2. De waarde Impulsen / Liter is onbekend of
moet worden gecontroleerd:
-
De tank met water vullen en de hoeveelheid
vaststellen (wegen, liters opnemen)
-
toetsen "impulsen/liter" en "C" gelijktijdig
drukken
-
de spuitmachine stilstaand enige honderden
liters laten verspuiten
-
de verspoten hoeveelheid bepalen (wegen)
-
deze hoeveelheid invoeren met cijfertoetsen
-
toets "Input/=" indrukken
-
de computer heeft nu zelf de waarde
"Impulsen / Liter" berekent.
F
Deze waarde enige malen per jaar en
in ieder geval voor aanvang van het
spuitseizoen, controleren.
5.2.7
Toets "Constante / Type"
Met deze toets kunt u 2 functies invoeren. Het
cijfer voor de komma en het 1
komma hebben betrekking op de regelconstante.
e
Het 2
cijfer achter de komma geeft het type
armatuur aan.
5.2.7.1
Regelconstante
Afhankelijk van het type en de grootte van de spuit
is bij een bepaalde afwijking van de opgegeven
gewenste hoeveelheid, de tijd om bij te regelen
verschillend.
De computer berekent deze regeltijd, die met
regelkogelkraan, die door de regelconstante wordt
aangestuurd. De regelconstante beïnvloedt de
regeltijd.
Type
Met
armatuur
drukcompensatie
TG
neen
NG
Ja
G
Ja
BBG
neen
Bedieningshandleiding
Const.
Type
e
cijfer achter de
Const.
Type
Met retourmeting
neen
Ja
Ja
neen
• Regeling te traag
• Regeling overstuurt -> lagere waarde ingeven
F
De
regelconstante
ingesteld, wanneer de computer bij
afwijking
van
hoeveelheid met één stap in de buurt
van de ingestelde afgifte komt en met
enkele kleine stapjes tenslotte de
fijnregeling uitvoert.
Het regelgedrag herkent u in de weergave l/ha en
ook aan het klapperen van het relais in het
bedieningspaneel.
F
Regelconstanten van 0,5 tot 10 zijn
mogelijk.
Zie ook 5.2.7.2. „Type armatuur".
5.2.7.2
Type armatuur
e
Met het 2
cijfer achter de komma wordt aan de
computer het type armatuur opgegeven.
Voorbeeld:
Regelconstante
3.5
en
(elektromagneetkleppen
drukcompensatieregeling)
-
Toets "Const./Type" indrukken
-
Getal met cijfertoetsenbord invoeren (2.51)
-
Toets "Input" (=) indrukken
Volgende
typen
voorgeprogrammeerd (in het voorbeeld is als
regelconstante 3.5 aangenomen):
Met regelconstante
3.51
3.52
3.52
3.51
SPRAYCONTROL II-A SB 235 07.01
19
-> hogere waarde invoeren
is
optimaal
de
ingestelde
Const.
Type
armatuur
-
Typ
zonder
armaturen
1
zijn