Tabel A-2
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen (vervolg)
Activiteit
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
Het aan/uit-lampje knippert
acht keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
Het aan/uit-lampje knippert
negen keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
Het aan/uit-lampje knippert
tien keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
Het systeem gaat niet aan en
er branden geen lampjes.
62
Bijlage A POST-foutberichten
Geluids-
Mogelijke oorzaak
signalen
8
Het ROM is defect
(checksum incorrect).
9
De computer wordt wel
ingeschakeld, maar kan
niet opstarten.
10
Defecte optiekaart.
Geen.
Het systeem kan niet
worden gestart.
Aanbevolen actie
1.
Flash het systeem-ROM met het nieuwste
BIOS-image. Raadpleeg voor meer
informatie het gedeelte "Boot Block
Emergency Recovery Mode" (Herstelmodus
voor noodsituaties met opstartblok) in de
handleiding Overzicht desktopbeheer.
2.
Vervang de systeemkaart.
1.
Controleer aan de achterkant van de
voedingseenheid of de spanningsschakelaar
(aanwezig op bepaalde modellen) op het
juiste voltage is ingesteld. Welk voltage juist
is, hangt af van het land waar u zich bevindt.
2.
Koppel de voedingskabel los van de
computer, wacht 30 seconden en sluit de
voedingskabel opnieuw aan op de computer.
3.
Vervang de systeemkaart.
4.
Vervang de processor.
1.
Controleer de optiekaarten door deze een
voor een te verwijderen (wanneer er
meerdere kaarten aanwezig zijn) en zet
vervolgens de computer aan om te
controleren of het probleem hiermee
verholpen is.
2.
Wanneer duidelijk wordt dat het probleem
door een bepaalde kaart wordt veroorzaakt,
vervangt u de defecte kaart.
3.
Vervang de systeemkaart.
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort
(minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje
van de vaste schijf groen gaat branden, werkt de
aan/uit-knop correct Probeer het volgende:
1.
Controleer aan de achterkant van de
voedingseenheid of de spanningsschakelaar
(alleen op bepaalde modellen) op het juiste
voltage is ingesteld. Welk voltage juist is,
hangt af van het land waar u zich bevindt.
2.
Vervang de systeemkaart.
OF
Druk op de aan/uit-knop en houd deze kort
(minder dan 4 seconden) ingedrukt. Als het lampje
NLWW