14
4.2.4
Sensor Y (werkstand)
De sensor Y (18) wordt met de 3-polige connector
op de trekker-signaalverdeler (16) aangesloten.
Met deze wordt bijvoorbeeld bij grondbewerking de
stand van de driepuntshefinrichting of bij een
bietenrooier
de
stand
gemeten. Als er een schakelpaneel aanwezig is,
wordt de werkstand via de werktuigconnector (4)
geregistreerd. In dit geval heeft de sensor Y geen
functie.
F
De
magneet
bijgeleverde
bewegende werktuigdeel gemonteerd.
De
sensor
tegenoverliggend vast machinedeel
bevestigd. In werkstand moet de
magneet tegenover de sensor staan.
De lichtdiode "werkstand" op de
computer licht dan op.
F
Als het te bewaken werktuigdeel in de
werkstand meer dan 4 cm beweegt,
wordt een tweede magneet in de
bewegingsrichting
transportstand
minstens 40 mm van de sensor
verwijderd zijn.
Voorbeeld: hefinrichting van een trekker
SPRAYCONTROL II-A SB 235 07.01.
Montage handleiding
van
het
rooi-element
wordt
met
de
rvs
–bout
aan
het
wordt
aan
een
gemonteerd.
In
moet
de
magneet