Tabel 2-12
Problemen met netwerken oplossen (vervolg)
Het netwerkverbindingslampje knippert nooit.
OPMERKING: Dit lampje behoort te knipperen wanneer er netwerkactiviteit plaatsvindt.
Oorzaak
Er wordt geen actief netwerk herkend.
De netwerkadapter is niet goed geïnstalleerd.
De netwerkadapter is uitgeschakeld.
Netwerkstuurprogramma is niet goed geladen.
Het systeem detecteert het netwerk niet automatisch (geen
autosensing).
Diagnoseprogramma meldt een storing.
Oorzaak
De kabel is niet goed aangesloten.
De kabel is aangesloten op de verkeerde connector.
Er is een probleem met de kabel of een apparaat aan het
andere uiteinde van de kabel.
De netwerkadapter gebruikt dezelfde interrupt als een
uitbreidingskaart.
De netwerkadapter is defect.
Het diagnoseprogramma is met succes voltooid, maar de computer communiceert niet met het netwerk.
Oorzaak
De netwerkstuurprogramma's zijn niet geladen of de
parameters van het stuurprogramma komen niet overeen met
de huidige configuratie.
De netwerkadapter is niet geconfigureerd voor deze computer. Dubbelklik in het Configuratiescherm op het pictogram
40
Hoofdstuk 2 Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Oplossing
Controleer of de kabels en de netwerkapparatuur goed zijn
aangesloten.
Controleer voor de verbinding de aparaatstatus in Windows,
bijvoorbeeld via de geladen stuurprogramma's in
Apparaatbeheer en via Netwerkverbindingen.
1.
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en schakel
de netwerkadapter in.
2.
Schakel de netwerkadapter in het besturingssysteem in
via Apparaatbeheer.
Installeer de netwerkstuurprogramma's opnieuw.
Schakel de mogelijkheden voor autosensing uit en kies zelf de
juiste werkstand.
Oplossing
Sluit de kabel goed aan op de netwerkconnector en sluit het
andere eind van de kabel goed aan op de juiste eenheid.
Controleer of de kabel op de juiste connector is aangesloten.
Controleer of de kabel en de eenheid aan het andere uiteinde
van de kabel goed werken.
Start Computer Setup (Computerinstellingen) en open het
menu Advanced (Geavanceerd). Wijzig de
systeembroninstellingen voor de kaart.
Neem contact op met een Business of Service Partner.
Oplossing
Zorg ervoor dat de stuurprogramma's zijn geladen en dat de
parameters van het stuurprogramma overeenkomen met de
configuratie van de netwerkadapter.
Zorg ervoor dat de juiste netwerkclient en het juiste protocol
zijn geïnstalleerd.
Netwerk en configureer de netwerkadapter.
NLWW