2.2 Installatie van zwenkwielen/poten
Afhankelijk van de specifiek bestelde configuratie kan het gebeuren dat uw kookstel wordt verscheept zonder
dat de poten of zwenkwielen zijn geïnstalleerd. Als op uw kookstel wel zwenkwielen of poten zijn geïn-
stalleerd, mag u dit hoofdstuk overslaan en verder gaan met hoofdstuk 2.3, Voorbereiding van de aansluitin-
gen.
Als op uw kookstel wel nog zwenkwielen of poten moeten worden geïnstalleerd, installeert u ze
overeenkomstig de instructies die in uw pakket met accessoires zitten.
2.3
Voorbereiding van de aansluitingen
Nadat het kookstel op de plaats werd gezet waar het gebruikt zal worden, vergewist u zich van het volgende
voordat u hem met de voedingsbron verbindt:
1.
Deze toestellen moeten worden gestabiliseerd door bevestigingskettingen aan te brengen bij toestellen
met zwenkwielen of verankeringsriemen bij toestellen met poten. Volg de instructies die bij uw
zwenkwielen/poten zitten om de kettingen of riemen correct te installeren.
2.
Zet de toestellen met poten waterpas door de poten ongeveer 2,5 cm uit te schroeven en ze daarna af
te regelen totdat het toestel waterpas staat.
Voor toestellen met zwenkwielen is er geen ingebouwde verstelvoorziening. De vloer waarop het
toestel wordt geïnstalleerd moet volledig horizontaal zijn.
3.
Installeer de mandliftarm (als het toestel ermee uitgerust is) op de stangen (aan de boven achterkant
van de kast) zodat de mandliftarm over de stangen glijden.
NB: Om de mandliftarm vrij te laten bewegen is het mogelijk dat de stangen wat aangepast moeten
worden.
4. Verbind de waterslang met de aansluiting aan de achterkant van het toestel.
De maximale toegestane binnenkomende waterdruk bedraagt voor alle toestellen 56,3 kg/cm
De maximaal toegestane binnenkomende watertemperatuur bedraagt voor alle toestellen 82°C.
NB:
U kunt zowel heet als koud water met het toestel verbinden. Maar, als u heet water met het
toestel verbindt zal dit de nodige tijd om het water aan het koken te brengen minimaliseren.
NB:
Er is een bepaalde hoeveelheid mineralen in het water nodig opdat de niveausensoren goed
zouden werken. Daarom mag u geen gezuiverd, ionenvrij of gefilterd water gebruiken.
5. Verbind de gewenste afvoerbuis met de afvoerkraan.
GEVAAR
2-2
2
).