20
• Motorventielen
zonder
-
Het armatuur is uitgerust met
elektromagneetkleppen.
-
Door de flowmeter wordt ook wanneer een
sectie is uitgeschakeld over de spuitboom de
gespoten hoeveelheid gemeten.
-
Worden bij uitgeschakelde spuit op de kopakker
een of meerdere secties uitgeschakeld, dan
zorgt de computer met de regelkogelkraan voor
een globale instelling De fijnregeling gebeurt
zodra de veldspuit weer wordt ingeschakeld.
(UG, TG-Armatuur zonder drukcompensatie)
(Alle BBG-type veldspuiten).
• Drukcompensatie
retourvloeistof:
Het
armatuur
kan
magneetkleppen of motorventielen. De flowmeter
meet bij een uitgeschakelde sectie ook de
hoeveelheid die naar de tank terugstroomt. De
computer hout hier rekening mee bij het vaststellen
van de uitgebrachte hoeveelheid.
Voorbeeld: spuitmachine met 4 secties
Eén sectie uitgeschakeld: er wordt slechts 3/4 van
de gemeten hoeveelheid vastgelegd (1/4 stroomt
terug in de tank).
(UF, G-armatuur met drukcompensatie)
(UG, NG-armatuur met drukcompensatie)
F
De kleppen van het calibratiearmatuur
moeten exact ingesteld zijn.
SPRAYCONTROL II-A SB 235 07.01.
Bedieningshandleiding
drukcompensatie
met
meting
zijn
uitgerust
met
5.2.8
Taste "+ 10 %" ,
"- 10 %" ,
"100 %" ,
Met de toetsen + 10 % en - 10 % kan tijdens het
spuiten de afgifte (bijv. vloeibare kunstmest) in
stappen van 10% t.o.v. de ingestelde waarde
worden veranderd.
Met de 100 % - toets wordt de ingestelde waarde
weer aangestuurd.
Regelactiviteiten worden door lichtdioden op de
+ 10 % of - 10 % toetsen aangegeven.
+
10 %
10 %
100 %