Betekenis van POST-meldingen via lampjes op het
voorpaneel en via geluidssignalen
In dit gedeelte worden de codes beschreven die via lampjes op het voorpaneel worden weergegeven,
en de geluidssignalen die mogelijk vóór of tijdens de POST worden weergegeven en waar niet altijd
een foutcode of tekstbericht bij hoort.
WAARSCHUWING!
altijd van stroom voorzien. Beperk het risico van persoonlijk letsel ten gevolge van elektrische schokken
of hete oppervlakken, door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen en de interne
onderdelen van het systeem te laten afkoelen voordat u deze aanraakt.
Controleer het lampje op de systeemkaart. Als het lampje brandt, staat er nog spanning op het systeem.
Schakel de computer uit en ontkoppel het netsnoer voordat u verdergaat.
OPMERKING:
knipperen op het voorpaneel van de computer. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de betekenis
van de codes die door de lampjes op het voorpaneel worden aangegeven.
De aanbevolen handelingen in de onderstaande tabel worden genoemd in de volgorde waarin ze
moeten worden uitgevoerd.
Niet alle diagnoselampjes en geluidssignalen zijn op alle modellen beschikbaar.
Tabel A-2
POST-meldingen via lampjes op het voorpaneel en via geluidssignalen
Activiteit
Groen aan/uit-lampje brandt.
Groen aan/uit-lampje knippert
elke twee seconden.
Het aan/uit-lampje knippert
twee keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
geluidssignalen worden in
totaal vijf keer herhaald. De
lampjes blijven knipperen
totdat het probleem is
opgelost.
Het aan/uit-lampje knippert
drie keer in de kleur rood met
tussenpozen van een
seconde, gevolgd door een
pauze van twee seconden. De
60
Bijlage A POST-foutberichten
Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart
Als u ziet dat er lampjes knipperen op een PS/2-toetsenbord, kijkt u of er ook lampjes
Geluids-
Mogelijke oorzaak
signalen
Geen.
De computer is
ingeschakeld.
Geen.
De computer staat in de
slaapstand Suspend to
RAM (Alles behalve RAM
uitschakelen; alleen
beschikbaar op bepaalde
modellen) of in de normale
Standbystand.
2
De hittebeveiliging van de
processor is geactiveerd:
een ventilator is
geblokkeerd of werkt niet;
OF
het geheel van
koelelement met ventilator
is niet goed bevestigd aan
de processor.
3
Processor is niet
geïnstalleerd (wijst niet op
een defecte processor).
Aanbevolen actie
Geen.
Geen. Druk op een toets of beweeg de muis als u
de computer wilt activeren.
1.
Controleer of de ventilatieopeningen van de
computer niet worden geblokkeerd en of de
processorventilator werkt.
2.
Open het chassis, druk op de aan/uit-knop en
controleer of de ventilator draait. Als de
ventilator van de processor niet draait,
controleert u of de kabel van de ventilator is
aangesloten op de systeemkaart.
3.
Als de ventilator is aangesloten en stevig op
zijn plaats zit, maar toch niet draait, vervangt
u het geheel van koelelement en ventilator.
4.
Neem contact op met een HP Business of
Service Partner.
1.
Controleer of de processor geplaatst is.
2.
Verwijder de processor en plaats deze
opnieuw.
NLWW