4. Verwijder connector B van de besturingsmodule van
de verwarmer en controleer de continuïteit van de
thermokoppels door de weerstand te meten tussen
de pinnen aan de stekker.
120 V
Connector
Pin
B1
1, 2
B2
1
B2
2
B2
4
B2
5
B2
3
Als de temperatuur inderdaad te hoog blijkt (de
aflezing is 127 °C [260 °F] of hoger):
6. Controleer of de thermokoppels beschadigd zijn of
niet in contact staan met het verwarmingselement,
zie F
. 16 op pagina 50.
IG
7. Controleer of de temperatuurregelingsmodule
uitschakelt wanneer de apparatuur de
richttemperatuur bereikt:
a. Stel de richtwaarden van de temperatuur in ver
onder de getoonde temperatuur.
b. Zet de zone aan. Als de temperatuur constant
stijgt, werkt het elektrisch bord niet.
c. Controleer door te verwisselen met een andere
stroommodule. Zie De modules voor
temperatuurregeling terugplaatsen op
pagina 47.
d. Als de nieuwe module het probleem niet oplost,
is de elektrische module niet de oorzaak.
8. Controleer met een ohmmeter of de
verwarmingselementen wel goed aangesloten zijn,
zie pagina 49.
E02: Hoge zonestroom
Wanneer er een hoge stroomfout is, zal de led op de
module van die zone rood zijn terwijl de fout getoond
wordt.
1. Zie Voor u begint met de reparatie op pagina 40.
2. Vervang de zonemodule door een nieuwe module.
Schakel de zone in en controleer op fouten. Als de
fout verdwijnt, vervang dan de defecte module.
333107B
Tabel 7: Meting van de weerstand aan connector B
230 V
Connector
Pin
B1
1, 2
B1
5
B1
6
B1
8
B1
9
B1
3-4,7,10
5. Controleer de vloeistoftemperatuur met behulp van
een externe temperatuursensor.
Beschrijving
Oververhittingsschakelaar
Thermokoppel ISO, R (rood)
Thermokoppel ISO, Y (geel)
Thermokoppel RES, R (rood)
Thermokoppel RES, Y (geel)
Niet gebruikt
E03: Geen zonestroom
Wanneer er geen stroomfout is, zal de led op de module
van de specifieke zone rood zijn wanneer de fout
getoond wordt.
1. Controleer of er een ingeschakelde
stroomonderbreker is op de Reactor of aan
de voedingsbron van de zone. Vervang de
stroomonderbreker als deze vaak uitvalt.
2. Controleer op losse of verbroken verbindingen in
die zone.
3. Vervang de zonemodule door een nieuwe module.
Zet de zone aan en controleer op fouten (zie
pagina 47). Als de fout verdwijnt, vervang dan de
defecte module.
4. Als E03 voorkomt voor alle zones, is het mogelijk
dat de schakelaar niet sluit. Controleer de bedrading
voor de verwarmingsregeling op de schakelklok.
E04: Thermokoppel niet aangesloten
1. Controleer de temperatuursensoraansluitingen
met de groene connectoren (B) op de
temperatuurregelingsmodule. Zie
Kabelaansluitingen
temperatuurregelingsmodule op pagina 48.
2. Koppel de sensorkabels los en sluit ze opnieuw
aan.
Probleemoplossing
Aflezing
bijna 0 ohm
4-6 ohm
4-6 ohm
N.v.t.
33