cm en 29,2 cm bij een maaidek van 183 cm
(Figuur
100).
Figuur 100
1. 28,2 cm tussen de grote
ringen bij een 132 cm
maaidek
2. Voorste moer
3. Contramoer van veer
4. Voorste wartel
5. Contramoer van wartel
3.
U kunt deze afstand instellen door de contramoer
van de veer los te draaien en vervolgens te
draaien aan de moer op de voorkant van elke
veer
(Figuur
100).
Opmerking:
Als u de moer rechtsom draait,
wordt de veer korter; als u de moer linksom
draait wordt de veer langer.
4.
U borgt de moer in deze stand door de
contramoer van de veer vast te draaien
100).
Onderhoud van de
maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe
maaimessen. Scherpe messen snijden het gras
goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. Door
scheuren en kwetsen wordt het gras bruin aan de
randen, waardoor het langzamer groeit en gevoeliger
is voor ziekten.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn
en of ze versleten of beschadigd zijn. Vijl regelmatig
kerven en inkepingen weg en slijp de messen indien
6. Drukmoer
7. Voorste steunarm
8. Grote ring
9. 26,7 cm tussen de grote
ringen bij een maaidek
van 152 cm
10. 29,2 cm tussen de grote
ringen bij een maaidek
van 183 cm
(Figuur
dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten
is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een
origineel TORO-mes. Om het slijpen en vervangen
te vergemakkelijken, is het handig extra messen in
voorraad te hebben.
Veiligheid van de messen
Een versleten of beschadigd mes kan breken en
een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de bestuurder of omstanders en ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. Indien u
een beschadigd mes probeert te repareren, kan de
veiligheidscertificatie van het product vervallen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen op
slijtage of beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Omwikkel de maaimessen of draag
g002479
handschoenen en wees voorzichtig als u
onderhoudswerkzaamheden aan de maaimessen
verricht. De maaimessen mogen alleen worden
vervangen of geslepen, probeer ze nooit recht te
maken of er aan te lassen.
•
Let op dat bij machines met meerdere maaimessen
andere messen kunnen gaan draaien doordat u
1 mes draait.
Vóór controle en onderhoud van
de maaimessen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en maak
de bougiekabels los.
De maaimessen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Controleer de snijranden
2.
Als de randen niet scherp zijn of bramen
vertonen, moet u het maaimes verwijderen en
slijpen; zie
3.
Controleer de messen, in het bijzonder het
gebogen deel.
4.
Als u scheuren, slijtage of groefvorming in dit
deel constateert, moet u direct een nieuw mes
monteren
72
(Figuur
De maaimessen slijpen (bladz.
(Figuur
101).
101).
74).