2.
Sluit een waterslang aan op de doorspoeladapter. Open de kraan en stel de waterstroom bij zodat er
water rondom de rubberen cups blijft lekken. Zo weet u zeker dat de motor voldoende koelwater
ontvangt.
3.
Start de motor en laat hem stationair draaien in neutraal.
BELANGRIJK: Laat tijdens het doorspoelen de motor niet sneller draaien dan met stationair toerental.
4.
Stel de waterstroom (zo nodig) bij zodat overtollig water rondom de rubberen cups blijft weglekken
zodat de motor voldoende koelwater krijgt.
5.
Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt. Blijf
de buitenboordmotor gedurende 3 à 5 minuten doorspoelen terwijl u de watertoevoer constant in het
oog houdt.
6.
Zet de motor af, draai de kraan dicht en verwijder de doorspoeladapter. Breng de schroef weer aan.
Motorkap verwijderen en installeren
VERWIJDEREN
1.
Haal de achterste sluiting los.
2.
Til de achterkant van de motorkap omhoog en duw deze naar de voorkant van de motor om de haak
op de voorkant te passeren.
nld
ONDERHOUD
59
27259
27260
31925