5.3
Beschrijving
functietoetsen
5.3.1
"Startfunctie"
Door gelijktijdig indrukken van de toetsen "=" en
"C" wordt de startfunctie geactiveerd. D.w.z. dat
het geheugen voor de oppervlakte, hoeveelheid
spuitvloeistof, tijd en afgelegde weg op "0" worden
gezet. De tijd wordt door het indrukken van de
toetsen automatisch opgestart. Deze startfunctie
moet aanvang van het spuiten worden uitgevoerd.
5.3.2
Toets "oppervlakte"
Geeft de bewerkte oppervlakte aan na de
startopdracht (5.3.1). Bij uitgeschakelde secties
wordt daar rekening mee gehouden. Als de spuit
via de hoofdschakelaar uitgeschakeld is (LED van
de hoofdschakelaar is uit), wordt meting van de
oppervlakte onderbroken.
5.3.3
Toets "totale oppervlakte"
Hiermee kan het totaaloppervlak van een seizoen
geregistreerd worden. Voor het nieuwe seizoen op
0
zetten
door
de
oppervlakte" gelijktijdig in te drukken.
5.3.4
Toets "tijd"
Met het indrukken van deze toets wordt de
gewerkte tijd aangegeven, die na het uitvoeren van
de "startfunctie" (5.3.1) is verlopen.
Bij
uitgeschakelde
tijdsregistratie. Bij opnieuw inschakelen gaat het
automatisch weer verder.
De klok kan ook tijdens het werk gestopt worden.
Nadat de toets "tijd" ingedrukt is kan door de toets
nog een keer in te drukken de tijd worden
stopgezet. Door nogmaals op de toets drukken
start de tijd weer.
Bedieningshandleiding
van
=
C
Eingabe
Input
ha
ha
toetsen
"C"
en
"totale
h
min
sec
computer
stopt
5.3.5
Toets "afgelegde weg"
de
Geeft aan welke afstand is afgelegd nadat de
'startfunctie" (5.3.1) werd geactiveerd.
5.3.6
Toets "spuitvloeistof l/min"
Geeft de dosering in l/min weer .
5.3.7
Toets "spuitvloeistof l/ha"
Deze functie wordt tijdens het werk getoond. Op
het display wordt de rijsnelheid en de momentane
afgifte in l/ha aangegeven. Zo kan het spuiten
voortdurend worden gecontroleerd.
5.3.8
Toets "gebruikte spuitvloeistof l"
l
Met de "startfunctie" (5.3.1) wordt de teller op "0"
gezet. Evenals de teller voor de bewerkte
oppervlakte. Zo kan na het spuiten de bewerkte
oppervlakte en hoeveelheid gespoten spuitvloeistof
worden afgelezen.
5.3.9
Toets "totaal-l"
Deze functie kan naar behoefte gebruikt worden.
Op „0" zetten door de toets „totaal" en "C"
gelijktijdig in te drukken.
Deze functie kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden
om de tankinhoud te bewaken. Na het vullen wordt
deze
teller
hoeveelheid
afgelezen.
de
5.3.10
Toets "capaciteit - ha/h"
Door deze toets in te drukken wordt de gemiddelde
capaciteit in ha per uur aangegeven.
l
op
„0"
gezet.
De
spuitvloeistof
kan
dan
SPRAYCONTROL II-A SB 235 07.01
21
km/h
l/min
l/ha
km/h
uitgebrachte
worden
ha/h