1. Motorolie
Belangrijk:
Vul de olie zeer langzaam bij en
zorg ervoor dat de vulopening niet verstopt
raakt
(Figuur
64). Al u te snel olie bijvult
of de opening verstopt raakt, bestaat de
kans dat de olie overloopt en de luchtinlaten
verstopt raken. Hierdoor kan de motor
schade oplopen.
1. Zorg ervoor dat er een vrije ruimte overblijft in de
vulopening.
5.
Plaats de peilstok terug en monteer het
frontpaneel van de motor.
6.
Start de motor en laat deze vijf minuten stationair
lopen.
7.
Zet de motor af.
8.
Wacht 3 minuten en controleer het oliepeil.
9.
Vul indien nodig olie bij, totdat het oliepeil het
bovenste gaatje op de peilstok bereikt.
10.
Plaats de peilstok en de vuldop terug en monteer
het frontpaneel van de motor.
11.
Controleer op lekkages.
Figuur 63
2. Trechter en slang
Figuur 64
Belangrijk:
met olie. Hierdoor kan de motor worden
beschadigd.
g001163
g000955
48
Het carter nooit overvullen