Doseerapparaat
Alvorens enige procedure voor het opheffen van
storingen uit te voeren:
1. Schakel de stroom naar de verwarmer uit.
PROBLEEM
De Reactor werkt niet.
De motor werkt niet.
Lage pompuitvoer.
333107B
2. Schakel de stroom naar de motor uit.
3. Ontlast de druk, zie pagina 23.
4. Laat de apparatuur afkoelen.
Probeer de aanbevolen oplossingen in de opgegeven
volgorde voor elk probleem, om niet onnodig reparaties
uit te voeren. Bepaal of alle stroomonderbrekers,
schakelaars en knoppen goed ingesteld zijn en of de
bedrading correct is alvorens aan te nemen dat er een
probleem is.
OORZAAK
Geen stroom.
De stroom is ingeschakeld terwijl de
functieknop op een werkpositie staat.
Losse verbinding op het schakelbord Controleer de aansluiting voor de
Versleten borstels.
Kapotte of verkeerd zittende
borstelveren.
De borstels of veren blijven vastzitten
in de borstelhouder.
Kortgesloten anker.
Controleer de collector van de motor
op brandplekken, zwarte putjes en
andere beschadigingen.
Defect schakelbord.
Verstopt vloeistofinlaatfilter
Lekkende of verstopte zuigerventiel
of inlaatventiel in de onderpomp.
Probleemoplossing
OPLOSSING
Sluit beide voedingskabels aan.
Schakel de stroomvoorziening naar
de motor en de verwarmer uit
, en vervolgens weer aan
om beide
stroomonderbrekers te resetten.
Stel de functieknop in op Stoppen/
parkeren
zodra de statusled
inschakelt. Selecteer vervolgens
de gewenste functie.
stroomvoorziening naar de motor
op het onderste bord. Zie F
op pagina 46.
Kijk beide zijden na. Vervang borstels
die zijn afgesleten tot minder dan
13 mm (1/2 inch), zie pagina 55.
Opnieuw afstellen of vervangen, zie
pagina 55.
Reinig de borstelhouder en leg de
borsteldraden zo dat ze vrij kunnen
bewegen.
Vervang de motor, zie pagina 54.
Verwijder de motor. Laat een
motorspecialist het oppervlak van
de collector bijwerken of de motor
vervangen, zie pagina 54.
Vervang het bord. Zie pagina 45.
Reinigen, zie pagina 24.
Ventielen controleren. Zie
de pomphandleiding.
. 12
IG
37