— Als [PHONO] wordt geselecteerd, wordt het geluid kortston-
dig gedempt.
! [PHONO]: Selecteer deze als je een apparaat op phononiveau
(voor MM-elementen, enz.) wilt gebruiken (analoge speler, enz.)
dat is aangesloten op de [PHONO]-ingangen.
! [USB]: Selecteer deze optie als je het muziekstuk wilt gebruiken
dat in het deck van de Serato DJ-software is geladen.
n CD, USB-keuzeschakelaar
Kiest de ingangsbron van elk kanaal voor de componenten die op dit
apparaat zijn aangesloten.
! [CD]: Selecteer deze als je een apparaat op lijnniveau wilt gebrui-
ken (DJ-speler, enz.) dat is aangesloten op de [CD]-aansluitingen.
! [USB]: Selecteer deze optie als je het muziekstuk wilt gebruiken
dat in het deck van de Serato DJ-software is geladen.
o FX 1-toewijzingstoets
Schakelt effect-unit FX1 in en uit voor het betreffende kanaal.
p FX 2-toewijzingstoets
Schakelt effect-unit FX2 in en uit voor het betreffende kanaal.
q Kanaalniveau-aanduiding
Toont het geluidsniveau van de diverse kanalen voor ze door de
kanaalfaders geleid worden.
r TRIM-instelling
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via elk
kanaal.
s ISO (HI, MID, LOW)-instellingen
Versterkt of verzwakt frequenties voor de diverse kanalen.
t COLOR instelling
Dit wijzigt de SOUND COLOR FX parameters van de diverse kanalen.
u Hoofdtelefoon CUE knop
Druk op:
Het geluid van kanalen waarvoor de [CUE]-hoofdtelefoontoets wordt
ingedrukt, wordt weergegeven via de hoofdtelefoon.
! Wanneer er nog een keer op de hoofdtelefoon [CUE] knop wordt
gedrukt, wordt het meeluisteren geannuleerd.
[SHIFT] + indrukken:
Je kunt het tempo van het muziekstuk instellen door op de toets te
tikken. (Tikfunctie)
! Wanneer de tik-functie wordt gebruikt, schakelt de weergave
van het deck-gedeelte op het computerscherm over naar de
[Beatgrid Editor]-weergave. Om de weergave van het deck-ge-
deelte weer terug te krijgen zoals het was, moet u op het compu-
terscherm op [Edit Grid] klikken.
v Kanaal-fader
Verplaatsen:
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden uitgestuurd via
elk kanaal.
[SHIFT] + verplaats:
Gebruik de kanaalfader startfunctie.
= De kanaalfader startfunctie gebruiken (blz. 24 )
w Crossfader-keuzeschakelaar
Wijst het door het kanaal uitgestuurde geluidssignaal toe aan de
crossfader.
[A]: Toewijzen aan [A] (links) van de crossfader.
[B]: Toewijzen aan [B] (rechts) van de crossfader.
[THRU]: Selecteer deze stand wanneer u de crossfader niet wilt
gebruiken. (De signalen passeren niet door de crossfader.)
x Crossfader-regelaar
Stuurt het geluidssignaal uit dat is toegewezen met de toewijzings-
schakelaar voor de crossfader.
[SHIFT] + verplaats:
De startfunctie van de crossfader-regelaar wordt gebruikt.
= De startfunctie van de crossfader-regelaar gebruiken (blz. 24 )
14
Nl
y FEELING ADJUST-instelgaatje
Dit kunt gebruiken bij het instellen van hoe zwaar de crossfader gaat.
= Instellen van de bedieningsbelasting van de crossfader (hoe zwaar
die gaat) (pag. 25 )
Effect-gedeelte
Dit gedeelte wordt gebruikt voor het bedienen van de twee effectgenera-
toren (FX1 en FX2). De toetsen en regelaars voor het bedienen van FX1
bevinden zich aan de linkerzijde van de controller, die voor het bedienen
van FX2 bevinden zich aan de rechterzijde van de controller. De kanalen
waarop het effect moet worden toegepast, worden ingesteld met de
effect-toewijzingstoetsen op het mengpaneel.
1 Instellingen effectparameters
Deze regelen de effectparameters.
2 FX BEATS-instelling
Regelt de effecttijd.
3 Toetsen effectparameters
Druk op:
Schakelt het effect in en uit of schakelt over naar een andere
parameter.
[SHIFT] + indrukken:
Schakelt het effecttype om.
4 TAP-toets
Druk op:
De BPM die wordt gebruikt als basiswaarde voor het effect wordt
berekend aan de hand van het ritme waarmee de toets met de vinger
wordt aangetikt.
Wanneer de toets ingedrukt wordt gehouden, wordt de effecttijd
teruggezet.
[SHIFT] + indrukken:
Schakelt de effectstand om.
Voorpaneel
1
1 PHONES-aansluitingen
2 CROSS FADER CURVE-keuzeschakelaar
Voor omschakelen van de crossfader-curvekarakteristiek.
! Hoe verder de instelling naar rechts wordt gedraaid, des te steiler
stijgt de curve.
! Hoe verder de instelling naar links wordt gedraaid, des te geleide-
lijker stijgt de curve.
1
2
3
4
2