Inhoudsopgave
Advertenties
4.2.3
Sensor X (afgelegde weg) (20)
• Montage
aan
Unimog
signaalstekkerdoos)
F
Voor de Unimog is een adapter voor de
tachometer
snelheidsmeter wordt losgekoppeld van
de aandrijving en de meegeleverde
adapter wordt hieraan vastgeschroefd.
De van universeel vet voorziene as met magneten
wordt met de vork naar beneden geplaatst.
De as van de snelheidsmeter wordt aan het vrije
uiteinde van de adapter geschroefd.
• Montage aan 4WD-trekkers en MB-Trac:
De slangklem met magneet wordt aan de cardanas
bevestigd.
F
De sensor moet op een afstand van
5 - 10 mm tot de magneet trillingsvrij
worden gemonteerd.
• Montage aan 2WD trekkers:
F
De
magneten
bijgeleverde roestvast stalen bouten
aan de wielpan gemonteerd. Zij
moeten gelijkmatig over de omtrek
worden verdeeld.
Het aantal magneten hangt af van de grootte van
het wiel.
De afgelegde weg van impuls tot impuls mag niet
meer zijn dan 60 cm.
Berekening:
Wielomtrek ÷ 60 cm = aantal magneten
Bijv.:
256 cm ÷ 60 cm = 4,27 = min. 5 magneten
F
De sensor wordt met de bijgeleverde
houder aan de fuseearm gemonteerd,
zodanig dat de kop van de sensor naar
de magneet is gericht. De afstand moet
5 – 10 mm bedragen.
Montage handleiding
(Unimog
zonder
leverbaar.
De
as
voor
worden
met
de
SPRAYCONTROL II-A SB 235 07.01
13
Advertenties
Inhoudsopgave
