemmerd traject voor de draden, slangen en bedieningskabels. Maak het traject zo recht
mogelijk, zonder scherpe bochten.
1.
Leid alle draden, slangen en bedieningskabels door de leidingenslang en bakkoppeling.
2.
Bevestig de bakkoppeling als volgt op de onderbak:
nld
b
2680
101
a -
stationairstopschroef
b -
stationairaanslag
2682