Inhoudsopgave
Advertenties
De tegendrukregelaar
tegendrukregelaar installeren
De
De
tegendrukregelaar
(alleen hogedruksystemen)
hogedruksystemen)
(alleen
(alleen
hogedruksystemen)
OPMERKING: voor hogedruksystemen is de
OPMERKING:
OPMERKING:
tegendrukregelaar noodzakelijk om te voorkomen
dat de voedingspompen van het systeem de
doseerpompen overbelasten tijdens het spoelen van
de kleurwisselpomp en kleurvulwerkzaamheden. Pas
de tegendruk tijdens het stortproces aan tot ongeveer
75% van de toevoerdruk vanaf de voedingspompen.
Deze mag echter nooit meer dan 2,1 MPa (21 bar;
300 psi) minder dan de toevoerdruk bedragen.
Installeer de tegendrukregelaar (120) en
bijbehorende onderdelen bij het stortventiel van het
uitlaatspruitstukstel.
1. Schroef het T-stuk (122) op de stortventielfitting
van het uitlaatspruitstukstel.
2. Monteer de twee nippels (121) op de
tegendrukregelaar (120). Schroef de
regelaarconstructie in het T-stuk (122) zoals
afgebeeld.
3. Installeer de meter (123) in de open buis van het
T-stuk (122).
4. Sluit een stortleiding van 1/4 NPT(f) aan op de
nippel die naar beneden wijst (121).
5. Sluit de vloeistoftoevoerleidingen
aan op de ventielen.
De materiaalleidingen aansluiten, page
Figure 8 Tegendrukregelaar installeren bij het
stortventiel van het uitlaatstel
334100K
installeren
installeren
Zie
29.
Tegendrukregelaar (25D627)
(25D627)
Tegendrukregelaar
Tegendrukregelaar
(25D627)
De tegendrukregelaar (25D627) bevat een
wartelfitting (124) en vervangt de 1/4 nippelfittingen
(121) door verlopen van 3/8 naar 1/4 npt. Zie
Onderdelen, page
59.
1. Schroef de wartelfitting (124) op de
stortventielfitting van het uitlaatspruitstukstel.
2. Schroef het T-stuk (122) op de wartelfitting (124).
3. Voer de stappen 2 - 5 van de vorige procedure
uit om de tegendrukregelaar te installeren.
Figure 9 Tegendrukregelaar (25D627)
De ventielluchtleidingen
ventielluchtleidingen aansluiten
De
De
ventielluchtleidingen
1. Sluit luchtleidingen met een buitendiameter van
4 mm (5/32 inch) aan tussen de inlaatspoelen en
de luchtinlaten van elk inlaatventiel. Gebruik het
label aan de binnenkant van de kleurregelmodule
als referentie. Zie
De modules instellen, page
2. Herhaal deze procedure voor de uitlaatventielen.
De afbeelding op de volgende pagina is een
voorbeeld van een mogelijke luchtleidingconfiguratie.
Installatie
aansluiten
aansluiten
15.
27
Advertenties
Inhoudsopgave
