Fax-Standaardinstellingen
U kunt de standaardinstellingen voor fax configureren om deze aan te passen aan uw werkomgeving.
Druk op de [Instellingen Beeld Verz]-toets, de [Faxinstellingen]-toets en vervolgens op de [Fax-Standaardinstellingen]-toets
en configureer de instellingen.
Fax eigen naam en nummer instellen
Gebruik deze instelling om het faxnummer van de machine en
de naam van de gebruiker in te voeren. De ingevoerde naam
en nummer worden afgedrukt bovenaan elk faxblad dat wordt
verzonden.
Systeeminstellingen
Fax eigen naam en nummer instellen
Naam
Faxnr.
1
Druk op de [Naam]-toets en voer de
naam in.
U kunt maximaal 20 karakters invoeren.
Druk op de [OK]-toets wanneer u klaar bent met het
invoeren van de naam.
Raadpleeg "6. TEKST INVOEREN" in de
Gebruikershandleiding voor de procedure voor het
invoeren van tekst.
2
Druk op de [Faxnr.]-toets om het
faxnummer van de machine in te voeren.
Voer het nummer in via het numerieke toetsenbord
(maximaal 20 cijfers).
Druk op de toets
Druk op de [Onderbreking]-toets om een streepje (-) in te
voeren. Druk op de [Spatie]-toets om een spatie in te voeren.
Als u een streepje "-" invoert, zal deze worden gewijzigd
in een spatie op het moment van verzending.
3
Druk op de [OK]-toets.
Kiesmodusinstelling
Deze instelling kan alleen geactiveerd worden in Canada.
Selecteer de juiste instelling voor uw telefoonlijn.
Ook is het mogelijk de machine automatisch het type
telefoonlijn selecteert. Zorg ervoor dat de telefoonlijn is
aangesloten op de machine en druk vervolgens op de
[Auto Select.]-toets. De machine zal automatisch
"Toon"selecteren voor een telefoonlijn op toon of "Puls"
voor een telefoonlijn op pulse.
om een "+" in te voeren.
Afdrukken auto reactiveren
Wanneer de knop de [AAN]-toets (
(maar de hoofdschakelaar op "aan") en er een fax
binnenkomt, zorgt deze functie ervoor dat de machine
automatisch wordt geactiveerd in de fax wordt afgedrukt.
Wanneer deze functie is uitgeschakeld, worden
ontvangen faxen pas uitgeprint nadat de knop de
OK
[AAN]-toets (
Selecteer de checkbox
deze instelling in te schakelen.
Instelling Onderbrekingstijd
Deze instelling wordt gebruikt om de duur van de pauzes
in faxnummers in te voegen.
Als de [Onderbreking]-toets wordt ingedrukt tijdens het
kiezen of opslaan van een faxnummer, wordt een pauze
van twee seconden ingevoegd.
De duur van elke pauze kan worden ingesteld op elk
getal tussen 1 en 15 seconden.
Geeft een getal op met behulp van de toetsen
en druk op de [OK]-toets. (Houd de toets
ingedrukt om het nummer sneller te wijzigen.)
Luidsprekerinstellingen
Gebruik deze instellingen om geluiden vanuit de speaker
in te stellen (voor Luidspreker, Belvolume, Lijncontrole,
Signaal faxontvangst voltooid, Signaal faxverzending
voltooid en Foutsignaal faxcommunicatie.
Selecteer Zacht, Gemiddeld, Hard of Geen geluid (Zacht,
Gemiddeld, Hard voor het volume van de speaker).
Voor Faxontvangstsignaal, Signaal faxverzending
voltooid, Foutsignaal faxcommunicatie, kunt u ook de
Transmissie Compleet Geluids Tijd Instelling selecteren.
U kunt het volume en patroon selecteren door te
drukken op de [Geluiden bij setupcontr.]-toets.
Voorbeeld:Het scherm Signaal faxverzending voltooid
Systeeminstellingen
Signaal faxverzending voltooid
Instelling
Luidsprekervolume
Toonpatroon
Druk op de bijbehorende toets om de gewenste instelling te
markeren en druk op de [OK]-toets om de instelling te wijzigen.
179
) wordt ingeschakeld.
en druk op de [OK]-toets om
Volume:
Volume:
Volume:
Zacht
Middelste
Hard
Patroon
Patroon
Patroon
1
2
3
Transmissie Compleet
Geluiden bij
Geluids Tijd Instelling
setupcontr.
) op "uit" staat
of
Geen
geluid
OK
Patroon
4