Met de numerieke toetsen het wachtwoord "9999"
invoeren:
Met de toets
Met de toets
referentieweegschaal kiezen. De afgelezen aanduiding
[] duidt de actieve weegschaal aan.
Bij gebruik als telsysteem dient zowel de kwantiteits- als
ook de referentieweegschaal te worden geliniariseerd. Het
liniarisatieproces dient voor beide weegschalen te worden
uitgevoerd.
Indien nodig bij de nulaanduiding van de weegschaal met
de toets
de liniarisatie dient te worden uitgevoerd. De afgelezen
aanduiding [] duidt de actuele weegeenheid aan.
Met de toets
Op het weegschaalplateau mogen geen voorwerpen
blijven liggen.
Op de stabilisatieaanduiding wachten (de aanduiding []
boven het symbool
drukken.
Bij de aanduiding "LoAd " het eerste kalibratiegewicht
voorzichtig in het midden van het weegschaalplateau
plaatsen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en
vervolgens de toets
Bij de aanduiding "LoAd 2" het tweede kalibratiegewicht
voorzichtig in het midden van het weegschaalplateau
plaatsen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en
vervolgens de toets
Bij de aanduiding "LoAd 3" het derde kalibratiegewicht
voorzichtig in het midden van het weegschaalplateau
plaatsen.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en
vervolgens de toets
CFS/CCS-BA-nl-1825
de ingevoerde gegevens bevestigen.
de kwantiteitsweegschaal of de
de weegeenheid [kg of lb] kiezen waarbij
bevestigen.
verdwijnt), vervolgens de toets
drukken.
drukken.
drukken.
"Pin" "----"
"tECH" "LoCAL"
"tECH" "rEmotE"
"tECH" "Unit"
67